ECLI:NL:RBAMS:2008:BG3860

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
393598
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van reisorganisatie voor letselschade tijdens georganiseerde reis

In deze zaak vordert eiseres A een verklaring voor recht dat de reisorganisatie Terra Travel aansprakelijk is voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van een ongeval tijdens een georganiseerde reis in Afrika. De reis vond plaats van 27 september tot en met 19 oktober 2006, waarbij A en haar partner met een safaritruck werden vervoerd. Tijdens het vervoer viel A door een snelheid drempel en liep zij ernstig letsel op aan haar rug, wat resulteerde in een compressiefractuur L1. A stelt dat de reisorganisatie tekort is geschoten in de nakoming van de reisovereenkomst en dat de chauffeur zijn snelheid niet voldoende heeft aangepast aan de omstandigheden. Terra Travel betwist de aansprakelijkheid en voert aan dat de chauffeur de drempel met een verantwoorde snelheid heeft genomen en dat de drempel niet gemarkeerd was. De rechtbank oordeelt dat A, ook bij een reis ingedeeld in de categorie met drie bolletjes, mocht verwachten dat zij op een veilige wijze zou worden vervoerd. De rechtbank komt tot de conclusie dat de chauffeur zijn snelheid onvoldoende heeft aangepast aan de omstandigheden, wat leidt tot een toerekenbare tekortkoming van Terra Travel. De reisorganisatie wordt toegelaten tot tegenbewijs, maar het beroep op overmacht en eigen schuld wordt verworpen. De zaak wordt aangehouden voor verdere bewijslevering.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 393598 / HA ZA 08-872
Vonnis van 17 september 2008
in de zaak van
A,
wonende te,
eiseres,
advocaat mr. H.W.E. Vermeer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TERRA TRAVEL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. B.J.C. Pleiter.
Partijen zullen hierna A en Terra Travel genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 mei 2008
- het proces-verbaal van comparitie van 31 juli 2008 met de daarin genoemde stukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Tussen A en Terra Travel, tevens handelend onder de naam Baobab Reizen (hierna: Baobab), is een reisovereenkomst tot stand gekomen op grond waarvan A en haar partner B met Baobab een georganiseerde rondreis zouden maken door Zuid-Afrika, Namibië, Botswana en Zambia van 27 september 2006 tot en met 19 oktober 2006 tegen een reissom van totaal EUR 4.574,82.
2.2. De reis staat in een folder van Baobab omschreven. Voor zover relevant voor deze procedure is in deze folder over de reis het volgende opgenomen. Bovenaan de beschrijving staan in een apart kader met grote letters de pluspunten vermeld. Als één van deze pluspunten is opgenomen “snel en comfortabel vervoer”. In een ander kader met als kopje “avontuurlijke rondreis” is de reis qua zwaarte en comfort geclassificeerd met 3 bolletjes. Elders in de folder staat deze classificatie uitgelegd. In de inleiding daarbij is – wederom voor zover relevant – het volgende vermeld:
“Om te bepalen hoe zwaar een reis is, hebben we gekeken naar de zwaarte van de wandelingen onderweg, de kwaliteit van de wegen en het vervoer, de reisafstanden, de hoogte, het klimaat en de kwaliteit van de accommodaties.”
Daaronder staat bij 3 bolletjes vermeld:
“Ook deze reizen zijn geschikt voor iedereen met een normale conditie. In de reis zitten meerdere pittige dagen of reiselementen zoals lange reisdagen of primitieve omstandigheden.”
2.3. Op de dag van aankomst in Zambia, op 28 september 2006, is het reisgezelschap vanaf de luchthaven naar de eerste bestemming vervoerd met een truck van Zulu Truck Charters. Op enig moment tijdens dit vervoer is A ten val geraakt toen de truck over een snelheidsdrempel reed (hierna: het ongeval). Ten gevolge van deze val heeft zij (ernstig) letsel aan haar rug opgelopen, bestaande uit een compressiefractuur L1 na axiaal trauma. A is dezelfde dag onder medische behandeling gesteld en na vijf dagen is zij naar Nederland gerepatrieerd. Daar is haar een gipskorset aangemeten voor de duur van zes weken. Tot op heden heeft zij last van restklachten.
