vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
zaaknummer / rolnummer: 437162 / HA ZA 09-2829
Vonnis van 20 oktober 2010
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STADGENOOT VASTGOEDBEDRIJF B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BK BOUW B.V.,
gevestigd te Bussum,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. E. van der Hoeden te Amsterdam,
[A],
wonende te --,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. G.P. Dayala te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s., en [A] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 augustus 2009, met producties;
- de conclusie van antwoord en tevens eis in reconventie, met productie;
- het tussenvonnis van 18 november 2009, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het proces-verbaal van comparitie van 5 januari 2010;
- de akte uitlating na comparitie, met producties;
- de conclusie van antwoord na comparitie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet (voldoende) betwist, alsmede op grond van de in zoverre niet bestreden inhoud van de overgelegde bewijsstukken, staat het volgende vast:
2.1. Rond 28 mei 2009 heeft Stadgenoot Vastgoedbedrijf een factuur ontvangen van BK Bouw. Deze factuur heeft betrekking op een bedrag van € 44.599,58. Op de factuur is een sticker geplakt met daarop de volgende tekst:
LET OP! Bankrekening gewijzigd naar 325290199
2.2. Op 26 juni 2009 heeft Stadgenoot Vastgoedbedrijf het factuurbedrag van
€ 44.599,58 overgemaakt naar de bankrekening met het nummer 325290199.
2.3. De bankrekening met het nummer 325290199 is bij BK Bouw onbekend en zij heeft het geldbedrag ook nooit ontvangen.
2.4. Op 30 juni 2009 is een bedrag van € 44.609,58 van de bankrekening met het nummer 325290199 van Bizner Bank overgemaakt naar de bankrekening met het nummer 3034338 van ING.
2.5. Op 30 juni 2009 is een bedrag van € 44.600,00 van de bankrekening met het nummer 3034338 van ING overgemaakt naar Stichting Eurostations Sittard.
2.6. Op 14 juli 2009 heeft Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. aangifte gedaan van oplichting.
2.7. [A] was bestuurder en enig aandeelhouder van het op 21 juli 2009 opgeheven bedrijf Kookcollege [B] B.V. De bankrekeningen met de nummers 325290199 van Bizner Bank en 3034338 van ING stonden op naam van Kookcollege [B] B.V.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. vordert veroordeling van [A] tot betaling van
€ 44.599,58, vermeerderd met de handelsrente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening. Daarnaast vordert zij € 400,17 aan rente tot de datum van dagvaarding. Ook vordert Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. het bedrag van € 1.520,- aan kosten rechtsbijstand en € 232,90 aan execustiekosten. Eén en ander met veroordeling van [A] in de kosten van het geding.
3.2. Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. legt - kort gezegd - aan haar vordering ten grondslag dat zij het bedrag van € 44.599,58 zonder rechtsgrond heeft overgemaakt aan [A] en om deze reden een vordering uit onverschuldigde betaling heeft op hem. Daarnaast vordert zij het bedrag aan schadevergoeding op grond van onrechtmatige handelen van [A].
3.3. [A] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4. [A] vordert opheffing te gelasten van het, door Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. gelegde, conservatoir beslag op de woning aan het Oranjeplantsoen 31, te Diemen.
3.5. [A] legt aan zijn vordering ten grondslag dat het beslag op zijn woning onrechtmatig danwel vexatoir is nu hij geen geld verschuldigd is aan Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s..
3.6. Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
Onverschuldigde betaling
4.1. Met betrekking tot de onverschuldigde betaling heeft [A] als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat de verkeerde partij zou zijn gedagvaard. [A] beroept zich op niet-ontvankelijkheid van Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. in haar vorderingen nu het bedrag van € 44.599,58 niet aan hem in persoon is betaald.
Uit het door Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. overgelegde bankafschrift is gebleken dat het bedrag van € 44.599,58 door Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. is overgemaakt naar de bankrekening met nummer 325290199. Het door [A] overgelegde bankafschrift van de Bizner bank bevestigt dat het bedrag dat Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. heeft overgemaakt ook daadwerkelijk op deze rekening is terecht gekomen. Uit dit bankafschrift volgt ook dat deze bankrekening op naam staat van Kookcollege [B] B.V., gevestigd aan de Borneolaan 374 te Amsterdam. Van deze B.V. was [A] bestuurder en enig aandeelhouder zoals blijkt uit het uittreksel handelsregister van de Kamer van Koophandel. Dat dit de B.V. is die op de -- te -- was gevestigd komt tot uiting in het proces-verbaal van aangifte door [A] van 25 juni 2009, waarin hij dit zelf verklaart.
