ECLI:NL:RBAMS:2008:BH7354
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter-commissaris in strafzaak wegens vermeende schending van hoor en wederhoor
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 november 2008 uitspraak gedaan over een mondeling verzoek tot wraking van mr. [X], rechter-commissaris, ingediend door verzoeker, die verdachte is in een strafzaak. Het wrakingsverzoek is gebaseerd op de stelling dat de rechter-commissaris geen hoor en wederhoor heeft toegepast en daardoor haar rechterlijke onpartijdigheid heeft geschaad. Verzoeker stelt dat de rechter hem rauwelijks in bewaring heeft gesteld zonder hem daarover te horen, terwijl de rechter-commissaris beweert dat zij enkel de mogelijkheid tot inbewaringstelling heeft besproken. De rechtbank kan niet vaststellen wat de exacte gang van zaken op de zitting van 13 oktober 2008 is geweest. De rechtbank benadrukt dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een vooringenomenheid kunnen rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de gang van zaken en de beslissingen van de rechter-commissaris niet zo onbegrijpelijk zijn dat er sprake kan zijn van vooringenomenheid. Daarom wordt het wrakingsverzoek als ongegrond afgewezen.