ECLI:NL:RBAMS:2009:BH6634
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A.J. Peeters
- R.H.C. van Harmelen
- A.P. Schoonbrood-Wessels
- Rechtspraak.nl
Eindbeschikking in de bodemzaak tussen OAO ROSNEFT OIL COMPANY en OAO YUKOS OIL COMPANY met betrekking tot beslag en kostenverdeling
In deze bodemzaak, die op 12 februari 2009 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, stonden verschillende partijen tegenover elkaar, waaronder OAO Rosneft Oil Company en OAO Yukos Oil Company. De zaak betreft een procedure ex artikel 474g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin de rechtbank eerder op 28 augustus 2008 beslissingen had genomen. De rechtbank ontving op 28 januari 2009 brieven van de advocaten van de betrokken partijen, waarin werd aangegeven dat Rosneft niet langer partij wenste te zijn in de procedures. Dit leidde tot het verval van de door Rosneft gelegde beslagen, aangezien zij haar verzoeken had ingetrokken. De rechtbank oordeelde dat, behoudens de kosten van de notaris en deurwaarder, er geen verdere beslissingen meer genomen hoefden te worden in deze zaken. De kosten van de deskundigen werden vastgesteld en de rechtbank bepaalde dat Rosneft en Moravel hoofdelijk verantwoordelijk waren voor de kosten van de deurwaarder en notaris. De rechtbank concludeerde dat de kosten gelijkelijk verdeeld moesten worden over de drie gevoegde zaken, waarbij Rosneft een groter aandeel diende te betalen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer onder leiding van voorzitter J.A.J. Peeters, met de rechters R.H.C. van Harmelen en A.P. Schoonbrood-Wessels. De beschikking werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.