ECLI:NL:RBAMS:2008:BH2974

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
348103
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtinbreuk door HANS op de folders van HEMA

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft HEMA B.V. een vordering ingesteld tegen HANS TEXTIEL B.V. wegens vermeende auteursrechtinbreuk op haar folders. De rechtbank heeft vastgesteld dat HEMA meerdere keren in de gelegenheid is gesteld om originele folders te overleggen, maar dat zij uiteindelijk alleen kopieën heeft kunnen aanleveren. HANS heeft ook aangegeven niet in staat te zijn om de originele folders te overleggen, wat leidde tot een beoordeling op basis van de beschikbare kopieën.

De rechtbank heeft de vordering van HEMA beoordeeld aan de hand van de in het dossier aanwezige producties. Hierbij is gekeken naar de totaalindruk van de folders van beide partijen. De rechtbank concludeert dat, hoewel er enkele overeenkomsten zijn in de presentatie, de folders van HANS en HEMA voldoende van elkaar verschillen in stijl, formaat, en gebruik van modellen, zodat er geen sprake is van een auteursrechtinbreuk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de folders van HANS niet slaafs zijn nagebootst en dat de totaalindruk die de folders maken niet hetzelfde is.

De rechtbank heeft de vorderingen van HEMA afgewezen, met uitzondering van een gedeeltelijke toewijzing met betrekking tot een andere vordering die verband houdt met een zwembroek. HEMA is veroordeeld in de proceskosten van HANS, die zijn begroot op EUR 902,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. C.H. Rombouts op 15 oktober 2008.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 348103 / HA ZA 06-2611
Vonnis van 15 oktober 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HEMA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. W.H. van Baren,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HANS TEXTIEL B.V.,
gevestigd te Schiedam,
gedaagde,
advocaat mr. H. Loonstein.
Partijen zullen hierna HEMA en HANS genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 mei 2008
- de akte van HANS
- het afzien van antwoordakte aan de zijde van HEMA.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. Tussen partijen is nog in geschil of met folders van HANS inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht van HEMA, dan wel of de folders van HEMA slaafs worden nagebootst door HANS. Bij tussenvonnis van 25 juli 2007 is overwogen dat dit oordeel aan de hand van de toen aanwezige producties in het dossier niet gegeven kon worden en is HEMA in de gelegenheid gesteld originelen te overleggen van, kort gezegd, de inbreukmakende folders en de folders waarop zij stelt dat inbreuk wordt gemaakt. HEMA heeft vervolgens originele folders van HEMA overgelegd. Bij tussenvonnis van 2 april 2008 is zij opnieuw in staat gesteld de originele folders van HANS over te leggen, waarop zij haar stellingen baseert. Bij akte na tussenvonnis heeft HEMA laten weten dat zij de folders ter comparitie had overgelegd en niet langer over originele folders van HANS beschikt. Op haar verzoek is bij tussenvonnis van 21 mei 2008 HANS gelast, zo mogelijk, de originele inbreukmakende folder(s) over te leggen. Voor zover HANS daartoe niet in staat zou zijn, heeft HEMA de rechtbank verzocht op basis van de in het dossier wel aanwezige folders en kleurenkopieën van folders vonnis te wijzen. HANS heeft bij akte na tussenvonnis laten weten niet langer over de bedoelde folders te beschikken en derhalve niet in staat te zijn deze te overleggen. HANS stelt zich bovendien op het standpunt dat het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden, nu zij niet in de gelegenheid is gesteld te reageren op het verzoek van HEMA.
2.2. Met betrekking tot deze door HANS gestelde schending van hoor en wederhoor overweegt de rechtbank als volgt. Voor zover er inderdaad sprake is geweest van een dergelijke schending, is HANS daardoor niet in haar belangen geschaad. Uit haar akte volgt dat zij eerder had willen nagaan of er nog folders waren en zich daarover in een antwoordakte had willen uitlaten. Dit heeft zij thans alsnog kunnen doen naar aanleiding van het verzoek van de rechtbank om ten behoeve van een zo volledig mogelijke beoordeling van het geschil producties te overleggen. Aan de omstandigheid dat zij hiertoe niet in staat is geweest, zullen uiteraard geen voor haar nadelige consequenties worden verbonden.
2.3. De rechtbank stelt vervolgens vast dat de vraag of HANS inbreuk maakt op het auteursrecht van HEMA, dan wel haar folders slaafs nabootst, beoordeeld dient te worden aan de hand van de zich in het dossier bevindende producties. Dit betreft een kleurenkopie van de folder van HEMA: nr. 1, 9 januari t/m 22 januari 2006 (productie 1 bij dagvaarding) en originelen van deze folder tezamen met: “Winterslaap” (31 januari t/m 13 februari 2005); “Zonnestraal” (25 april t/m 8 mei 2005); nr. 15 (3 oktober t/m 16 oktober 2005); nr. 6 (3 april t/m 16 april 2006) en nr. 3 (5 februari t/m 18 februari 2007) (producties 1 t/m 6 akte houdende depot na tussenvonnis).
Van de folders van HANS is in het dossier het volgende aanwezig: kleurenkopieën van folders als productie 2 bij dagvaarding en originelen van dertien (zeer) uiteenlopende folders van HANS, waarvan in ieder geval enkele uit 2006 en één uit 2007 (depot bij antwoordakte na tussenvonnis 25 juli 2007).