2.4. A heeft Terra Travel aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden en nog te lijden schade. Terra Travel heeft haar aansprakelijkheidsverzekeraar Fortis ingeschakeld. Deze heeft onderzoek laten verrichten door het Bureau voor Personenschade Cordaet te Ede (hierna: Cordaet). De schade-expert, mr. C (hierna: C), heeft naast A een aantal andere getuigen gehoord. Aan de bij het rapport gevoegde getuigenverklaringen wordt het volgende ontleend, voor zover van belang in de onderhavige procedure.
2.5. Reisgenoot D verklaarde als volgt:
“Kwaliteit bus/wegen
(…) De bus betrof een verbouwde vrachtauto voorzien van een dichte cabine waarin de chauffeur plaatsnam.
Op deze truck was een ruimte gebouwd, volledig af te sluiten en voorzien van glas en stoelen. (…) Vanaf de buitenzijde leek er nog sprake van adequaat vervoer maar éénmaal in de bus gestapt viel dit tegen.
Er bleek sprake te zijn van een slechte kwaliteit stoelen met nauwelijks enig comfort, bijvoorbeeld door kussens van enige dikte. Ook bleek reeds bij aanvang van de reis een aantal stoelen te zijn afgebroken en derhalve niet bruikbaar. Ook kwam het voor dat rugleuningen niet verstelbaar waren en standaard in een diagonale stand stonden. Veiligheidsgordels waren niet aanwezig in deze bus.
(…)
Ondanks het feit dat door mij en mijn echtgenote bewust was gekozen voor een reis zonder luxe ben ik van mening dat de kwaliteit van de bus volstrekt onvoldoende was om een groep personen zo’n 7.600 kilometer door Afrika te vervoeren.
Kwaliteit chauffeur
(…) De chauffeur bleek ten tijde van onze reis tweemaal eerder de betreffende reisafstand te hebben afgelegd.
U vraagt naar het rijgedrag van deze chauffeur tijdens deze rondreis. (…) Ik ben van mening dat er op de dag van het ongeval zo nu en dan door hem te hard werd gereden, maar na het ongeval heeft hij – weliswaar af en toe stevig doorrijdend – safe gereden. (…)
Het kwam met name in Zambia en Namibië regelmatig voor dat er forse klappen werden gemaakt en dat wij ons goed dienden vast te houden; dit was niet te wijten aan het rijgedrag van de chauffeur. Tijdens de reis kwam het voor dat een aantal personen, daar waar mogelijk, probeerde vroegtijdig te signaleren wat voor wegdek eer naderde, teneinde de overige passagiers te waarschuwen zodat met een mogelijke klap rekening kon worden gehouden.
Voorval mevrouw A
Ik kan mij herinneren dat tijdens de eerste dag dat wij werden rondgereden met de bus, wij het plaatsje Monza in Namibië binnen reden. Achteraf bleek dat bij de aanvang van het dorp een verkeersdrempel was aangebracht, in dezelfde kleur als het asfalt van deze gedeeltelijk geasfalteerde weg. Voor zover ik mij kan herinneren stonden er waarschuwingsborden voor deze zogenaamde “speed bump”.
Daarnaast is mij tijdens deze reis gebleken dat het in meerdere dorpen zo is dat bij de aanvang en het einde van het dorp een dergelijke verkeersdrempel is aangebracht. Onze chauffeur heeft klaarblijkelijk de aanwezigheid van deze drempel niet waargenomen nu de snelheid niet werd aangepast door de aanwezigheid van deze drempel. Dit heeft ertoe geleid dat een aantal personen van hun stoel werd gelanceerd waaronder mevrouw A, die op ongelukkige wijze met haar rug op de stoel terecht kwam en reeds na één dag het reisgezelschap heeft moeten verlaten. Ik kan me goed voorstellen dat de kwaliteit van de stoelen heeft bijgedragen tot groter letsel dan wanneer er fatsoenlijke stoelen aanwezig waren geweest. (…)”.
