beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
320964 / HA RK 05-0568, 332975 / HA RK 06-0018 en 380252 / HA RK 07-0583
Beschikking van 28 augustus 2008
in de zaak 320964 / HA RK 05-0568
de vennootschap naar Russisch recht OAO ROSNEFT OIL COMPANY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
v e r z o e k s t e r,
procureur: mr. M. Deckers,
1. de vennootschap naar Russisch recht OAO YUKOS OIL COMPANY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
procureurs: mr. P.N. van Regteren Altena en mr. R.J. van Galen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid YUKOS FINANCE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
procureurs: mr. D.J. Oranje en mr. R.J. van Galen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid YUKOS INTERNATIONAL UK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
procureur: mr. R.J. van Galen,
4. de stichting STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR YUKOS INTERNATIONAL,
gevestigd te Amsterdam,
procureur: mr. R.J. van Galen,
5. de vennootschap naar vreemd recht MORAVEL INVESTMENT LIMITED,
gevestigd te Limassol (Cyprus),
procureur: mr. A.A.H.J. Huizing,
v e r w e e r s t e r s,
6. Eduard Konstantinovic REBGUN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de vennootschap naar Russisch recht OAO YUKOS OIL COMPANY,
wonende te Moskou (Russische Federatie),
procureur: mr. P.N. van Regteren Altena,
7. de rechtspersoon naar het recht van Luxemburg YUKOS CAPITAL S.A.R.L.,
gevestigd te Luxemburg (Luxemburg),
procureur: mr. R.J. van Galen,
8. de vennootschap naar vreemd recht GLENDALE GROUP LIMITED,
gevestigd te Road Town, Tortola (British Virgin Islands),
procureur: mr. P.C. Veerman,
9. de vennootschap naar Russisch recht OOO PROMNEFTSTROY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
procureur: mr. D.J. Oranje,
b e l a n g h e b b e n d e n,
in de zaak 332975 / HA RK 06-0018
de vennootschap naar vreemd recht MORAVEL INVESTMENT LIMITED,
gevestigd te Limassol (Cyprus),
v e r z o e k s t e r,
procureur: mr. A.A.H.J. Huizing,
1. de vennootschap naar Russisch recht OAO YUKOS OIL COMPANY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
procureurs: mr. P.N. van Regteren Altena en mr. R.J. van Galen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid YUKOS FINANCE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
procureurs: mr. D.J. Oranje en mr. R.J. van Galen,
3. Eduard Konstantinovic REBGUN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de vennootschap naar Russisch recht OAO YUKOS OIL COMPANY,
wonende te Moskou (Russische Federatie),
procureur: mr. P.N. van Regteren Altena,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid YUKOS INTERNATIONAL UK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
procureur: mr. R.J. van Galen,
5. de stichting STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR YUKOS INTERNATIONAL,
gevestigd te Amsterdam,
procureur: mr. R.J. van Galen,
6. de vennootschap naar Russisch recht OAO ROSNEFT OIL COMPANY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
procureur: mr. M. Deckers,
7. de rechtspersoon naar het recht van Luxemburg YUKOS CAPITAL S.A.R.L.,
gevestigd te Luxemburg (Luxemburg),
procureur: mr. R.J. van Galen,
8. de vennootschap naar vreemd recht GLENDALE GROUP LIMITED,
gevestigd te Road Town, Tortola (British Virgin Islands),
procureur: mr. P.C. Veerman,
9. de vennootschap naar Russisch recht OOO PROMNEFTSTROY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
procureur: mr. D.J. Oranje,
b e l a n g h e b b e n d e n,
en in de zaak 380252 / HA RK 07-0583
de vennootschap naar Russisch recht OAO ROSNEFT OIL COMPANY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
v e r z o e k s t e r,
procureur: mr. M. Deckers,
1. Eduard Konstantinovic REBGUN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de vennootschap naar Russisch recht OAO YUKOS OIL COMPANY,
wonende te Moskou (Russische Federatie),
procureur: mr. P.N. van Regteren Altena,
2. de vennootschap naar Russisch recht OAO YUKOS OIL COMPANY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
procureurs: mr. P.N. van Regteren Altena en mr. R.J. van Galen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid YUKOS FINANCE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
procureur: mr. D.J. Oranje en mr. R.J. van Galen,
4. de stichting STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR YUKOS INTERNATIONAL,
gevestigd te Amsterdam,
procureur: mr. R.J. van Galen,
5. de vennootschap naar vreemd recht MORAVEL INVESTMENT LIMITED,
gevestigd te Limassol (Cyprus),
procureur: mr. A.A.H.J. Huizing,
v e r w e e r s t e r s,
6. de rechtspersoon naar het recht van Luxemburg YUKOS CAPITAL S.A.R.L.,
gevestigd te Luxemburg (Luxemburg),
procureur: mr. R.J. van Galen,
7. de vennootschap naar vreemd recht GLENDALE GROUP LIMITED,
gevestigd te Road Town, Tortola (British Virgin Islands),
procureur: mr. P.C. Veerman,
8. de vennootschap naar Russisch recht OOO PROMNEFTSTROY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
procureur: mr. D.J. Oranje,
b e l a n g h e b b e n d e n.
