ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ3922

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08-1942 BESLU
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van een kansspelvergunning op basis van het niet uitsluitend dienen van een algemeen belang

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 juni 2009 uitspraak gedaan in het geschil tussen de Stichting Nederland doet mee, eiseres, en de Minister van Justitie, verweerder, over de weigering van een kansspelvergunning. De aanvraag van eiseres voor een kansspelvergunning werd op 4 januari 2008 door verweerder afgewezen. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 7 april 2008 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft de zaak op 3 december 2008 ter zitting behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigden. Tijdens de zitting is het onderzoek geschorst om partijen de gelegenheid te geven om in overleg te treden over een mogelijke oplossing. Uiteindelijk hebben partijen besloten om het nadere onderzoek achterwege te laten, waarna het onderzoek werd gesloten.

De rechtbank heeft overwogen dat de wetgeving omtrent kansspelen, met name de Wet op de kansspelen (Wok), vereist dat een kansspel uitsluitend ten goede komt aan een algemeen belang. Eiseres stelde dat de opbrengst van de loterij zou worden afgedragen aan goede doelen, maar de rechtbank oordeelde dat de loterij ook een particulier belang diende, namelijk het opbouwen van een ledenbestand voor haar kennisbank. Dit leidde tot de conclusie dat de loterij niet uitsluitend was opgezet om een algemeen belang te dienen.

Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een vergoeding van het griffierecht of een veroordeling van verweerder in de proceskosten. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08/1942 BESLU
uitspraak van de meervoudige kamer
in de zaak tussen:
de Stichting Nederland doet mee,
gevestigd te Weesp,
eiseres,
gemachtigden [gemachtigde 1] en [gemachtigde 2],
en
de Minister van Justitie,
zetelend te ’s-Gravenhage,
verweerder,
gemachtigden mr. C.G.M. Haeck en mr. R.E.M. Hoffmann.
1. Procesverloop
Verweerder heeft bij besluit van 4 januari 2008 de aanvraag van eiseres voor een kansspelvergunning afgewezen.
Bij besluit van 7 april 2008 heeft verweerder het daartegen door eiseres gemaakte bezwaar ongegrond verklaard (het bestreden besluit).
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 december 2008. Voor eiseres zijn verschenen [gemachtigde 2], [gemachtigde 1] en [gemachtigde 3]. Verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigden. Ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek geschorst en het vooronderzoek heropend teneinde partijen de gelegenheid te geven nader overleg te plegen over een oplossing.
Nadat partijen vervolgens toestemming hebben gegeven om het nadere onderzoek ter zitting achterwege te laten, is het onderzoek gesloten na kennisname van de reacties van partijen.
2. Overwegingen
2.1. Wettelijk kader
2.1.1. Ingevolge artikel 1, onder a, van de Wok is het verboden gelegenheid te geven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, tenzij daarvoor ingevolge deze wet vergunning is verleend.
2.1.2. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Wok kan, tenzij deze wet anders bepaalt, voor een gelegenheid als in artikel 1, onder a, bedoeld vergunning worden verleend, indien deze gelegenheid wordt opengesteld uitsluitend ten einde met de opbrengst daarvan enig algemeen belang te dienen. De vergunning wordt verleend door burgemeester en wethouders van de gemeente waar de aanwijzing van de winnaars zal geschieden, indien de prijzen en premies gezamenlijk geen grotere waarde hebben dan € 4500 en bij een grotere waarde door Onze Minister van Justitie.
2.1.3. In artikel 2 van de Beleidsregels incidentele kansspelen en prijsvragen (hierna: Beleidsregels) is bepaald dat onder algemeen belang als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wok, niet wordt begrepen een particulier, individueel belang of een commercieel belang. In de nota van toelichting bij deze bepaling is aangegeven dat wanneer men een kansspel of prijsvraag wenst te organiseren om daarmee in algemene zin een inkomstenbron te creëren er geen sprake is van een algemeen belang, maar van een particulier of commercieel belang hetgeen op grond van de Wok niet is toegestaan.
2.2. Procesbelang
2.2.1. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst omdat de mogelijkheid leek te bestaan dat eiseres alsnog voor een kansspelvergunning in aanmerking zou kunnen komen. Partijen zijn daartoe in overleg getreden.
2.2.2. Bij brief van 7 januari 2009 heeft eiseres aan de rechtbank meegedeeld dat zij geen loterij meer zal gaan organiseren en dus van een kansspelvergunning afziet. Eiseres heeft daarbij gevraagd om toekenning van schadevergoeding. Bij brieven van 20 en 30 januari 2009 heeft verweerder hierop gereageerd.
2.2.3. De rechtbank is van oordeel dat eiseres nog belang heeft bij de beoordeling van haar beroep. Dit belang is gelegen in het verzoek om schadevergoeding.
2.3. Beoordeling
2.3.1. Eiseres heeft aangegeven dat de opbrengst van de door haar beoogde loterij zal worden afgedragen aan maximaal 500 goede doelen. Eiseres heeft daarbij als voorwaarde gesteld dat de goede doelen slechts als begunstigde van de loterij worden aangemerkt indien zij een abonnement op de kennisbank van eiseres hebben genomen. De kosten van een abonnement bedragen ten minste € 150,00 per jaar.
2.3.2. De rechtbank is met verweerder en anders dan eiseres van oordeel dat de loterij mede een particulier belang van eiseres dient, te weten het opbouwen van een ledenbestand op de kennisbank van eiseres. Dit betekent dat de loterij niet uitsluitend is opengesteld om met de opbrengst daarvan een algemeen belang te dienen.
2.3.3. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder op grond van artikel 3 van de Wok in samenhang met artikel 2 van de Beleidsregels terecht heeft besloten geen kansspelvergunning te verlenen. Het beroep is ongegrond.
2.3.4. Nu de rechtbank het beroep ongegrond verklaart, kan de rechtbank het verzoek om toekenning van een schadevergoeding niet toewijzen.
2.3.5. Voor een vergoeding van het griffierecht of een veroordeling van verweerder in de proceskosten ziet de rechtbank geen aanleiding.
3. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan op 24 juni 2009 door mr. H.P. Kijlstra, voorzitter, en
mrs. L.C. Bachrach en A.E.J.M. Gielen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Nicolai, griffier, en bekend gemaakt door verzending aan partijen op de hieronder vermelde datum.
De griffier, De voorzitter,
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan gedurende zes weken na toezending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te ’s-Gravenhage.
Afschrift verzonden op:
DOC: B
SB