2.6. Reisgenote E verklaarde als volgt:
Kwaliteit bus/wegen
Er is mij gevraagd naar de kwaliteit van de bus c.q. naar de kwaliteit van het vervoer. Ik heb zondermeer aangegeven dat ik deze kwaliteit als onder de maat heb aangemerkt. Er was sprake van een omgebouwde vrachtwagen. In mijn beleving was er nauwelijks sprake van vering, oneffenheden werden zeer hard doorgegeven. Ik heb aangegeven dat er natuurlijk dagelijks bij tijd en wijlen zeer grote afstanden werden afgelegd in deze primitieve bus. De opbouw was niet voorzien van veiligheidsriemen. Ik kan mij herinneren dat er zeker zes stoelen gewoon stuk waren. Met stuk bedoel ik ondermeer losse leuningen en los zittende stoelen. (…)
Kwaliteit chauffeur
(…) In mijn optiek reed de chauffeur gedurende de gehele reis erg hard. (…) Vanwege de rijstijl en de staat van de wegen was er sprake van abnormaal forse klappen die wij onderweg te verwerken kregen. (…) Voor mijn gevoel reed de chauffeur echter altijd even hard, ongeacht het wegdek. Met name op de slechtere stukken was dit in mijn optiek volstrekt onverantwoord.
Daarbij heb ik nog aangegeven dat het ongeval met A plaatsvond op de eerste dag van de reis. Veel reizigers waren nog vermoeid. Ik heb gezien dat sommige reizigers af en toe de neiging hadden om in slaap te vallen. Juist in een dergelijke situatie is het natuurlijk zeer gevaarlijk om een zodanige rijstijl te hanteren dat er in feite wordt los gekomen van de zitting en dat laatste was regelmatig het geval.
Ten aanzien van de rijkwaliteiten van de chauffeur kan ik geen opmerkingen maken. Op zichzelf kon hij goed overweg met de bus maar was vooral zijn rijstijl onverantwoord gelet op wegdek en materiaal. Over de rijstijl is ook geklaagd bij de reisleider. In mijn visie werd er niet al te veel gedaan met deze klacht maar werd er vooral aangegeven dat het wegdek de oorzaak was. (…)
Voorval mevrouw A
Ten aanzien van het voorval waarbij mevrouw A betrokken is geweest kan ik het navolgende meedelen. Er moest die dag ruim 700 kilometer worden afgelegd en er was vertraging ontstaan (…). Daardoor leek het humeur van de chauffeur beïnvloed. (…) Vlak voor het ongeval was er sprake van een lange, zeer hobbelige rechte weg. De chauffeur reed zondermeer hard. Ik weet niet precies de snelheid (…). Ik weet nog dat wij vlak voor het incident bij een dorp aan kwamen. Bij dorpen lagen nogal eens drempels. Plotseling vlogen wij in feite allemaal omhoog als gevolg van een enorme oneffenheid in het wegdek. Ik weet nog dat dit ronduit hard ging. Daarbij is mevrouw A zondermeer ongelukkig terecht gekomen, zoals bekend.
Gelet op de omstandigheden lag de snelheid zondermeer te hoog. Er bestond voor zover ik kan beoordelen beslist geen noodzaak tot een dergelijke hoge snelheid. (…) Ik weet overigens niet precies of er nu sprake is geweest van een drempel of bijvoorbeeld een andere oneffenheid of kuil in de weg. Feit is wel dat er ter plaatse sprake was van een enorme klap waarbij wij allemaal los van de zitting kwamen. Het zal duidelijk zijn dat ik ten aanzien van de kwaliteit van vervoer en de kwaliteit van de chauffeur van mening ben dat dit volstrekt onder de maat was. In feite moet ik de omstandigheden met betrekking tot vervoer aanmerken als gevaarlijk (…).