Verder verloop van de procedure
In de zaken 320964 / HA RK 05-0568, 332975 / HA RK 06-0018 en 380252 / HA RK 07-0583
1.1. Bij beschikking van 21 februari 2008 heeft de rechtbank een aantal beslissingen gegeven.
1.2. Vervolgens heeft de rechtbank de brieven ontvangen, opgesomd in de brief van de griffier aan de procureurs van 13 juni 2008.
1.3. Op 20 juni 2008 is een mondelinge behandeling gehouden. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt.
1.4. De beschikking is nader bepaald op heden. De griffier heeft partijen en belanghebbenden van de nadere datum in kennis gesteld.
In de zaken 320964 / HA RK 05-0568, 332975 / HA RK 06-0018 en 380252 / HA RK 07-0583
2.1. Yukos Universal Limited (hierna: Yukos Universal), gevestigd te Douglas (Isle of Man) en Hulley Enterprises Limited (hierna: Hulley Enterprises), gevestigd te Nicosia (Cyprus), voor wie als procureur optreedt mr. A.A.H.J. Huizing, verzoeken te worden toegelaten als belanghebbenden.
2.2. De rechtbank overweegt als volgt. Yukos Universal, Hulley Enterprises, partijen en belanghebbenden zijn het erover eens dat Yukos Oil naar Russisch recht op 19 november 2007, de dag waarop haar faillissement naar Russisch recht is geëindigd, is opgehouden te bestaan. Yukos Universal, Hulley Enterprises, partijen en belanghebben stellen niet dat dit gegeven naar Nederlands recht in de weg staat aan verkoop, ten laste van Yukos Oil, van de in beslag genomen aandelen in Yukos Finance. De rechtbank volgt hen daarin.
Yukos Universal en Hulley Enterprises stellen dat zij aandelen houden in Yukos Oil. Partijen en belanghebbenden betwisten deze stelling niet. Yukos Universal en Hulley Enterprises stellen verder dat zij als aandeelhouders van Yukos Oil, althans als ‘nabestaanden’ van Yukos Oil als bedoeld in de beschikking van 1 februari 2007, onder 11.3.7, (uiteindelijk) medegerechtigd zijn tot het eventueel – na voldoening van de bij de Nederlandse executie betrokken schuldeisers – resterende deel van de opbrengst van de verkoop van de onderhavige aandelen. Partijen en belanghebbenden betwisten deze stellingen niet, althans niet voldoende gemotiveerd. Een en ander leidt tot de slotsom dat Yukos Universal en Hulley Enterprises als belanghebbenden dienen te worden toegelaten.
In de zaak 320964 / HA RK 05-0568
3.1. Bij in zoverre uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in kort geding van 6 maart 2008 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank in de zaak 389897 / KG ZA 08-174 van Yukos Finance (procureur: mr. Van Galen), Stichting AK en Yukos International als eiseressen, Moravel als gevoegde partij aan de zijde van eiseressen, en Rosneft, Yukos Oil en Promneftstroy als gedaagden onder meer het volgende beslist:
“heft op het door (de rechtsvoorganger van) Rosneft op 26 april 2005 gelegde beslag ten laste van Yukos Oil op de aandelen in Yukos Finance ter zake van de bankenvordering, dat krachtens de beschikking van deze rechtbank van 1 juli 2005 is overgegaan in een executoriaal beslag”.
3.2. De voorzieningenrechter, die Yukos Finance, Stichting AK en Yukos International gezamenlijk Yukos Nederland noemt, heeft daartoe overwogen:
2.14. Een consortium van internationale banken had (…) een vordering op Yukos Oil van circa USD 480 miljoen (hierna: de bankenvordering). Het consortium heeft in verband met deze vordering op 26 april 2005 conservatoir beslag gelegd voor USD 600 miljoen op de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance.
