ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ3922
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.P. Kijlstra
- L.C. Bachrach
- A.E.J.M. Gielen
- Rechtspraak.nl
Weigering van een kansspelvergunning op basis van het niet uitsluitend dienen van een algemeen belang
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 juni 2009 uitspraak gedaan in het geschil tussen de Stichting Nederland doet mee, eiseres, en de Minister van Justitie, verweerder, over de weigering van een kansspelvergunning. De aanvraag van eiseres voor een kansspelvergunning werd op 4 januari 2008 door verweerder afgewezen. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 7 april 2008 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 3 december 2008 ter zitting behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigden. Tijdens de zitting is het onderzoek geschorst om partijen de gelegenheid te geven om in overleg te treden over een mogelijke oplossing. Uiteindelijk hebben partijen besloten om het nadere onderzoek achterwege te laten, waarna het onderzoek werd gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de wetgeving omtrent kansspelen, met name de Wet op de kansspelen (Wok), vereist dat een kansspel uitsluitend ten goede komt aan een algemeen belang. Eiseres stelde dat de opbrengst van de loterij zou worden afgedragen aan goede doelen, maar de rechtbank oordeelde dat de loterij ook een particulier belang diende, namelijk het opbouwen van een ledenbestand voor haar kennisbank. Dit leidde tot de conclusie dat de loterij niet uitsluitend was opgezet om een algemeen belang te dienen.
Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een vergoeding van het griffierecht of een veroordeling van verweerder in de proceskosten. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.