2.7. Reisgenoot F verklaarde als volgt:
Kwaliteit bus/wegen
Er is mij gevraagd naar de kwaliteit van de bus c.q. naar de kwaliteit van het vervoer in zijn algemeenheid. Ik moet aangeven dat de kwaliteit wat mij betreft onder de maat is gebleven. (…) Ik heb vanuit interesse zeker enig verstand van auto’s en wat opviel was dat er mijns inziens gereden werd met hoge bandenspanning. Daarnaast was er sprake van een achteras die was voorzien van zogenaamde bladveren, een zeer ouderwetse constructie. (…) heb ik aangegeven dat er sprake was van slechte stoelen. Daarnaast waren er zeker ook enkele stoelen gewoon kapot. Daarmee bedoel ik dat er sprake was van kapotte vergrendelingen en kapotte leuningen. Veiligheidsriemen heb ik in de bus niet aangetroffen. (…)
Tijdens de reis bleek al snel dat er sprake van zeer oncomfortabel vervoer. Oneffenheden in het wegdek werden zeer hard en ongefilterd doorgegeven. (…)
Ten aanzien van de kwaliteit van het wegennet heb ik aangegeven dat dit in principe niet eens tegenviel. Vanwege echter de doorgaans hoge snelheid in combinatie met de slechte vering was er desondanks sprake van oncomfortabel vervoer. Zeker wanneer bedacht wordt dat er dagen tussen zaten met grote reisafstanden van circa 700 km. (…)
Kwaliteit chauffeur
(…) Ik heb aangegeven dat de chauffeur er een zeer forse rijstijl op nahield. Als er ook maar enigszins een mogelijkheid was, dan reed de chauffeur plankgas, vermoedelijk 80, mogelijk 90 km/uur.
De snelheid lag continu hoog. Voor het incident met mevrouw A was er al sprake van soms loskomen van de zitting als gevolg van de oneffenheden. Ik heb daarbij de indruk gekregen dat er soms helemaal geen contact meer was tussen de wielen en het wegdek.
Tijdens de reis heeft de kok ook aangegeven dat in zijn optiek sprake was van een ruige rijstijl. Ik heb hierover met de kok informeel gesproken en deze heeft meerdere reizen door Afrika meegemaakt. (…)
Voorval mevrouw A
Ten aanzien van het voorval waarbij mevrouw A betrokken is geweest kan ik meedelen dat er sprake was van het binnenrijden van een dorpje. Ik weet niet de precieze snelheid van de chauffeur kort voor het incident met mevrouw A. Wel weet ik dat er sprake was van een drempeltje. Ik schat dat dit drempeltje op zichzelf niet hoog was, vermoedelijk een centimeter of 10. Feit is dat er ter plaatse sprake was van een enorme klap, waarbij iedereen los van de zitting kwam. Mevrouw A is hierbij ongelukkig terechtgekomen. Dergelijke drempeltjes zijn wel vaker aangetroffen aan het begin en aan het einde van dorpjes, voor zover mij bekend. IK heb begrepen dat chauffeur G heeft verklaard dat hij de betreffende drempel niet heeft opgemerkt. (…) Er is mij ook nog gevraagd of de chauffeur op zichzelf goed overweg kon met de vrachtwagen. Dit leek mij zondermeer het geval. Het is vooral de rijstijl en de continu hoge snelheid die zijn opgevallen. (…)
Ik heb de heer C laten weten dat de kwaliteit van het vervoer wat mij betreft toch onder de maat was. Met name de combinatie van vrachtwagen en rijstijl van de chauffeur heeft geleid tot een onverantwoorde situatie.
2.8. Na ontvangst van de rapportage is Fortis tot het advies gekomen aansprakelijkheid voor het ongeval te erkennen en over te gaan tot vergoeding van de schade. Terra Travel heeft, in verband met een eigen risico op de aansprakelijkheidsverzekering, dit advies van Fortis niet opgevolgd en ontkent aansprakelijkheid. Eerst na het uitbrengen van een dagvaarding in kort geding was zij bereid de stukken die in opdracht van Fortis omtrent het voorval waren verzameld aan A over te leggen.