2.15. In verband met deze vordering heeft het consortium twee vonnissen verkregen van de High Court in Londen, zijnde de vonnissen van 17 en 24 juni 2005. In het vonnis van 17 juni 2005 is Yukos Oil tot het volgende veroordeeld:
1. The defendant (Yukos Oil, vzr.) do forthwith pay to the Claimants (het consortium, vzr.) the sum of US $ 472,787,663.10 together with interest thereon up to 29 April 2005 in the further sum of US $ 5,060,769.64 together with further interest thereon from 29 April 2005 to be assessed if not agreed;
2. The Defendant do pay the Claimants’ cost of and occasioned by these proceedings to be subject to detailed assessment if not agreed.’
En in het vonnis van 24 juni 2005:
1. The further interest for the period 29 april 2005 to 17 june 2005 referred to in the Order in these proceedings dated 17 june 2005 be assessed in the sum of US $ 4,398,373.54
2. The Defendant do forthwith pay the said further sum of US $ 4,398,373.54 to the Claimants.
3. The Defendant be refused permission to appeal the Judgment/Order; and
4. The Defendant be refused a stay of the Judgment/Order.’
2.16. Bij beschikking van 1 juli 2005 van deze rechtbank zijn voornoemde vonnissen uitvoerbaar bij voorraad in Nederland verklaard, op grond van artikel 38 van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Voornoemd conservatoir beslag van 26 april 2005 is hierdoor overgegaan in een executoriaal beslag.
2.17. De bankenvordering is op 14 maart 2006 overgedragen aan Rosneft in verband met de koopovereenkomst van 13 december 2005. De bankenvordering is ingediend in het Russische faillissement, erkend en de in de vonnissen genoemde bedragen zijn volledig voldaan.
2.18. Onder de stukken bevindt zich een brief van mr. Deckers aan mr. Van Galen van 16 januari 2008, die verwijst naar een bijlage waarin – kort gezegd – staat dat de resterende vordering van Rosneft op Yukos Oil in verband met de bankenvordering USD 38.481,040,74 aan niet-betaalde rente bedraagt vanaf de faillissementsdatum tot aan de dag van betaling.
5.4. Yukos Nederland heeft opheffing gevorderd van het executoriale beslag van Rosneft ten laste van Yukos Oil op de aandelen in Yukos Finance ter zake van de bankenvordering. Niet betwist is dat de hoofdsom alsmede de rente tot de faillissementsdatum van Yukos Oil geheel is betaald in het Russische faillissement. Dat het Russische faillissementsvonnis niet erkend is in Nederland, doet er niet aan af dat de bedragen betaald en behouden zijn. Partijen verschillen van mening over de vraag of de executoriale titel zich uitstrekt over de rente van na de faillissementsdatum. Onvoldoende aannemelijk is dat dit het geval is. In de uitspraak van de High Court in Londen van 17 juni 2005 is de rente bepaald en toegewezen tot 29 april 2005. Verder is bepaald dat de nog overeen te komen dan wel vast te stellen rente dient te worden voldaan. Deze is in het vonnis van 24 juni 2005 vastgesteld op USD 4.398.373,54 voor de periode van 29 april 2005 tot 17 juni 2005. Hieruit blijkt niet dat de rente is toegewezen voor de periode vanaf 17 juni 2005 tot aan de dag der algehele voldoening, laat staan hoe deze rente zou moeten worden berekend. Thans is er derhalve geen executoriale titel in Nederland voor de rente van na het faillissement. Het ondanks de volledige voldoening handhaven van het executoriale beslag levert misbruik van recht op. Het executoriale beslag ter zake van de bankenvordering dient derhalve te worden opgeheven.
