ECLI:NL:RBAMS:2008:BH5615

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
393446
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van auteursrechten door stichting aan vereniging

In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Amsterdam op 24 december 2008, staat de stichting Stichting ter Incasso van Commercial Kabelgelden (Tick) tegenover de Vereniging ter Exploitatie van Vertoningsrechten op Audiovisueel Materiaal (Vevam). Tick vordert betaling van achterstallige vergoedingen op basis van een vaststellingsovereenkomst die in 2002 tussen beide partijen is gesloten. De vordering betreft een bedrag van EUR 166.484,40 voor het jaar 2006 en EUR 169.481,12 voor het jaar 2007, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Vevam verweert zich door te stellen dat Tick niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat zij geen repartitie toepast onder de rechthebbenden en dus niet als rechtspersoon in de zin van artikel 26a Auteurswet kan worden aangemerkt. Daarnaast stelt Vevam dat de vaststellingsovereenkomst vernietigbaar is wegens doeloverschrijding, omdat Tick volgens Vevam de belangen van grote reclamebureaus behartigt, terwijl Vevam de belangen van individuele auteurs en producenten behartigt.

De rechtbank oordeelt dat het verweer van Vevam niet opgaat. Artikel 26a Auteurswet legt Tick niet de verplichting op om de geïnde gelden aan individuele auteursrechthebbenden af te dragen. De rechtbank stelt vast dat Tick onder de werkingssfeer van artikel 26a Auteurswet valt, ongeacht het feit dat zij geen repartitie toepast. Bovendien faalt het verweer van Vevam met betrekking tot de vernietigbaarheid van de vaststellingsovereenkomst. De rechtbank concludeert dat Vevam de vaststellingsovereenkomst moet nakomen en veroordeelt haar tot betaling van de gevorderde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De proceskosten aan de zijde van Tick worden begroot op EUR 8.855,80. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 393446 / HA ZA 08-854
Vonnis van 24 december 2008
in de zaak van
de stichting
STICHTING TER INCASSO VAN COMMERCIAL KABELGELDEN,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. R.S. Le Poole,
tegen
de vereniging
VERENIGING TER EXPLOITATIE VAN VERTONINGSRECHTEN OP AUDIOVISUEEL MATERIAAL,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. E.J. Ruitenberg.
Partijen zullen hierna Tick en Vevam genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 maart 2008;
- de akte houdende overlegging producties van 19 maart 2008 van de zijde van Tick;
- de conclusie van antwoord, met bewijsstukken;
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 11 juni 2008, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen die op 25 september 2008 heeft plaatsgevonden, met de daarin vermelde stukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Tick is een stichting die namens de auteursrechthebbenden commercial kabelgelden incasseert in verband met de gelijktijdige, integrale en ongewijzigde doorgifte van door televisie-uitzending openbaargemaakte commercials.
2.2. Tick past geen repartitie toe onder de rechthebbenden. In plaats daarvan wordt de aan Tick uit te keren vergoeding aangewend voor projecten die passen bij de doelstellingen van Tick. De doelomschrijving van Tick is neergelegd in artikel 2 van haar statuten. Vóór 3 november 2003 luidde deze als volgt:
‘Het behartigen van de belangen van producenten van commercials die lid zijn van de Vereniging der Verenigde Commercial Producenten (VCP) en van de belangen van de communicatie-adviesbureaus die lid zijn van de vereniging VEA/Vereniging van Communicatie Adviesbureaus in verband met de gelijktijdige, integrale en ongewijzigde doorgifte van door televisie-uitzending openbaargemaakte commercial […]’.
2.3. Bij akte van 3 november 2003 heeft Tick haar statuten gewijzigd. De doelomschrijving luidt thans als volgt:
‘De stichting heeft ten doel het behartigen van de belangen van de auteursrechthebbenden van televisiecommercials in verband met de gelijktijdige, ongewijzigde en onverkorte doorgifte van televisiecommercials via de kabel, en voorts alles wat daarmede in de meest uitgebreide zin des woords verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.’
2.4. Vevam is een vereniging met als doel de bevordering van de geestelijke en stoffelijke belangen van schrijvers, regisseurs en producenten, in het bijzonder met betrekking tot filmauteursrechten. De statuten van Vevam luiden, voor zover van belang, als volgt:
‘[…]
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 2
[…]
d. producent: hier, anders dan de definitie in de auteurswet, de natuurlijke persoon die, al dan niet in dienst van of ten behoeve van een ander, verantwoordelijk is voor de totstandkoming van een film met het oog op de exploitatie daarvan;
[…]
DOEL EN MIDDELEN
Artikel 3
Het doel van de vereniging is de bevordering van de geestelijke en stoffelijke belangen van schrijvers, regisseurs en producenten, in het bijzonder met betrekking tot de filmauteursrechten, met uitzondering van enig winstbejag voor de vereniging zelf.
