ECLI:NL:RBAMS:2008:BE9922
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake effectenlease en zorgplicht van Dexia
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 3 september 2008 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de eisende partij en Dexia Bank Nederland N.V. De eisende partij vorderde onder andere schadevergoeding op grond van effectenlease-overeenkomsten die hij had afgesloten met Dexia. De kantonrechter oordeelde dat Dexia tekort was geschoten in haar zorgplicht jegens de eisende partij, die als particuliere cliënt niet over de nodige beleggingservaring beschikte. De rechter stelde vast dat de lease-overeenkomsten niet in redelijke verhouding stonden tot de financiële situatie van de eisende partij, die in de jaren 1996 tot en met 2002 een gemiddeld netto gezinsinkomen had van ongeveer € 1.700 tot € 1.900 per maand.
De kantonrechter veroordeelde Dexia om aan de eisende partij een bedrag te betalen, en om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis het Bureau Kredietregistratie te informeren dat de eisende partij geen verplichtingen meer had uit de lease-overeenkomsten, met uitzondering van één specifieke overeenkomst. De rechter verklaarde deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. In reconventie werden de vorderingen van Dexia afgewezen, en werd Dexia veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij.
De uitspraak benadrukt het belang van de zorgplicht van financiële instellingen bij het aangaan van lease-overeenkomsten, vooral wanneer de cliënt niet over voldoende kennis en ervaring beschikt. De kantonrechter paste de billijkheidscorrectie toe, waarbij werd vastgesteld dat Dexia niet volledig aansprakelijk kon worden gehouden voor het nadeel dat de eisende partij had geleden, gezien de omstandigheden van de zaak.