5.5. Er is geen grond voor de door Rosneft verzochte schorsing van deze executoriale titel in afwachting van een in Engeland aanhangig te maken procedure voor de rente van na de faillissementsdatum. Een dergelijke schorsing is strijdig met het (beslag)systeem van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Of er (nog) een rentevordering bestaat vanaf de datum van het faillissement zal immers moeten worden vastgesteld. Zolang dat niet is gebeurd kan slechts conservatoir beslag worden gelegd. Rosneft heeft hiervoor reeds een verzoek ingediend. Hiervoor wordt verwezen naar het beslagrekest in de procedure onder nummers 390987 RK 08-493. Dit conservatoire beslag zal worden toegestaan in afwachting van de uitslag van de in Engeland aanhangig te maken procedure. Partijen zijn weliswaar verdeeld over de vraag hoe naar Engels recht op deze vordering zal worden beslist, maar op de stelling van Yukos Nederland dat de Engelse rechter deze vordering zal afwijzen, gelet op de Russische faillissementsprocedure, kan niet worden vooruitgelopen. De stelling dat in het Russische faillissement bedragen onverschuldigd zijn betaald en dat deze moeten worden verrekend met een eventuele rentevordering, leent zich niet voor behandeling in kort geding. Rosneft heeft derhalve haar vordering terzake de na de faillissementsdatum vervallen rente voldoende aannemelijk gemaakt om het verlof tot het leggen van conservatoir beslag voor deze vordering te kunnen verlenen”.
3.3. Het hiervoor onder 3.1 en 3.2 weergegeven deel van het vonnis van de voorzieningenrechter van 6 maart 2008 betreft het in de beschikking in de onderhavige procedure van 29 september 2005, onder 1.f, vermelde beslag van aanvankelijk BNP Paribas c.s., thans Rosneft, op de door Yukos Oil gehouden aandelen in Yukos Finance. Dat beslag is gevolgd door het onderhavige verzoek aan de rechtbank bij beschikking te bepalen dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan.
3.4. In de aanloop naar en tijdens de mondelinge behandeling van 20 juni 2008 heeft Rosneft medegedeeld dat zij hoger beroep heeft ingesteld tegen het hiervoor onder 3.1 en 3.2 gedeeltelijk weergegeven vonnis van de voorzieningenrechter van 6 maart 2008. Haar grieven richten zich, zo heeft zij medegedeeld, uitsluitend tegen het hiervoor onder 3.1 en 3.2 weergegeven deel van dat vonnis.
Rosneft stelt dat de voorzieningenrechter haar beslag ten onrechte heeft opgeheven omdat naar Engels recht een veroordeling tot betaling van een bepaalde hoofdsom als die van 17 juni 2005 mede de rente daarover tot de dag van betaling omvat, ook wanneer dat niet met zoveel woorden in het vonnis is vermeld. Rosneft heeft, zo stelt zij, nog rente van Yukos Oil te vorderen vanaf 1 augustus 2006, de datum waarop Yukos Oil in staat van faillissement is verklaard, en in zoverre recht op en belang bij handhaving van haar beslag.
3.5. Met betrekking tot deze betwiste stelling overweegt de rechtbank als volgt. De uitvoerbaarverklaring in Nederland van 1 juli 2005 (zie de beschikking van 29 september 2005, onder 1.l) heeft betrekking op de Court Orders van de High Court of Justice, Chancery Division, te Londen (Verenigd Koninkrijk) in Nederland. Het aan de Court Orders ten grondslag liggende Engelse vonnis is bij die beschikking in Nederland niet uitvoerbaar verklaard. Het standpunt van Rosneft veronderstelt dus dat de rente vanaf 1 augustus 2006 valt onder de in Nederland uitvoerbaar verklaarde Court Orders, ook al is de verschuldigdheid van die rente daarin niet met zoveel woorden vermeld. Rosneft wenst aldus dat een ruime uitleg wordt gegeven aan de reikwijdte van de in Nederland verkregen titel. Zij kan daarin alleen dan worden gevolgd, wanneer gezien artikel 38 EEX-Verordening moet worden geoordeeld dat de in Nederland verkregen uitvoerbaarverklaring van de Court Orders mede de rente vanaf 1 augustus 2006 omvat. Dit doet zich voor, indien de in Nederland uitvoerbaar verklaarde Court Orders mede betrekking hebben op de rente vanaf 1 augustus 2006. Of dit het geval is, wordt bepaald door de lexi fori, oftewel het Engelse recht.
3.6. De rechtbank zal Rosneft, conform haar aanbod, in de gelegenheid stellen haar standpunt schriftelijk nader toe te lichten en te onderbouwen, mede naar aanleiding van hetgeen de overige partijen en belanghebbenden op dit punt hebben aangevoerd. De rechtbank wenst meer inzicht in de mogelijkheid dat het thans bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis opgeheven beslag van Rosneft herleeft door vernietiging in hoger beroep van dat vonnis (hetgeen tot gevolg zou kunnen hebben dat de onderhavige procedure dient te worden voortgezet).