[…]
LEDEN
Artikel 5
1. a. Ieder lid wordt ingedeeld bij één categorie van lidmaatschap.
b. Er zijn tenminste drie categorieën van lidmaatschap: schrijvers, regisseurs en
producenten. In het bestuur worden deze categorieën gelijkelijk vertegenwoordigd.
c. Het lidmaatschap van de vereniging staat slechts open voor natuurlijke personen die
tot een van deze categorieën behoren.
[…]
2. Schrijvers, regisseurs en producenten kunnen lid van de vereniging zijn indien zij, hetzij rechtstreeks hetzij via een rechtspersoon of maatschap of vennootschap onder firma waarin zij hun auteursrechten hebben ingebracht, de filmauteursrechten op al hun werk, voorzover overdraagbaar, geheel en zonder enig voorbehoud voor de hele wereld aan de vereniging overdragen.
[…]’
2.5. Tick en Vevam hebben in december 2002 een vaststellingsovereenkomst (hierna: de vaststellingsovereenkomst) gesloten. In de vaststellingsovereenkomst zijn, voor zover van belang de volgende bepalingen opgenomen.
‘[…]
Partijen zijn het volgende overeengekomen:
1. VEVAM zal met ingang van 1 januari 2001 jaarlijks een afkoopsom van EUR 160.000,00 (vanaf 1 januari 2004 jaarlijks te indexeren met het consumenten indexcijfer) exclusief BTW aan TICK voldoen.
[…]
4. De betalingen over 2002 en de daaropvolgende jaren zullen steeds jaarlijks op 1 maart opvolgend op het desbetreffende kalenderjaar door Vevam aan Tick voldaan worden door overmaking naar bankrekeningnummer 50.55.83.372 ten name van Tick te Baarn onder vermelding van “vaststellingsovereenkomst”.
[…]
7. Tick zal Vevam vrijwaren tegen eventuele auteursrechtelijke claims van derden vanwege doorgifte via de kabel van via de Nederlandse publieke omroepen uitgezonden Televisiecommercials.’
[…]’
2.6. Bij brief van 19 december 2005 heeft Vevam aan Tick medegedeeld dat zij de vaststellingsovereenkomst niet zal voorzetten.
3. Het geschil
3.1. Tick vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Vevam tot:
- betaling aan Tick van EUR 166.484,40, vermeerderd met de wettelijke rente over dit
bedrag vanaf 1 maart 2007 tot aan de dag van betaling,
- betaling aan Tick van EUR 169.481,12, vermeerderd met de wettelijke rente over dit
bedrag vanaf 1 maart 2008 tot aan de dag van betaling,
- betaling aan Tick van EUR 2.511,43 ter vergoeding van de buitengerechtelijke kosten die
zij heeft moeten maken ter incasso van haar vorderingen,
- betaling aan Tick van de kosten van de procedure.
3.2. Tick stelt daartoe - kort gezegd - dat Vevam de op grond van de vaststellingsovereenkomst verschuldigde vergoeding over het jaar 2006 ten bedrage van EUR 166.484,40 en de vergoeding over het jaar 2007 ten bedrage van EUR 169.481,12 ten onrechte niet heeft voldaan. Tick vordert aldus nakoming van de vaststellingsovereenkomst.
3.3. Vevam verweert zich - samengevat- met de stelling dat Tick niet-ontvankelijk is in haar vordering omdat zij niet als een rechtspersoon in de zin van artikel 26a Auteurswet kan worden aangemerkt en voorts met de stelling dat de vaststellingsovereenkomst vernietigbaar is in verband met doeloverschrijding in de zin van artikel 2:7 Burgerlijk Wetboek (BW). Het toenmalige bestuur van Vevam is de vaststellingsovereenkomst met Tick aangegaan, terwijl dit in strijd was met haar toenmalige doelstelling. Vevam behartigt namelijk volgens de statuten (opgenomen onder 2.4) de belangen van regisseurs, scenaristen en producenten, zijnde natuurlijke personen, terwijl Tick heel andere belangen behartigt, namelijk die van grote reclamebureaus en commercialproducenten. Met één blik op de statuten van Vevam had Tick kunnen begrijpen dat er bij Vevam sprake was van doeloverschrijding. Ook uit de omstandigheid dat Tick de vaststellingsovereenkomst is aangegaan met Vevam in plaats van SEKAM/AGICOA, welke volgens haar homepage www.sekam.org de organisatie is die de verdeling van kabelgelden onder bedrijven verzorgt, wist Tick of had zij in elk geval moeten beseffen dat er sprake was van doeloverschrijding, aldus steeds Vevam.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Vevam verweert zich primair met de stelling dat zij de vaststellingsovereenkomst niet hoeft na te komen omdat Tick geen repartitie onder de rechthebbenden toepast en dus wel op papier maar niet feitelijk kwalificeert als een rechtspersoon in de zin van artikel 26a Auteurswet. Tick zou daarom volgens Vevam niet-ontvankelijk zijn in haar vordering. Dit verweer gaat niet op. Hetgeen is bepaald in artikel 26a Auteurswet legt Tick niet de verplichting op de door haar geïnde gelden ook aan individuele auteursrechthebbenden af te dragen. Zoals Tick terecht stelt, volgt uit artikel 26a Auteurswet niet de wijze waarop geïnde gelden aan belanghebbenden beschikbaar moeten worden gesteld. Tick valt gezien de doelomschrijving in haar statuten (opgenomen onder 2.3) onder de werkingssfeer van artikel 26a Auteurswet. Dat zij geen repartitie onder de individuele rechthebbenden toepast, doet daar niet aan af. In zoverre kan derhalve niet worden gezegd dat Tick niet-ontvankelijk is in haar vordering.
