ECLI:NL:RBAMS:2010:BL5683
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verklaring voor recht over woningkwaliteit in het kader van short stay-verhuur
In deze zaak vorderde eiseres een verklaring voor recht over de woningkwaliteit van een door haar verhuurde woning. De kantonrechter oordeelde dat er geen rechtens te respecteren belang bij de vordering bestond, aangezien er tussen partijen geen geschil was over de woningkwaliteit of de hoogte van de huurprijs. Eiseres, eigenaar van de woning, verhuurde deze aan gedaagde, die de woning op zijn beurt aan derden verhuurde, voornamelijk expats. De gemeente Amsterdam had een beleid geformuleerd voor short stay-verhuur, waarbij woningen met een huur boven de liberalisatiegrens alleen met een vergunning verhuurd mochten worden. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de gemeente, maar de huurcommissie had de woningkwaliteit vastgesteld op 137 punten, wat buiten de sociale sector viel. Eiseres stelde dat de huurcommissie ten onrechte gebruik had gemaakt van een afwijkingsbevoegdheid en dat er geen andere rechtsingang was dan de onderhavige. Gedaagde steunde de vordering van eiseres, maar de kantonrechter concludeerde dat er geen geschil was en dat de gemeente Amsterdam de relevante partij was in deze kwestie. De rechter oordeelde dat zonder een geschil tussen de partijen, de civiele rechter niet bevoegd was om te oordelen. De vordering werd afgewezen en eiseres werd niet ontvankelijk verklaard in haar vorderingen, met compensatie van de proceskosten.