De zaak zal tot dit doeleinde worden verwezen naar de (interne) rekestenrol van 25 september 2008. De overige partijen en belanghebbenden zullen vervolgens in de gelegenheid worden gesteld schriftelijk te reageren op de nadere toelichting en onderbouwing van Rosneft. De zaak zal daartoe op 25 september 2008 worden verwezen naar de (interne) rekestenrol van 23 oktober 2008.
Partijen en belanghebbenden kunnen in hun nadere stukken tevens aangeven of zij al dan niet een nadere mondelinge behandeling wensen.
In de zaak 332975 / HA RK 06-0018
4.1. Vaststaat dat Yukos International de onderhavige schuld van Yukos Oil aan Moravel heeft voldaan.
4.2. Yukos Finance (procureur: mr. Van Galen), Stichting AK, Yukos International en Moravel stellen dat Yukos International als gevolg van die betaling is gesubrogeerd in de rechten van Moravel als schuldeiser, als beslaglegger en als partij in de onderhavige procedure. Yukos International wenst die rechten te handhaven totdat de hiervoor onder 3.1 vermelde opheffing van het beslag van Rosneft onherroepelijk is geworden.
4.3. De rechtbank overweegt het volgende. Nu de hiervoor onder 3.1 vermelde opheffing van het beslag van Rosneft nog niet onherroepelijk is geworden, dient de gestelde subrogatie van Yukos International in de rechten van Moravel nader te worden onderzocht. Yukos Finance, Stichting AK en Yukos International hebben hun standpunt eerst tijdens de mondelinge behandeling van 20 juni 2008, en dan nog slechts summier, toegelicht en onderbouwd. De rechtbank zal hen daarom in de gelegenheid stellen hun standpunt schriftelijk nader toe te lichten en te onderbouwen, mede naar aanleiding van hetgeen de overige partijen en belanghebbenden op dit punt hebben aangevoerd.
De zaak zal tot dit doeleinde worden verwezen naar de (interne) rekestenrol van 25 september 2008. De overige partijen en belanghebbenden zullen vervolgens in de gelegenheid worden gesteld schriftelijk te reageren op de nadere toelichting en onderbouwing van Yukos Finance, Stichting AK en Yukos International. De zaak zal daartoe op 25 september 2008 worden verwezen naar de (interne) rekestenrol van 23 oktober 2008.
Partijen en belanghebbenden kunnen in hun nadere stukken tevens aangeven of zij al dan niet een nadere mondelinge behandeling wensen.
In de zaak 380252 / HA RK 07-0583
5.1. Bij het hiervoor onder 3.1 reeds vermelde, ook in zoverre uitvoerbaar verklaarde vonnis in kort geding van 6 maart 2008 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank in de zaak 389897 / KG ZA 08-174 van Yukos Finance (procureur: mr. Van Galen), Stichting AK en Yukos International als eiseressen, Moravel als gevoegde partij aan de zijde van eiseressen, en Rosneft, Yukos Oil en Promneftstroy als gedaagden tevens onder meer het volgende beslist:
“heft op het door Rosneft op 22 mei 2007 gelegde executoriale beslag ten laste van Yukos Oil op de aandelen in Yukos Finance ter zake van de Commission Agreement-vordering”.
5.2. Het hiervoor onder 5.1 weergegeven deel van het vonnis van de voorzieningenrechter van 6 maart 2008 betreft het beslag van Rosneft op de door Yukos Oil gehouden aandelen in Yukos Finance dat is voorafgegaan aan het in de beschikking in de onderhavige procedure van 20 december 2007, onder 3, vermelde verzoek aan de rechtbank bij beschikking te bepalen dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan.
5.3. Zoals hiervoor onder 3.4 reeds is vermeld, richten de grieven van Rosneft in het door haar ingestelde hoger beroep zich niet tegen het hiervoor onder 5.1 weergegeven deel van het vonnis van de voorzieningenrechter van 6 maart 2008. Daarmee staat vast dat het onderhavige beslag onherroepelijk is opgeheven.
5.4. Bij afwezigheid van een corresponderend beslag op de onderhavige aandelen kan het onderhavige verzoek van Rosneft niet worden toegewezen.