4.2. Vevam verweert zich voorts met een beroep op de vernietigbaarheid van de vaststellingsovereenkomst in verband met doeloverschrijding. Ook dit verweer faalt. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Artikel 2:7 BW bepaalt dat een door een rechtspersoon verrichte rechtshandeling vernietigbaar is, indien daardoor het doel wordt overschreden en de wederpartij dit wist of zonder eigen onderzoek moest weten. Deze wetenschap van de wederpartij betreft een objectief criterium. Vevam heeft slechts feiten en omstandigheden gesteld die er op neerkomen dat Tick had behoren te weten of had kunnen weten dat er met het aangaan van de vaststellingsovereenkomst bij Vevam sprake zou zijn van doeloverschrijding. ‘Eén blik in de statuten’, zoals Vevam dat ter onderbouwing van haar standpunt aanvoert, impliceert een onderzoeksplicht welke op grond van artikel 2:7 BW niet valt aan te nemen. Ook uit het standpunt van Vevam dat Tick wist dat haar aanspraak niet bij Vevam thuis hoorde maar bij SEKAM/AGICOA volgt niet dat Tick door het sluiten van de vaststellingsovereenkomst met Vevam wist dat er sprake was van enig doeloverschrijden. Immers, niet is gezegd dat hetgeen in de vaststellingsovereenkomst is vastgelegd, naar beste weten van Tick, niet ook binnen de doelomschrijving van Vevam zou kunnen vallen. Al zou er dus sprake zijn van doeloverschrijding dan heeft Vevam onvoldoende gesteld om toe te komen aan het bewijs dat Tick van de doeloverschrijding wist of zonder eigen onderzoek op de hoogte had moeten zijn.
4.3. Nu het niet-ontvankelijkheidsverweer van Vevam niet slaagt en Vevam onvoldoende heeft gesteld om toe te komen aan het bewijs dat Tick van de doeloverschrijding op de hoogte was, dient Vevam de vaststellingsovereenkomst alsnog na te komen en de gevorderde en onweersproken gebleven bedragen evenals de onbestreden wettelijke rente aan Tick te voldoen. De vordering van Tick is mitsdien toewijsbaar.
4.4. Tick vordert een bedrag aan buitengerechtelijke (in¬casso)kosten. De rechtbank hanteert als uitgangspunt dat het moet gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schik¬kingsvoor¬stel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Tick stelt wel dat de gevorderde kosten zijn gemaakt, maar laat na een omschrijving van de verrichtingen te geven, anders dan die ter voorberei¬ding van de processtukken en ter instructie van de zaak. De rechtbank gaat dan ook ervan uit dat vóór de aanvang van het geding geen andere of meer kosten zijn gemaakt dan die welke ter voorbereiding van een geding in het algemeen rede¬lijk en noodzakelijk zijn. Voor dergelijke kosten pleegt het bepaalde in de artikelen 237 tot en met 240 van het Wetboek van Burger¬lijke Rechtsvordering al een vergoeding in te sluiten. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van buitengerech¬telijke kosten daarom afwijzen.
4.5. Vevam zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Tick worden begroot op:
- dagvaarding EUR 71,80
- vast recht 4.784,00
- salaris advocaat 4.000,00 (2,0 punten × tarief EUR 2.000,00)
Totaal EUR 8.855,80
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt Vevam om aan Tick te betalen een bedrag van EUR 166.484,40 (honderdzesenzestigduizend vierhonderdvierentachtig euro en veertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 maart 2007 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Vevam om aan Tick te betalen een bedrag van EUR 169.481,12 (honderdnegenenzestigduizend vierhonderdéénentachtig euro en twaalf eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 maart 2008 tot de dag van volledige betaling,
5.3. veroordeelt Vevam in de proceskosten, aan de zijde van Tick tot op heden begroot op EUR 8.855,80,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Rombouts en in het openbaar uitgesproken op 24 december 2008.?