vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
zaaknummer / rolnummer: 452896 / HA ZA 10-764
Vonnis van 17 november 2010
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERTUNE INTERNATIONAL MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Hilversum,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. S.T.E. Bakker te Amsterdam,
(A),
wonende te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M.H.D. Vergouwen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Intertune en (A) genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 februari 2010, met producties;
- de conclusie van antwoord en tevens eis in reconventie, met één productie;
- het tussenvonnis van 28 april 2010 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de aanvullende producties van Intertune;
- het proces-verbaal van comparitie van 1 september 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet (voldoende) betwist, alsmede op grond van de in zoverre niet bestreden inhoud van de overgelegde bewijsstukken, staat het volgende vast:
2.1. Intertune is een onderneming die het management van presentatoren en artiesten verzorgt. Het management bestaat uit het uitonderhandelen en aangaan van reclame- en arbeidsovereenkomsten tussen haar cliënten en derden.
2.2. (B) is via (B) Holding B.V enig aandeelhouder en bestuurder van Intertune.
2.3. In 1998 is (B), namens Intertune, een mondelinge managementovereenkomst aangegaan met (A).
2.4. In januari 2004 heeft Intertune bemiddeld bij de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst tussen (A) en de Vrije Omroep Nederland B.V. (hierna: Radio 538). Op 20 januari 2004 is dit contract door (A) en Radio 538 ondertekend. Deze arbeidsovereenkomst luidt, voor zover relevant, als volgt:
“ (A) zal met ingang van 1 juni 2004 in dienst treden bij Radio 538 voor een periode van vijf (5) jaar. Deze overeenkomst eindigt derhalve van rechtswege op 31 mei 2009 zonder dat daartoe opzegging is vereist”
2.5. Op 23 januari 2004 is er tussen Intertune en Radio 538 een overeenkomst tot stand gekomen. Hierbij is overeengekomen dat Radio 538, namens (A), 10% van het salaris van (A) rechtstreeks aan Intertune zou betalen. Deze overeenkomst luidt, voor zover relevant, als volgt:
“Intertune zal een vergoeding ontvangen over de aan (A) uitbetaalde vergoedingen, zijnde het in de arbeidsovereenkomst van 20 januari 2004 tussen (A) en Radio 538 overeengekomen bruto loon en de jaarlijkse bruto bonus.
De hoogte van de vergoeding aan Intertune zal zich verhouden als 10:90 ten opzichte van de aan (A) betaalde vergoedingen. Als rekenvoorbeeld: de vergoeding die Intertune aan Radio 538 in rekening mag brengen over het met (A) overeengekomen bruto jaarloon van € 540.000,00 is dus € 60.000,00 per jaar.”
2.6. Op 29 juni 2007 heeft (A) de managementovereenkomst met Intertune opgezegd.
2.7. (A) en Radio 538 hebben in onderling overleg de arbeidsovereenkomst voortijdig, namelijk per 1 maart 2008 beëindigd. Hierbij werd overeengekomen dat (A) in de periode van 1 oktober 2007 tot 1 maart 2008 50% van zijn oorspronkelijke inkomen zou ontvangen.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Intertune vordert - kort samengevat - veroordeling van (A) tot betaling van
€ 107.500, - , vermeerderd met € 8.635,29 aan wettelijke rente tot 1 februari 2008. Daarnaast vordert Intertune de wettelijke rente over € 107.500,- vanaf 1 februari 2008 tot de dag der algehele voldoening. Ook vordert Intertune (A) te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2. Intertune legt primair aan haar vordering ten grondslag dat (A), ondanks de opzegging van de managementsovereenkomst, gehouden is om de vergoeding met betrekking tot het door Intertune uitonderhandelde contract met Radio 538 aan Intertune te voldoen. Deze vergoeding bestaat uit 10% van het oorspronkelijk overeengekomen loon en de bonussen die (A) gedurende de overeengekomen looptijd van de arbeidsovereenkomst zou ontvangen, aldus Intertune. Door dit niet te betalen maakt (A) zich schuldig aan wanprestatie. Subsidiair vordert Intertune schadevergoeding op grond van onrechtmatig handelen van (A) door de arbeidsovereenkomst met Radio 538 voortijdig te beëindigen.
