ECLI:NL:RBAMS:2008:BD2401

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CV 07-23804
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handhaving van de openbare orde in en rondom voetbalstadions door de KNVB en ketenpartners; toepasselijkheid van standaardvoorwaarden van de KNVB; reikwijdte van het stadionverbod

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 22 mei 2008, staat de handhaving van de openbare orde in en rondom voetbalstadions centraal. De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) heeft in 1997 een Beleidskader Bestrijding Voetbalvandalisme en Voetbalgeweld opgesteld, dat in 2003 is geactualiseerd. Dit beleidskader verplicht de KNVB om stadionverboden op te leggen en te handhaven. De zaak betreft een vordering van de KNVB tegen een gedaagde, die een stadionverbod had gekregen na het betreden van het speelveld tijdens een wedstrijd. De gedaagde heeft het stadionverbod en de bijbehorende boete van € 450,00 aanvaard, maar betwist de reikwijdte van het stadionverbod en de geldigheid van de opgelegde sancties.

De KNVB stelt dat de standaardvoorwaarden, die van toepassing zijn op de toegang tot voetbalwedstrijden, niet onredelijk bezwarend zijn en dat het stadionverbod ook de omgeving van het stadion betreft. De gedaagde voert aan dat hij geen kennis heeft kunnen nemen van deze voorwaarden en dat de KNVB haar bevoegdheid overschrijdt door ook omgevingsverboden op te leggen. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer en dat de KNVB gerechtigd is om de voorwaarden te handhaven. De rechtbank wijst de vorderingen van de KNVB toe, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de KNVB en haar partners in het handhaven van de openbare orde en de noodzaak om de veiligheid rondom voetbalwedstrijden te waarborgen. De rechtbank bevestigt dat de gedaagde zich aan de voorwaarden moet houden en dat de KNVB de bevoegdheid heeft om stadionverboden op te leggen, ook in de publieke ruimte rondom stadions.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
Kenmerk : CV 07-23804
Datum : 22 mei 2008
113
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam in de zaak van:
de vereniging KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND gevestigd en kantoorhoudende te Zeist
eiseres
nader te noemen: de KNVB
gemachtigde: mr. J.J.L. Boudewijn
tegen:
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. G.J. van Kammen
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 2 augustus 2007 inhoudende de vordering van de KNVB
- de conclusie van antwoord van gedaagde met bewijsstukken
Bij tussenvonnis van 15 november 2007 is een comparitie bepaald. Deze is op 10 december 2007 gehouden. Partijen en hun gemachtigden verschenen, de KNVB vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger]. Vervolgens zijn ingediend:
- de conclusie van repliek van eiseres met bewijsstukken
- de conclusie van dupliek van gedaagde.
Daarna is vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1. De KNVB heeft in 1997 een Beleidskader Bestrijding Voetbalvandalisme en Voetbalgeweld opgesteld, welk stuk in 2003 is geactualiseerd. Jegens de ketenpartners die bij de bestrijding van het genoemde geweld zijn betrokken, heeft de KNVB zich in dat beleidskader verplicht om zg. stadionverboden op te leggen en te handhaven.
- 2 - CV 07-23804
1.2. De KNVB heeft standaardvoorwaarden opgesteld, die van toepassing zijn verklaard op de contractuele relatie van de koper van een toegangsbewijs met de Betaaldvoetbalorganisatie (BVO) welke de betreffende wedstrijd organiseert.
1.3. In 2005 golden de standaardvoorwaarden, die op 24 juni 2002 zijn gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht. Voor deze procedure zijn de navolgende bepalingen uit de voorwaarden relevant:
Artikel 1 (definities) onder b: "Publiek: een ieder die in of buiten Nederland een Voetbalwedstrijd bijwoont waaraan een Club deelneemt dan wel anderszins aanwezig is in of rond het stadion."
Artikel 1 (definities) onder c: "Stadion: het Stadion en de bijbehorende gebouwen en terreinen, daaronder begrepen de toegangen en toegangswegen";
Artikel 1 (definities) onder d: " Voetbalwedstrijden:
- Voetbalwedstrijden in de eredivisie en de eerste divisie
- Voetbalwedstrijden in het kader van de Amstelcup;
(...)."
Artikel 1 (definities) onder e: "Stadionverbod: het verbod om gedurende een bepaalde tijd in een Stadion aanwezig te zijn, tenzij daarvoor voorafgaand schriftelijk toestemming is verleend door de KNVB."