In de zaak 320964 / HA RK 05-0568
6. Met betrekking tot de kosten van de deskundigen [A] en [B] overweegt de rechtbank als volgt. Het verweer dat partijen de voorwaarden van de deskundigen met betrekking tot vrijwaring en aansprakelijkheidsbeperking niet hebben aanvaard en het deskundigenonderzoek geen doorgang heeft gevonden, doet niet af aan de verschuldigdheid van de onderhavige kosten. De (destijds met instemming van alle toenmalige partijen en belanghebbenden benoemde) deskundigen hebben de opgegeven kosten gemaakt om te de hoogte van het voorschot op te geven en te beoordelen of zij voorwaarden met betrekking tot vrijwaring en aansprakelijkheidsbeperking aan de aanvaarding van de benoeming wensten te verbinden en, zo ja, welke voorwaarden. De stelling dat de deskundigen hadden moeten wachten met het maken van kosten totdat duidelijk was dat hun voorwaarden waren aanvaard, miskent dat de deskundigen werkzaamheden moeten kunnen verrichten om de hoogte van het voorschot op te geven en te beoordelen of zij voorwaarden wensen te stellen aan de aanvaarding van de benoeming. Nu tegen de omvang van de kosten overigens geen verweer is gevoerd, zullen de deskundigenkosten thans provisioneel ten laste van Rosneft als verzoekster worden begroot op € 17.000,00 exclusief 6% kantoorkosten en omzetbelasting ten aanzien van [A] en € 15.000,00 exclusief omzetbelasting ten aanzien van [B]. Omtrent de proceskostenveroordeling, daaronder begrepen de deskundigenkosten, zal te zijner tijd bij eindbeschikking worden beslist.
In de zaak 320964 / HA RK 05-0568, in de zaak 332975 / HA RK 06-0018 en in de zaak 380252 / HA RK 07-0583:
7.1. De rechtbank brengt in herinnering dat in de beschikking van 20 december 2007 is bepaald dat de kosten van de executie voor rekening van Moravel en Rosneft komen totdat zij die op de opbrengst van de verkochte aandelen kunnen verhalen.
7.2. Moravel en Rosneft zullen hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van de bij de beschikking van 20 december 2007 benoemde deurwaarder [C] (tot heden € 2.499,00 inclusief omzetbelasting) en de bij de beschikking van 21 februari 2008 benoemde notaris [D] (tot heden € 55.399,75 inclusief omzetbelasting).
Met betrekking tot de kosten van de notaris overweegt de rechtbank dat artikel 474g lid 3 Rv bepaalt dat zij in haar beschikking zal bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht dienen te geschieden. Naar het oordeel van de rechtbank laat deze bepaling haar de mogelijkheid om, waar zij dat noodzakelijk acht (zoals in de onderhavige gevallen), een notaris te benoemen om de veiling te leiden en zorg te dragen voor een ordelijk verloop van die veiling. Partijen en belanghebbenden hebben aanvankelijk ook geen bezwaar gemaakt tegen de benoeming van een notaris tot dat doel. Wel is bezwaar gemaakt tegen de aanvankelijk benoemde notaris; deze is daarop vervangen.
Met betrekking tot de hoofdelijkheid overweegt de rechtbank dat de inschakeling van de deurwaarder en de notaris in alle drie zaken even noodzakelijk was en dat hun kosten redelijkerwijs niet kunnen worden uitgesplitst. Die kosten zijn dan ook in elke zaak in volle omvang het gevolg van het indienen van het verzoek als bedoeld in artikel 474g Rv.
8. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
in de zaak 320964 / HA RK 05-0568, in de zaak 332975 / HA RK 06-0018 en in de zaak 380252 / HA RK 07-0583:
- laat Yukos Universal en Hulley Enterprises toe als belanghebbenden;
in de zaak 320964 / HA RK 05-0568:
- verwijst de zaak naar de (interne) rekestenrol van 25 september 2008 voor het hiervoor onder 3.6 vermelde doeleinde;
- veroordeelt Rosneft aan de deskundige [A] te voldoen € 17.000,00 exclusief 6% kantoorkosten en omzetbelasting;
- veroordeelt Rosneft aan de deskundige [B] te voldoen € 15.000,00 exclusief omzetbelasting;
in de zaak 332975 / HA RK 06-0018:
- verwijst de zaak naar de (interne) rekestenrol van 25 september 2008 voor het hiervoor onder 4.3 vermelde doeleinde;
in de zaak 320964 / HA RK 05-0568, in de zaak 332975 / HA RK 06-0018 en in de zaak 380252 / HA RK 07-0583:
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Gegeven door mrs. J.A.J. Peeters, voorzitter, G. de Groot en A.P. Schoonbrood-Wessels, rechters, en uitgesproken op 28 augustus 2008 in tegenwoordigheid van mr. A.A.J. Wissink als griffier.