3.3. (A) voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4. (A) vordert – kort samengevat – een verklaring voor recht dat Intertune onverschuldigd is verrijkt. Daarnaast vordert (A) Intertune te veroordelen tot het, binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, overleggen van (een kopie) van de volledige administratie van Intertune betrekking hebbende op de facturering van de vergoedingen uit hoofde van de managementovereenkomst, dan wel inzage in deze administratie. Dit op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat zij nalatig blijft hieraan te voldoen. Ook vordert (A) Intertune te veroordelen tot betaling van
€ 904, - aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente van de dag van dagvaarden tot de dag van de gehele voldoening. Ten slotte vordert (A) Intertune te veroordelen in de kosten van de procedure en tot een bedrag van € 131, - aan na de uitspraak te maken kosten.
3.5. (A) legt aan zijn vordering ten grondslag dat de managementovereenkomst tussen hem en Intertune nietig is wegens strijdigheid met de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (hierna: Waadi). Op grond van deze nietige overeenkomst heeft (A) jarenlang vergoedingen aan Intertune betaald waar dus geen rechtsgrond voor bestaat, aldus (A). De inzage in de administratie wordt gevorderd omdat Intertune de betaling van de vergoeding rechtstreeks met Radio 538 is overeengekomen en (A) dus geen inzage heeft in de hoogte van de door Intertune verzonden facturen.
3.6. Intertune voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. Als meest verstrekkende verweer heeft (A) aangevoerd dat de managementovereenkomst op basis waarvan Intertune de vordering heeft ingesteld op grond van art. 3:40 BW nietig is. Deze nietigheid komt voort uit strijdigheid met de op het moment van aangaan van de managementovereenkomst geldende wetgeving, aldus (A). Volgens (A) is de managementovereenkomst strijdig met artikel 3 lid 1 Waadi. Hierin is bepaald dat geen tegenprestatie van de werkzoekende mag worden bedongen. Intertune heeft in deze zaak een vergoeding van (A) bedongen aldus (A).
4.2. De eerste vraag die beantwoord moet worden is of de relatie tussen Intertune en (A) valt onder de Waadi. Daartoe heeft (A) aangevoerd dat de relatie tussen partijen valt onder de term arbeidsbemiddeling als in de Waadi en dat een impresario op grond van artikel 1 lid 4 Waadi gelijk wordt gesteld met een arbeidsbemiddelaar. In artikel 1 lid 1 onder d Waadi wordt arbeidsbemiddeling omschreven als: “dienstverlening in de uitoefening van beroep of bedrijf ten behoeve van een werkgever, een werkzoekende, dan wel beiden, inhoudende het behulpzaam zijn bij het zoeken van arbeidskrachten onderscheidenlijk arbeidsgelegenheid, waarbij totstandkoming van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht dan wel een aanstelling tot ambtenaar wordt beoogd”.
Naar het oordeel van de rechtbank is er in onderhavige zaak sprake van arbeidsbemiddeling in de zin van de Waadi. Intertune is ten behoeve van een werkzoekende ((A)) behulpzaam geweest bij het zoeken van arbeidsgelegenheid. Intertune heeft bemiddeld bij het tot stand komen van een arbeidsovereenkomst voor (A) bij Radio 538.
4.3. Nu de overeenkomst tussen Intertune en (A) onder de Waadi valt, is de volgende vraag of deze ook strijdig is met bepalingen uit de Waadi. (A) heeft zich op het standpunt gesteld dat het bedingen van een tegenprestatie voor de werkzaamheden ten behoeve van arbeidsbemiddeling strijd oplevert met artikel 3 lid 1 Waadi. In onderhavige zaak is er een tegenprestatie van (A) bedongen, namelijk 10% van zijn salaris die (A) aan Intertune moest betalen. Nu op grond van de Waadi geen tegenprestatie mag worden bedongen voor arbeidsbemiddeling, is deze afspraak dus in strijd met artikel 3 lid 1 Waadi.