Artikel 2: "De onderhavige Standaardvoorwaarden zijn verbindend voor het Publiek dat zich voor, tijdens en/of na een Voetbalwedstrijd dan wel anderszins in een Stadion bevindt." Artikel 10.2: "De KNVB is gerechtigd om (landelijke) Stadionverboden op te leggen aan een ieder die volgens een melding van een Club of het openbaar ministerie in of buiten het Stadion in het kader van een Voetbalwedstrijd:
- heeft gehandeld in strijd met deze voorwaarden;
- een strafbaar feit heeft begaan;
- zich zodanig heeft gedragen dat daardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal word geschaad."
Artikel 10.3: "Indien de KNVB op grond van artikel 10.2 een stadionverbod heeft opgelegd verbeurt betrokkene aan de KNVB een voor onmiddellijke opeising vatbare geldboete van maximaal € 450,00 per handeling in strijd met deze standaardvoorwaarden, strafbaar feit en/of gedraging waardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal word geschaad. (..)"
Artikel 10.4: "De KNVB is gerechtigd om de duur van het stadionverbod te verlengen, indien sprake is van het overtreden van een op grond van artikel 10.2 opgelegd Stadionverbod."
Artikel 10.5: "Indien sprake is van overtreding van een op grond van artikel 2 opgelegd Stadionverbod, verbeurt betrokkene aan de KNVB een (...) geldboete van maximaal € 900,00 voor de eerste overtreding, maximaal €1.500,00 voor de tweede overtreding en maximaal € 2.000,00 voor de derde en elke volgende overtreding (..)"
Artikel 10.6: `De KNVB kan die maatregelen nemen die, naar zijn oordeel, voor handhaving van een op grond van artikel 10.2 en 10.4 opgelegd stadionverbod noodzakelijk zijn':
1.4. [gedaagde] - supporter van Cambuur Leeuwarden - heeft op 11 maart 2005 met een geldig toegangsbewijs de voetbalwedstrijd FC Zwolle - Cambuur bezocht. Naar aanleiding van feit dat [gedaagde] toen het speelveld heeft betreden, heeft de KNVB hem bij deurwaardersexploit van 20 april 2005 een stadionverbod opgelegd, lopende van 21 april 2005 tot 21 april 2007 alsmede een boete van € 450,00. Het verbod is gebaseerd op de artikelen 10.2 en 10.6 van de algemene voorwaarden van de KNVB.
1.5. In de aanzegging in voormeld exploot is onder meer bepaald:
“(…)
3. Dat het gerekwireerde ([gedaagde], ktr) mitsdien niet zal zijn toegestaan gedurende de hiervoor onder 1. genoemde periode (de periode van het stadionverbod, ktr.) te vertoeven in of rond een stadion, dan wel in of rond bijbehorende gebouwen en terreinen, daaronder
- 3 - CV 07-23804
begrepen de toegangen en toegangswegen, waar een voetbalwedstrijd (...) zal plaatsvinden, plaatsvindt of zojuist heeft plaatsgevonden, ongeacht of gerekwireerde daarbij in het bezit is van een geldig toegangsbewijs.
(..)
8.Dat de KNVB bij het niet naleven van deze uitsluiting, naast wederom aanzeggen van een uitsluiting overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 10.4 en 10.5 van de standaardvoorwaarden voor een langere duur dan de onderhavige, opnieuw een geldboete toekomt, maar dan een hogere zulks overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.6 van de standaardvoorwaarden.
9. Dat nu de KNVB aan gerekwireerde (...) de toegang tot één of meer voetbalwedstrijden en/of één of meer stadions heeft ontzegd, gerekwireerde daartegen beroep kan aantekenen bij de Commissie Stadionverboden van de KNVB (..). "
1.6. [gedaagde] heeft tegen dit opgelegde verbod geen beroep aangetekend en heeft de boete betaald.
1.7. Uit een proces verbaal van bevindingen d.d. 23 november 2006 van de verbalisanten Goris en Baarsma van de politie Fryslan blijkt onder meer dat de verbalisanten [gedaagde] op 12 november 2006 om 16.35 uur, omstreeks 20 minuten na afloop van de voetbalwedstrijd Cambuur Leeuwarden - Haarlem op camerabeelden in de [straat] te Leeuwarden hebben zien lopen. De politie keek de beelden ambtshalve af in het kader van de genoemde wedstrijd.
1.8. Op grond van de voormelde bevindingen is aan [gedaagde] middels het deurwaardersexploit van 7 februari 2007 een verlengd stadionverbod van 18 maanden (van 21 april 2007 tot 21 oktober 2008) opgelegd alsmede een boete van € 900,00, op de grond dat [gedaagde] zich op 12 november 2006 had schuldig gemaakt aan huisvredebreuk en/of het schaden van het aanzien en de belangen van het voetbal. Voorts werd [gedaagde] gesommeerd een pasfoto in te leveren, bij gebreke waaraan de verlenging van het stadionverbod zou worden verdubbeld.
