1. Als uitgangspunt in dit geding geldt het navolgende
1.1. Plassania huurt sedert 1 oktober 2003 van een rechtsvoorganger van eiseres de bedrijfsruimte aan de Spuistraat 320-322 en Singel 373-375 te Amsterdam, nader te noemen: het gehuurde.
1.2. In het grootste deel van het gehuurde werd café Dante geëxploiteerd.
1.3. Art. 3.1 van de schriftelijke huurovereenkomst luidt:
Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 10 jaar, ingaande op 1 oktober 2003 en lopende tot en met 30 september 2013.
Art. 3.2 van de overeenkomst luidt:
Na het verstrijken van de in 3.1 genoemde periode wordt deze overeenkomst voortgezet voor een aansluitende periode van 10 jaar, derhalve tot en met 30 september 2023. Deze overeenkomst wordt vervolgens voortgezet voor een aansluitende periode van 1 keer 10 jaar.
Art. 9.6 van de overeenkomst luidt:
Huurder mag in het gehuurde ten alle tijden aanpassingen doen dan wel concept wijzigingen mits alle vergunningen aanwezig zijn (bouwvergunningen).
Art. 6 lid 1, eerste volzin van de op de overeenkomst toepasselijke algemene bepalingen luidt:
Huurder zal het gehuurde – gedurende de gehele duur van de huurovereenkomst – daadwerkelijk, geheel, behoorlijk en zelf gebruiken uitsluitend overeenkomstig de in de huurovereenkomst aangegeven bestemming.
1.4. Plassania heeft Dante op 15 september 2003 gekocht voor een bedrag van
€ 1.250.000,00. Blijkens de koopakte van die datum bestond het gekochte uit de handelsnaam, de inventaris, de goodwill en de overdraagbare vergunningen.
1.5. Plassania heeft het gehuurde bij akte van 10 juni 2005 aan Heineken Nederland N.V. verhuurd voor een periode van (ruim) 5 jaar met een optieperiode van 5 jaar. Bij akte van 7 juni 2007 is deze huurovereenkomst verlengd tot 31 december 2016. Bij akte van 10 juni 2005 heeft Heineken Dante aan Horeca Combinatie Amsterdam B.V. verhuurd, die Dante feitelijk is gaan exploiteren. Op 28 september 2006 heeft een indeplaatstelling plaatsgehad tussen Heineken, Horeca Combinatie Amsterdam en Hoda Horeca B.V., waarna Hoda met ingang van 1 januari 2006 de exploitatie van Dante heeft overgenomen.
1.6. Tussen (onder meer) Plassania en Heineken zijn geschillen gerezen over de nakoming van uiteenlopende overeenkomsten met betrekking tot een aantal horecagelegenheden. Bij vonnis van 31 maart 2010 van de kantonrechter alhier zijn de besloten vennootschappen Gouden Kooi en Kropa veroordeeld om ter zake van Dante bepaalde bedragen aan huur te betalen en is Gouden Kooi veroordeeld om het gehuurde te ontruimen en ter beschikking van Heineken te stellen. In vergelijkbare zin is geoordeeld over de gelegenheden April, Luxembourg en Three Sisters te Amsterdam, zij het dat de ontruiming van Luxembourg en (een deel van) April is afgewezen.
1.7. Bij vonnis in voorziening d.d. 18 mei 2010 van de voorzieningenrechter alhier is de vordering van Plassania, Kropa en Gouden Kooi om Heineken te verbieden het voormelde vonnis ten uitvoer te leggen afgewezen.
1.8. Dante is op 16 april 2010 feitelijk ontruimd en staat sedertdien leeg.
1.9. Eiseres heeft Plassania in de maanden van januari tot en met april 2010 herhaalde malen gesommeerd tot betaling van achterstallige huur.
1.10. Gouden Kooi heeft op 25 mei 2010 aan eiseres betaald de door eiseres bij dagvaarding gevorderde hoofdsom van € 47.948,80 aan huur over het tweede kwartaal van 2010 alsmede de boeterente, buitengerechtelijke kosten en exploitkosten.
2. Eiseres vorderde bij dagvaarding, zakelijk weergegeven, betaling van de voormelde huur met kosten alsmede de ontruiming van het gehuurde. Voorafgaande aan de zitting van 4 juni 2010 heeft zij haar eis gewijzigd aldus dat de vordering tot betaling van de huur en kosten is ingetrokken en dat gevorderd wordt om gedaagden te veroordelen het gebruik van het gehuurde te staken en gestaakt te houden.