4.4. Intertune heeft ter comparitie terecht opgemerkt dat bij de wetswijziging van 1 september 2003 impresario’s niet meer gelijk worden gesteld met arbeidsbemiddelaars. Dit standpunt kan haar echter niet baten, omdat ook na de wetswijziging het vergoedingsverbod nog in de Waadi is opgenomen. Dit vergoedingsverbod geldt ook voor impresario’s als zij bemiddelen bij het sluiten van een arbeidsovereenkomst, zoals in deze zaak het geval is.
4.5. Of de bedongen tegenprestatie betrekking had op de duur van de managementovereenkomst of op de overeengekomen duur van de arbeidsovereenkomst met Radio 538 is niet van belang, nu de omstandigheid dat er een tegenprestatie is bedongen reeds strijdigheid met de Waadi oplevert. Strijd met een dwingende wetsbepaling, in dit geval de Waadi, brengt met zich dat de managementovereenkomst, voor zover betrekking hebbende op sluiten van arbeidsovereenkomsten tegen vergoeding, op grond van artikel 3:40 BW vernietigbaar is. Deze vernietigbaarheid heeft als gevolg dat het gevorderde in conventie zal worden afgewezen.
4.6. Behandeling van de overige verweren is niet meer nodig nu de vordering reeds wegens strijd met artikel 3 lid 1 Waadi zal worden afgewezen.
4.7. Intertune zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van (A) worden begroot op:
-vast recht € 1.188,00
-salaris advocaat € 2.842.00 (2,0 punten × tarief € 1.421,00 )
totaal € 4.030,00
in reconventie
4.8. In conventie is beoordeeld dat de managementovereenkomst tussen Intertune en (A) op grond van strijdigheid met de Waadi vernietigbaar is voor zover betrekking hebbende op het sluiten van arbeidsovereenkomsten tegen vergoeding. (A) heeft in reconventie een verklaring voor recht gevorderd dat Intertune ongerechtvaardigd is verrijkt door de betalingen op grond van deze nietige managementovereenkomst. De rechtbank begrijpt dat het belang dat Intertune heeft bij deze verklaring voor recht is gelegen in de nader bij staat op te maken schadevergoeding, die uiteindelijk niet is gevorderd. Nu vast is komen te staan dat de betalingen van (A) aan Intertune zonder rechtsgrond zijn gedaan zal dit deel van de reconventionele vordering worden toegewezen.
4.9. De door (A) gevorderde overlegging van de administratie van Intertune die betrekking heeft op de facturering van de vergoedingen uit de managementovereenkomst zal worden afgewezen. Het is de rechtbank niet duidelijk geworden welk rechtmatig belang (A) heeft bij de gevorderde inzage. Ter zitting heeft (A) dit belang desgevraagd niet kunnen onderbouwen. (A) kan relatief eenvoudig vaststellen welk bedrag Radio 538 aan Intertune heeft betaald door naar het verschil te kijken tussen de hoogte van het met Radio 538 overeengekomen salaris en het bedrag dat daadwerkelijk is uitbetaald.
4.10. (A) vordert een bedrag van € 904 aan buitengerechtelijke kosten. De rechtbank hanteert het uitgangspunt dat dergelijke kosten alleen voor vergoeding in aanmerking komen, indien zij betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. (A) heeft weliswaar gesteld dat de gevorderde kosten geen betrekking hebben op voorbereidingen van de processtukken en ter instructie van de zaak maar heeft nagelaten een omschrijving te geven van de verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal daarom worden afgewezen.
4.11. Intertune zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. In reconventie worden de kosten, gelet op de samenhang met de vordering in conventie, tot op heden begroot op nihil.
in conventie en reconventie
4.12. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook op de navolgende wijze worden toegewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. wijst de vordering af;
5.2. veroordeelt Intertune in de proceskosten, aan de zijde van (A) tot op heden begroot op € 4.030,00;
5.3. verklaart voor recht dat Intertune ongerechtvaardigd is verrijkt door alle betalingen van (A) aan Intertune vanaf de totstandkoming van de managementovereenkomst;
5.4. veroordeelt Intertune in de proceskosten, aan de zijde van (A) tot op heden begroot op nihil;
in conventie en reconventie
5.5. veroordeelt Intertune in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 205,- aan salaris advocaat;
- te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 68,-aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
5.6. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Thomas en in het openbaar uitgesproken op 17 november 2010.?