ECLI:NL:RBAMS:2008:BD4898
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.G. Bauduin
- G.H. Marcus
- W.M. de Vries
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen dagvaarding in het onderzoek Probo Koala
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 juni 2008 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift dat was ingediend tegen de dagvaarding van een verdachte in het onderzoek naar de Probo Koala. De verdachte werd verweten feitelijk leiding te hebben gegeven aan verboden gedragingen die door anderen waren verricht. De rechtbank heeft het bezwaarschrift gegrond verklaard, omdat er onvoldoende aanwijzingen van schuld waren. De rechtbank oordeelde dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat de verdachte later zou worden veroordeeld voor het tenlastegelegde. De zaak betreft een regiezitting, waarbij de verdachte was gedagvaard voor een zitting van de meervoudige economische strafkamer. De rechtbank heeft de procesgang en de argumenten van zowel de verdediging als de officier van justitie zorgvuldig overwogen. De verdediging voerde aan dat er geen rechtsmacht was en dat de dagvaarding in strijd met de goede procesorde tot stand was gekomen. De officier van justitie betwistte deze argumenten en stelde dat er wel degelijk aanwijzingen van schuld waren. Na het horen van de betrokken partijen en het bestuderen van de stukken, concludeerde de rechtbank dat de bezwaren van de verdachte gegrond waren. De rechtbank heeft de verdachte buiten vervolging gesteld en het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd uitgesteld. Deze beslissing werd genomen in de economische raadkamer, waarbij de rechtbank de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de feiten en de juridische kwalificaties benadrukte.