ECLI:NL:RBAMS:2010:BO6367

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13-425118-09
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging en mishandeling van een homoseksueel slachtoffer tijdens Koninginnedag

Op 6 december 2010 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een jeugdige verdachte, die op 30 april 2009, tijdens Koninginnedag, zonder enige aanleiding een willekeurig slachtoffer beledigde en mishandelde. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belediging van het slachtoffer, die homoseksueel is, door beledigende opmerkingen te maken zoals 'ben je homo?' en 'jullie zijn vies'. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met deze woorden een minachtende bedoeling had. De tenlastelegging omvatte zowel de belediging van een groep homoseksuelen als de specifieke belediging van het slachtoffer in diens tegenwoordigheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de primair ten laste gelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte zich opzettelijk beledigend had uitgelaten over een groep mensen wegens hun homoseksuele gerichtheid. De rechtbank achtte echter wel bewezen dat de verdachte het slachtoffer had mishandeld door hem met kracht in het gezicht te slaan, wat leidde tot pijn en letsel. De officier van justitie had een werkstraf van 60 uren geëist, en de rechtbank volgde deze eis, waarbij ze rekening hield met de ernst van de feiten en het feit dat de verdachte een first offender was. De rechtbank legde de verdachte een werkstraf op van 60 uren, met vervangende hechtenis van 30 dagen indien de werkstraf niet naar behoren werd verricht. De rechtbank benadrukte de verwerpelijkheid van het krenken van anderen op basis van hun seksuele geaardheid en de impact van dergelijk gedrag op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/425118-09 (PROMIS)
Datum uitspraak: 6 december 2010
bij verstek
VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 november 2010.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.C.C. van Roessel.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat
1. hij op of omstreeks 30 april 2009 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk [slachtoffer] heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het
- eenmaal of meermaal (met kracht) slaan en/of stompen in het gezicht van die [slachtoffer] waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden
2. hij op of omstreeks 30 april 2009 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, zich en/of zijn mededaders zich in het openbaar, mondeling, opzettelijk beledigend heeft en/of hebben uitgelaten over een groep mensen (te weten homoseksuelen) wegens hun homoseksuele gerichtheid, immers heeft hij en/of hebben zijn mededaders op straat geschreeuwd en/of gevraagd: Homo's, Vieze Homo's, Gatverdamme vieze homo's en/of Ben je homo? en/of Wil je met me neuken? en of Jullie zijn vies, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking
Subsidiair:
hij op of omstreeks 30 april 2009 te Amsterdam, in elk geval in Nederland opzettelijk heeft beledigd [slachtoffer], in diens/dier tegenwoordigheid door hem te hebben toegevoegd de woorden Homo's, Vieze Homo's, Gatverdamme vieze homo's en/of Ben je homo? en/of Wil je met me neuken? en of Jullie zijn vies, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking
2. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
3. Vrijspraak
De rechtbank acht - evenals de officier van justitie - niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 2 primair is ten laste gelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. Verdachte heeft op 30 april 2009 onder andere 'jullie zijn vies' gezegd. Deze uitlating is op zichzelf beledigend, maar met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het woord 'jullie' zowel op de groep homoseksuelen kan slaan als op de aangever en de getuige. In het licht van de eerdere bewoordingen die verdachte heeft geuit, zoals 'ben je homo', lijkt de uitlating te slaan op de aangever en de getuige. Nu niet duidelijk is dat verdachte met de beledigende bewoordingen hiermee de groep homoseksuelen heeft bedoeld, kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen wegens hun homoseksuele gerichtheid.
4. Waardering van het bewijs
4.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat het onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde bewezen kan worden. Zij heeft daarbij in aanmerking genomen dat verdachte weliswaar ontkent, maar dat op basis van de aangifte van [slachtoffer] en de getuigenverklaring van [naam 1] de feiten bewezen kunnen worden. Verdachte heeft zonder enige aanleiding [slachtoffer] mishandeld en beledigd.
4.2. Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen zijn vervat.
[slachtoffer] verklaart dat hij op 30 april 2009 samen met zijn vriend [naam 1] op een bankje zat op het Leidseplein te Amsterdam. Eén van de jongens (NN1) uit een groep Marokkanen die langsloopt, komt voor aangever staan en zegt 'Ben je Homo?' waarop aangever bevestigend antwoordt. Aangever hoort dat NN1 vervolgens zegt 'Oh, wil je me dan neuken?'. Aangever voelt dat NN1 zijn kin vastpakt en ziet en voelt vervolgens dat NN1 kennelijk opzettelijk en meer dan geringe kracht een klap in zijn gezicht geeft en aangever voelt direct pijn. Nadat NN1 en zijn vrienden zijn weggelopen krijgt aangever plotseling, kennelijk opzettelijk een klap op zijn rechterslaap en voelt wederom direct pijn. [slachtoffer] heeft hiervan aangifte gedaan en een klacht ingediend.1 [naam 1], is hiervan getuige geweest en hij verklaart dat hij hoort dat NN1 aan [slachtoffer] vraagt of hij homo is. Hij hoort dat [slachtoffer] tegen NN1 zegt dat hij inderdaad homo is en hoort vervolgens dat NN1 aan [slachtoffer] vraagt of hij met hem wil neuken. Getuige hoort dat NN1 zegt 'jullie zijn vies' en ziet dat NN1 [slachtoffer] met kracht een klap geeft in het gezicht en ook de tweede klap geeft.2 De politie heeft verdachte [verdachte] aangehouden.3 Zowel aangever als getuige [naam 1] hebben gezien dat NN1 is aangehouden door de politie.4
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
op 30 april 2009 te Amsterdam, opzettelijk [slachtoffer] heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het met kracht slaan in het gezicht van die [slachtoffer] waardoor voornoemde [slachtoffer] pijn heeft ondervonden.
Ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde
op 30 april 2009 te Amsterdam, opzettelijk heeft beledigd [slachtoffer], door hem in diens tegenwoordigheid te hebben toegevoegd de woorden: "Ben je homo?" en: "Wil je met me neuken?" en: "Jullie zijn vies", althans woorden van gelijke beledigende aard en strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
6. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. De rechtbank overweegt met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde dat het bewezen verklaarde, te weten het in tegenwoordigheid van [slachtoffer] toevoegen van woorden, meebrengt dat sprake is van mondeling beledigen in diens tegenwoordigheid. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8. Motivering van de straf
8.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1 en 2 subsidiair bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 60 uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen.
Zij heeft daarbij in aanmerking genomen dat verdachte uit het niets [slachtoffer] heeft mishandeld en zich onnodig beledigend heeft uitgelaten over diens seksuele gerichtheid. Het is volstrekt uit den boze om zo iemand te beledigen en hem als minderwaardig neer te zetten. Verdachte is weliswaar een first offender, maar bij discriminatie wordt de strafeis verhoogd met vijftig procent.
8.2. Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zonder enige aanleiding een willekeurig slachtoffer beledigd tijdens Koninginnenacht, enkel en alleen omdat het slachtoffer homoseksueel is. Verdachte heeft dit gedaan terwijl hij met een groep vrienden was. Naar het oordeel van de rechtbank kan verdachte met de woorden 'ben je homo?' en 'jullie zijn vies' geen andere dan een minachtende bedoeling hebben gehad. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer], waardoor het slachtoffer pijn heeft ondervonden. De rechtbank acht het zorgelijk dat verdachte uit het niets gewelddadig tekeer is gegaan, naar het lijkt met geen andere reden dan de sexuele geaardheid van het slachtoffer, die verdachte kennelijk niet acceptabel acht.
De rechtbank is van oordeel dat het zeer kwalijk is dat aangever is aangesproken met discriminerende opmerkingen, waardoor hij zich terecht beledigd voelt. Verdachte kon daarbij zijn handen niet thuishouden. Het krenken van anderen vanwege hun ras, godsdienst, seksuele geaardheid enzovoorts - kortom het wezen van een persoon - is verwerpelijk. Het is vernederend en het niet mogelijk zich er op basis van argumenten tegen te verdedigen. Het is bovendien niet alleen kwetsend voor het slachtoffer, bij wie het gevoel wordt gewekt niet te mogen bestaan, maar het wekt ook beroering in de samenleving en druist in tegen in die samenleving gerespecteerde normen en waarden.
De rechtbank zal aan verdachte een werkstraf opleggen. Deze straf is passend bij de ernst van de feiten.
De rechtbank houdt voorts rekening met het feit dat blijkens het hem betreffende Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 14 september 2010 verdachte niet eerder is veroordeeld.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 57, 266 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
10. Beslissing
Verklaart het onder 2 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezen geachte
mishandeling
Ten aanzien van het onder 2 subsidiair bewezen geachte
eenvoudige belediging
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 (zestig) uren uren. Beveelt dat, als de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen.
Beveelt dat verdachte de aanwijzingen en opdrachten opvolgt die hem in het kader van de tenuitvoerlegging van de taakstraf door of namens de reclassering worden gegeven.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F. Wieland, voorzitter,
mrs. A.E.J.M. Gielen en S.E. Sijsma, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.E. van Bruggen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 december 2010.
1 Een proces-verbaal van aangifte van 30 april 2009 met nummer 2009118164-1 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 2], inhoudende de aangifte van [slachtoffer] (doorgenummerde pag. 6-8) en een klacht formulier van 30 april 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde hulpofficier van justitie [naam 3], inhoudende de klacht van [slachtoffer] (doorgenummerde pag. 9).
2 Een proces-verbaal van verhoor getuige van 30 april 2009 met nummer 2009118164-5 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 4], inhoudende de verklaring van [naam 1] (doorgenummerde pag. 13-15).
3 Een proces-verbaal van aanhouding van 30 april 2009 met nummer 2009118164-2 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 5], inhoudende de bevindingen van voormeld verbalisant (doorgenummerde pag. 4-5).
4 Een proces-verbaal van aangifte van 30 april 2009 met nummer 2009118164-1 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 2], inhoudende de aangifte van [slachtoffer] (doorgenummerde pag. 6-8) en een proces-verbaal van verhoor getuige van 30 april 2009 met nummer 2009118164-5 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 4], inhoudende de verklaring van [naam 1] (doorgenummerde pag. 13-15).
??
??
??
??
Vonnis d.d. 6 december 2010 inzake [verdachte] (PROMIS)
Parketnummer: 13/425118-09
6