ECLI:NL:RBAMS:2008:BD7420
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Y.A.A.G. de Vries
- Rechtspraak.nl
Schorsing van het besluit tot schorsing van het rijbewijs wegens onvoldoende bewijs van drugsgebruik
Op 5 juni 2008 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de schorsing van het rijbewijs van verzoeker. Verzoeker had op 29 april 2008 een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening, in verband met een besluit van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) van 15 april 2008, waarin de geldigheid van zijn rijbewijs was geschorst. Dit besluit was genomen omdat verzoeker een motorrijtuig zou hebben bestuurd terwijl hij onder invloed was van drugs. Verzoeker betwistte deze beschuldiging en voerde aan dat de verbalisant niet kon ruiken of hij onder invloed was van wiet, en dat zijn bloeddoorlopen ogen een andere oorzaak konden hebben. Hij stelde dat hij slechts enkele trekjes van een joint had genomen en dat hij nooit eerder met politie of justitie in aanraking was geweest. Bovendien was de uitslag van het bloedonderzoek nog niet beschikbaar.
De voorzieningenrechter overwoog dat de schorsing van een rijbewijs een ingrijpende maatregel is en dat er voldoende bewijs moet zijn dat verzoeker niet meer geschikt is om een motorrijtuig te besturen. De rechter concludeerde dat er gerede twijfel bestond over de waarnemingen van de politie en dat het bestreden besluit mogelijk niet in bezwaar zou kunnen worden gehandhaafd. Gezien het feit dat verzoeker zijn rijbewijs nodig had voor zijn werk, werd besloten om de schorsing van het rijbewijs op te heffen. De rechter wees het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe, schorste het bestreden besluit en veroordeelde het CBR in de proceskosten van verzoeker, die op € 644 werden begroot, en het griffierecht van € 145 diende door het CBR aan verzoeker te worden vergoed. Deze uitspraak is gedaan door mr. Y.A.A.G. de Vries, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.W. Speksnijder, griffier.