4.2. Nu vast is komen te staan dat het bedrag van € 44.599,58 is betaald aan Kookcollege [B] B.V. is dit ook de B.V. die aangesproken zou moeten worden op grond van onverschuldigde betaling, en niet [A] in persoon. De stelling van Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s., dat de Kookcollege [B] B.V. niet meer bestaat en zij daarom [A] in persoon aanspreekt, kan niet slagen nu [A] niet de persoon is aan wie onverschuldigd is betaald. Om bovenstaande reden zal de vordering van Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. voor zover gegrond op onverschuldigde betaling worden afgewezen.
Onrechtmatige daad
4.3. Naast de vordering op grond van onverschuldigde betaling heeft Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. een vordering op basis van onrechtmatig handelen van [A] ingesteld. Niet gebleken is dat het onrechtmatig handelen van [A] bestaat uit handelingen die ervoor hebben gezorgd dat het geld op het rekeningnummer van Kookcollege [B] B.V. is terecht gekomen, zoals het plakken van een sticker met het andere bankrekeningnummer op de factuur. De rechtbank begrijpt dat het onrechtmatig handelen van [A] zou liggen in het laten passeren van de geldstroom door het bedrijf Kookcollege [B] B.V., waarvan [A] bestuurder was. Uit de bankafschriften blijkt dat het bedrag van € 44.599,58, nadat het terecht is gekomen op de bankrekening van Kookcollege [B] B.V., eerst is overgemaakt naar een ander bankrekeningnummer van die vennootschap. en daarna is doorgeboekt naar Stichting Eurostations Sittard. Stadgenoot Vastgoedbedrijf c.s. heeft aangevoerd dat [A] als enige gerechtigd was tot de rekening van Kookcollege [B] B.V. en dat hij dus wel degene moet zijn die deze geldstroom heeft doen passeren.
4.4. Het verweer van [A], dat Kookcollege [C] of Kookcollege [B] B niet hetzelfde is als Kookcollege [B] B.V kan niet slagen nu deze bankafschriften gewoon op naam van Kookcollege [B] B.V. staan.
4.5. Ook de stelling van [A] dat de bank de betalingsopdracht ten onrechte heeft uitgevoerd kan hem niet baten. Eventueel verwijtbare handelingen van de bank doen zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet af aan eventueel verwijtbaar handelen van [A].
4.6. Verder heeft [A] aangevoerd dat de bankpassen zijn gestolen. Het enkel in bezit hebben van een bankpas is echter niet voldoende om daadwerkelijk betalingen te bewerkstelligen. Het is derhalve niet duidelijk geworden hoe deze betaling gedaan zouden zijn met een gestolen bankpas.
4.7. [A] heeft weliswaar aangevoerd dat hij niet degene is geweest die de overboekingen heeft gedaan en dat dit te maken heeft met de gestolen bankpassen, maar er is nog niet duidelijk geworden hoe dit gebeurd is. In de akte uitlating na comparitie heeft [A] een aantal mensen van de Bizner bank en van ING genoemd die meer zouden kunnen verklaren over de overboekingen.
[A] zal in de gelegenheid worden gesteld zich nader bij akte uit te laten over details van de overboekingen. [A] zal met name moeten aangeven wat voor soort overboekingen het geweest zijn, hoe dergelijke overboekingen precies uitgevoerd worden en of het mogelijk is dat deze overboekingen zijn gedaan buiten de medewerking van [A]. De rechtbank stelt zich voor dat daarbij - al dan niet ondermeer - gebruik wordt gemaakt van schriftelijke verklaringen van bankmedewerkers met wie [A] kennelijk al contact heeft gehad. Er is vooralsnog onvoldoende aanleiding om reeds thans tot een getuigenverhoor over te gaan.
4.8. In afwachting van het resultaat van het hiervoor onder 4.7 overwogene, zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.
in reconventie
4.9. De beslissing in reconventie is afhankelijk van het lot van de vordering in conventie en zal om die reden worden aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 17 november 2010 voor het nemen van een akte door [A] over hetgeen hiervoor is vermeld onder 4.7;
in conventie en reconventie
5.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Thomas en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2010.?