De rechtbank herhaalt dat van alle folders die ter comparitie zijn getoond geen exemplaren in het dossier aanwezig zijn. Ook bevinden zich geen producties bij de pleitnota in het dossier. Zoals verzocht door HEMA, zal de rechtbank op basis van deze zich wel in het dossier bevindende producties uitspraak doen.
2.4. Op basis van deze stukken kan niet geoordeeld worden dat de totaalindruk die de folders maken hetzelfde is. Weliswaar moet HEMA worden toegegeven dat elementen uit de folders overeenstemmen, met als in het meest oog springende punt het gebruik van de prijsaanduiding in rode vette letters voorafgegaan door het woordje nù, maar deze elementen raken in de folder dusdanig ondergesneeuwd door andere stijlelementen dat de totaalindruk blijft dat twee zeer verschillende bedrijven en verschillende producten worden aangeprezen. De folders van HANS maken naast genoemd element ook gebruik van andere kleuren letters en lettertypes, hebben een ander formaat, zijn gedrukt op een ander soort papier en hebben naast de witte achtergrond ook andere kleuren op de achtergrond, dan wel banen van verschillende kleuren op de witte achtergrond afgedrukt. Tevens wordt in de folders van HANS veel meer gebruik gemaakt van modellen. Waar in de folders van HEMA op veel bladzijden alleen maar producten gefotografeerd staan afgebeeld, komt op elke bladzijde van de folders van HANS wel een model voor.
2.5. De vordering van HEMA, voor zover gegrond op haar standpunt dat met individuele pagina’s inbreuk gemaakt kan worden op haar auteursrecht, is onvoldoende onderbouwd. Vanwege het ontbreken van de producties bij de pleitnota kan niet onderzocht worden of de pagina’s 16/17 van de folder “Winterslaap” eenzelfde totaalindruk maken als pagina 2 van de folder van Hans die HEMA heeft bedoeld te overleggen als productie 2 bij haar pleitnota. De pagina’s uit de folders van HANS die als kleurenkopie bij de dagvaarding zijn overgelegd, zijn pagina’s die nog het meest lijken op de folders van HEMA. Zelfs op de kopieën zijn echter al wezenlijke verschillen te zien, met name de “drukkere” uitstraling en de aanwezigheid van modellen op elke pagina. Daarnaast heeft HANS onbetwist tot haar verweer aangevoerd dat de folders op een ander formaat en andere papiersoort zijn afgedrukt, zodat de totaalindruk ook van deze pagina’s daardoor nog verder zal verschillen. In elk geval kan op basis van deze enkele kleurenkopieën de auteursrechtinbreuk niet worden aangenomen.
2.6. Nu op grond van het vorenoverwogene niet aangenomen kan worden dat (pagina’s uit) de folders eenzelfde totaalindruk maken, kan evenmin geoordeeld worden dat HANS de folders van HEMA slaafs heeft nagebootst. Anders dan HEMA is de rechtbank ook niet van oordeel dat de wijze waarop beide namen worden aangeduid, zoals weergegeven onder 2.3 en 2.4 van het tussenvonnis van 25 juli 2007, zodanig op elkaar lijkt dat in combinatie hiermee een dusdanige gelijke totaalindruk wordt gecreëerd dat hiermee haar stellingen worden onderbouwd. Bij het gebruik van woorden wordt de eerste indruk altijd bepaald door hetgeen gelezen wordt, waarbij meteen opvalt dat de woorden niet op elkaar lijken, ondanks het voorkomen van een H en A in beide. Nog los daarvan gebruikt HANS een geheel ander lettertype van een heel ander formaat en staat er weliswaar ook een streep maar alleen schuin door de a daar waar het gehele woord HEMA in haar vormgeving is onderstreept. Weliswaar zijn beide in rood en blauw uitgevoerd maar doordat HEMA in het rood is geschreven en HANS in het blauw en de andere kleur bij beide ondergeschikt is, draagt ook dit niet bij aan eenzelfde indruk. Nu van een gelijkenis tussen de folders geen sprake is, behoeft ook niet onderzocht te worden of de gelijkenissen aan de folder van HEMA zijn ontleend en wordt het vorenoverwogene dus ook niet anders door de opmerking die de directeur van HANS, [A], gemaakt heeft in een interview dat HANS zich wat imago betreft meer richting HEMA wil gaan profileren (r.o. 2.5 van het tussenvonnis van 25 juli 2007).
2.7. Het vorenoverwogene leidt ertoe dat de vorderingen van HEMA ziende op de folders als onvoldoende onderbouwd zullen worden afgewezen. Haar vordering die zag op de zwembroek is gedeeltelijk toegewezen.
2.8. Aangezien elk van partijen met betrekking tot de in het tussenvonnis van 25 juli 2007 neergelegde beslissingen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten tot aan dat vonnis worden gecompenseerd. HEMA zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van HANS gemaakt ten behoeve van de proceshandelingen die zagen op de vorderingen waarover na het tussenvonnis nog standpunten zijn uitgewisseld en die thans worden afgewezen. Nu HANS niet heeft verzocht om een veroordeling in de werkelijk gemaakte kosten, zal het liquidatietarief worden toegepast. De kosten aan de zijde van HANS worden begroot op:
- salaris advocaat 902,00 (2,0 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 902,00
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. wijst de vorderingen af,
3.2. veroordeelt HEMA in de proceskosten, aan de zijde van HANS tot op heden begroot op EUR 902,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Rombouts en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2008.?