2.9. In het dossier bevinden zich schriftelijke verklaringen van de chauffeur, G, de reisbegeleider H en een reisgenoot I. Aan deze verklaringen wordt het volgende ontleend, voor zover van belang:
G
(in antwoord op de vraag naar de oneffenheid in de weg waarna A gevallen is):
(…)
“Answer from the driver:
It was a speed bump that was not marked in the road. There was no road sign indicating a speed bump ahead. Due to bad maintenance on the road and all the traffic that uses this road the speed bump was in a poor condition. That means with all the cars traveling over the speed bump the speed bump was busy falling apart at the point where most of the cars cross the speed bump. The wheels of the truck is wider at the back as that of a car. And when the truck drove at a slow speed keeping in the speed limit over the speed bump at the wheels at the back of the truck hits the speed bump on the outside of where the cars crossed and that caused the bump to be more intense.
(…)
This was the second time [the driver] traveled on this road in question.”
2.10. H:
“(…)
4. Hoe hard reed de chauffeur ongeveer? Was dit in jouw ogen een verantwoorde snelheid voor de staat van de weg? Is de chauffeur, denk jij, iets verwijtbaar? Dit is nl. wat de verzekering van deze mevrouw beweert.
The chauffeur told me that when we entered the village he slowed down and was driving within the prescribed speed limit, there was no sign indicating that we are approaching a bump in the road. (…).
5. Hoe hard kwam mevrouw A precies terecht?
The truck stopped and when I looked backwards Mrs A was standing with her hand on her back and complained about a terrible pain in her back. (…).”
2.11. I:
“Ik herinner mij op de eerste dag mevrouw A van één van de stoelen in het achterste gedeelte van de truck is gevallen. (…) Ik heb dus niet gezien wat er is gebeurd. Wel hoorde ik van alles. De truck reed met een behoorlijke snelheid over een hobbel. Direct daarna zijn we gestopt. We zijn toen allemaal naar buiten gegaan. Ik heb naar de hobbel gekeken en zag dat het een behoorlijke drempel was. De drempel had dezelfde kleur als het wegdek en viel dus niet op. (…) Ik heb bij de hobbel geen verkeersborden gezien. Die staan er ook niet zo veel in Afrika.
De chauffeur reed gedurende de reis stevig door. Hij hield van opschieten. Ik vond zijn rijstijl wel acceptabel en binnen de grenzen. Verder hebben zich geen incidenten voorgedaan.
Ik heb herhaaldelijk op één van de stoelen in het achterste gedeelte van de truck gezeten. Omdat volgens mij de truck geen achtervering had en de Afrikaanse wegen niet zo goed zijn, was dat wel wat schokkerig, maar ik vond het goed vol te houden. (…)”
2.12. Ter onderbouwing van haar gestelde schade heeft A onder meer nota’s overgelegd terzake van de aanschaf van een matras, een elektrische fiets en een auto. Haar reisverzekering heeft een gedeelte van de reissom en een deel van de extra vervoerskosten vergoed.
3. Het geschil
3.1. A vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. een verklaring voor recht dat Terra Travel aansprakelijk is voor de schade die het gevolg is van het ongeval op 28 september 2006
2. veroordeling van Terra Travel tot vergoeding aan A van alle door haar geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval, op te maken bij staat
3. veroordeling van Terra Travel tot betaling aan A van een voorschot op de uiteindelijk te vergoeden schade van EUR 10.000,=, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, en
4. Terra Travel te veroordelen in de kosten.
3.2. Terra Travel voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. A legt aan haar vordering ten grondslag dat Terra Travel tekortgeschoten is in de nakoming van de reisovereenkomst, dan wel krachtens artikel 6:170 jo. 6:162 BW op grond van de onrechtmatige daad van haar hulppersoon aansprakelijk is jegens haar.
