ECLI:NL:RBAMS:2009:BK1247
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen splitsingsvergunning en de status van belanghebbende
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum, dat op 15 juni 2007 een splitsingsvergunning heeft verleend voor het splitsen van een gebouw in vier appartementen. Eiser, die stelt belanghebbende te zijn, heeft aangevoerd dat de gasinstallatie niet voldoet aan de eisen die aan de vergunning zijn gesteld. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 13 november 2008 geschorst en opnieuw aangevangen op 20 februari 2009, waarbij eiser aanwezig was. De gemachtigde van verweerder en de advocaat van vergunninghouder waren ook aanwezig.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verleende vergunning het woonrecht van eiser intact laat, maar dat de splitsingsvergunning wel degelijk invloed heeft op de woonsituatie van eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkzaamheden die aan de vergunning zijn verbonden, van invloed zijn op de woonomstandigheden van eiser. Dit betekent dat eiser als belanghebbende moet worden aangemerkt in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens is bepaald dat de gemeente Amsterdam het door eiser betaalde griffierecht van € 143,- vergoedt. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 12 maart 2009, en er is geen proceskostenveroordeling omdat er geen kosten van rechtsbijstand zijn gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.