4.2. Terra Travel betwist dat de reis niet heeft voldaan aan de verwachtingen die A op grond van de reisovereenkomst redelijkerwijs mocht hebben. Subsidiair stelt zij dat zij niet gehouden is tot schadevergoeding, nu de eventuele tekortkoming in de nakoming niet aan haar of aan een door haar bij de uitvoering van de overeenkomst ingeschakelde hulppersoon is toe te rekenen, omdat deze te wijten is aan een gebeurtenis die zij of haar hulppersoon met inachtneming van alle mogelijke zorgvuldigheid niet kon verhelpen.
4.3. Terra Travel voert daartoe aan dat uit de getuigenverklaringen niet volgt dat de chauffeur de drempel met een te hoge snelheid zou hebben genomen, maar dat daaruit juist blijkt dat de chauffeur bij het inrijden van het dorp snelheid minderde en op het moment van het passeren van de drempel met een snelheid reed die lager was dan de toegestane snelheid. In het kader van de indeling van de reis in de categorie met drie bolletjes, had A bovendien geen wegen mogen verwachten die over het algemeen goed zijn. Als redelijke verwachting moet gelden dat slechte wegen met een onverwachte verkeersdrempel kunnen voorkomen. Er was hooguit sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
4.4. Indien al sprake zou zijn van een tekortkoming in de nakoming, stelt Terra Travel dat deze aan haar noch aan de door haar ingeschakelde hulppersoon is toe te rekenen, nu de drempel niet was gemarkeerd of met waarschuwingsborden was aangegeven. Subsidiair stelt Terra Travel dat sprake was van eigen schuld, nu A als enige is gevallen. Hieruit kan niet anders worden afgeleid dan dat zij niet op de gebruikelijke normale wijze op haar bankje heeft gezeten toen de truck over de verkeersdrempel reed. Meer subsidiair betwist zij de hoogte van de schade.
4.5. De rechtbank is van oordeel dat A, ook bij een reis ingedeeld in de categorie drie bolletjes, heeft mogen verwachten dat zij op een veilige wijze zou worden vervoerd. Zeker nu bij de omschrijving als pluspunt vermeld stond dat sprake was van “comfortabel” vervoer mag worden verwacht dat in ieder geval sprake is van een dusdanige rijstijl dat de snelheid waarmee wordt gereden, wordt aangepast aan de lokale omstandigheden. Een reiziger die een dergelijke reis boekt, behoeft niet te verwachten dat zodanig gereden wordt dat het risico ontstaat op een val zoals deze door A is gemaakt. Voor zover dus komt vast te staan dat de chauffeur zijn snelheid onvoldoende aan de omstandigheden heeft aangepast, is de rechtbank van oordeel dat van een toerekenbare tekortkoming van de zijde van Terra Travel sprake is geweest.
4.6. De rechtbank deelt het standpunt van Terra Travel niet dat uit de overgelegde verklaringen volgt dat de chauffeur zijn snelheid dusdanig aan de omstandigheden heeft aangepast dat geoordeeld moet worden dat deze alle mogelijke zorgvuldigheid in acht heeft genomen. Gelet op de getuigenverklaringen komt veeleer een beeld naar voren van een chauffeur die, gelet op het wegdek en de weinig comfortabele uitvoering van de truck, zijn snelheid onvoldoende aan deze omstandigheden aanpaste. Alle getuigen die zijn gehoord door C, en in die zin dus als onafhankelijk van A kunnen worden aangemerkt, geven aan dat in hun optiek sprake was van een rijstijl die onder de maat bleef. Sommige van hen duiden deze zelfs aan als “onverantwoord” en “gevaarlijk”. Ook de getuige van Terra Travel spreekt ervan dat de truck met een behoorlijke snelheid over de drempel reed en van een chauffeur die stevig door reed en “hield van opschieten”. Uit de verklaring van de chauffeur zelf, G, blijkt niets omtrent de snelheid waarmee over de drempel is gereden. De verklaring van de reisleider, H, is er één van horen zeggen, mogelijk omdat deze blijkens getuigenverklaringen tijdens het voorval net als vele andere reizigers lag te slapen. Op basis van deze verklaringen acht de rechtbank dan ook voorshands bewezen dat de chauffeur zijn snelheid onvoldoende heeft aangepast aan de omstandigheden, zoals het wegdek en de staat van de truck. Terra Travel zal overeenkomstig haar bewijsaanbod worden toegelaten tot het tegenbewijs.
4.7. Indien Terra Travel in dit tegenbewijs slaagt, zal daarmee komen vast te staan dat de chauffeur zijn snelheid voldoende aangepast heeft aan de omstandigheden. Nu A aan haar vordering geen andere feiten of omstandigheden ten grondslag heeft gelegd die zij Terra Travel verwijt, zal haar vordering in dat geval derhalve worden afgewezen.
4.8. Voor het geval Terra Travel in dit tegenbewijs niet slaagt, wordt thans reeds overwogen dat het beroep op overmacht van Terra Travel als onvoldoende onderbouwd wordt verworpen. In dat geval zal immers vaststaan dat de chauffeur zijn snelheid onvoldoende heeft aangepast aan de omstandigheden. Zelfs indien er in dat geval van wordt uitgegaan dat de drempel ongemarkeerd was en er niet met borden tegen was gewaarschuwd, worden dergelijke omstandigheden onvoldoende geacht om aan te nemen dat alle mogelijke zorgvuldigheid in acht is genomen. Derhalve kan dan ook niet geoordeeld worden dat de gebeurtenis met inachtneming van alle mogelijke zorgvuldigheid niet kon worden voorzien of verholpen. Bovendien hebben getuigen door Terra Travel onbetwist verklaard dat snelheidsdrempels gebruikelijk waren aan het begin en einde van dorpen, alsmede andere oneffenheden in de weg. Een onverwachte oneffenheid in de weg kan onder die omstandigheden niet als overmacht worden aangemerkt.
4.9. Het beroep op eigen schuld wordt eveneens thans reeds als onvoldoende onderbouwd afgewezen. De enkele omstandigheid dat van alle passagiers slechts A ongelukkig terecht is gekomen, terwijl verklaard is dat meerdere reisgenoten van hun stoelen los kwamen, is onvoldoende om daaruit zonder nadere toelichting – die ontbreekt – af te leiden dat de schade mede het gevolg is van aan haar te wijten feiten of omstandigheden.
4.10. Het vorenoverwogene brengt met zich dat Terra Travel gehouden zal zijn tot vergoeding van de volledige schade van A indien zij er niet in slaagt het tegenbewijs als onder 4.6 omschreven te leveren. Omtrent de hoogte van deze schade zullen partijen zich in een later stadium, indien na tegenbewijs nog nodig, nader kunnen uitlaten. Iedere verdere beslissing wordt eveneens aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. laat Terra Travel toe tot het tegenbewijs van de voorshands bewezen geachte stellingen dat de chauffeur G zijn snelheid op 28 september 2006, direct voorafgaand aan het ongeval onvoldoende heeft aangepast aan de toestand van het wegdek en het comfortniveau van de gebruikte truck;
5.2. bepaalt dat getuigen kunnen worden gehoord door het lid van deze rechtbank mr. C.H. Rombouts,
5.3. verwijst de zaak naar de rol van 1 oktober 2008, opdat Terra Travel te kennen kan geven of zij gebruik maakt van de gelegenheid tot bewijslevering door middel van getuigen, en zo ja, hoeveel getuigen zij wil voorbrengen, onder opgave door Terra Travel van de verhinderdata van alle betrokkenen in de eerstvolgende drie maanden, waarna een dag voor getuigenverhoor zal worden bepaald dan wel zal worden voortgeprocedeerd,
5.4. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Rombouts en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2008.?