1.9. [gedaagde] is bij de commissie stadionverboden van de KNVB tegen de verlenging van het stadionverbod alsmede tegen de opgelegde boete van € 900,00 bij brief van 9 februari 2007 in beroep gekomen. De commissie heeft de beslissing van de KNVB op 9 maart 2007 bevestigd.
1.10. Bij brief van 20 maart 2007 heeft [gedaagde] de commissie verzocht het besluit te heroverwegen. Bij brief van 20 april 2007 heeft de commissie het verzoek afgewezen.
1.11. De gemachtigde van de KNVB heeft [gedaagde] bij brieven van 23 maart 2007, 16 april 2007 en 7 mei 2007 gemaand tot betaling over te gaan. [gedaagde] heeft niet betaald. Hij heeft evenmin een pasfoto ingeleverd.
Vordering
2. De KNVB vordert [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 1.118,36, zijnde € 900,00 wegens hoofdsom, € 135,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten, € 59,99 wegens betekeningskosten en € 23,37 wegens voor de dagvaarding verschuldigd geworden contractueel bedongen rente. De wettelijke rente wordt gevorderd vanaf 2 augustus 2007. De KNVB stelt, kort samengevat, dat zij zich sinds jaar en dag met haar ketenpartners bezighoudt met de handhaving van de openbare orde in en rondom voetbalstadions. Haar partners zijn onder meer de rijksoverheid, het Openbaar Ministerie, de politie en de
- 4 - CV 07-23804
gemeenten. In het kader van de ketensamenwerking heeft zij stadionverboden opgesteld, die zij op grond van haar standaardvoorwaarden kan laten gelden voor bezoekers met een geldig toegangskaartje. De voorwaarden worden niet in persoon overhandigd, gelet op de grote bezoekersaantallen. Bij de stadions staan borden, waarop de toepasselijkheid van de voorwaarden wordt vermeld. Van de voorwaarden kan kennis worden genomen bij de kassa's van de stadions en via internet en zij worden op verzoek toegezonden. Volgens de KNVB heeft [gedaagde] de toepasselijkheid van de voorwaarden in rechte erkend. De aanvankelijk opgelegde boete en het eerste stadionverbod heeft hij aanvaard.
3. De KNVB stelt voorts dat de algemene voorwaarden niet onredelijk bezwarend zijn. De bezwaren van [gedaagde] zijn met name gericht tegen de reikwijdte van het stadionverbod. Volgens de KNVB dient het stadionverbod tevens de onmiddellijke omgeving van de stadions te betreffen, ook al betreft het publieke ruimte. Daar kunnen zich eveneens openbare ordeproblemen afspelen.
4. De KNVB wijst er tenslotte op dat zij in haar voorwaarden heeft gekozen voor een vast, getrapt systeem van termijnen en boetes. Zij wil daarmee rechtsongelijkheid en willekeur tegengaan, maar anderzijds ook hardleerse personen met stijgende sancties confronteren. Dat beleid is hier toegepast en is jegens [gedaagde] niet onredelijk of onbillijk.
Verweer
5. [gedaagde] verweert zich tegen deze vordering. Zijn verweren worden in het onderstaande opgenomen en beoordeeld. Zijn conclusie van antwoord vermeldt als kop dat ook een conclusie van eis in reconventie is ingesteld. Die eis is echter niet geformuleerd, zodat aangenomen wordt dat de aanhef een misvatting betreft.
Beoordeling
6. Volgens het eerste verweer van [gedaagde] zijn de algemene voorwaarden van de KNVB niet van toepassing, nu hij daarvan geen kennis heeft kunnen nemen. Hij is al lange tijd niet in een stadion geweest en heeft geen kaartje gekocht.
Dat verweer wordt echter gepasseerd. [gedaagde] heeft onvoldoende weersproken gelaten
dat hij op 11 maart 2005 met een geldig toegangsbewijs de wedstrijd FC Zwolle – Cambuur heeft bezocht. Evenmin heeft hij weersproken dat aldus via de BVO met de KNVB een contractuele relatie tot stand is gekomen met de daarbij bedongen voorwaarden. Tenslotte is onbetwist dat [gedaagde] desgewenst van de voorwaarden kennis had kunnen nemen. Gelet op de door de KNVB geschetste omstandigheden, met name de massaliteit van het voetbalpubliek, wordt de toepasselijkheid van de voorwaarden daarmee aangenomen.
7. Volgens het tweede verweer van [gedaagde] is het eerste stadionverbod d.d. 25 april 2005 niet terecht opgelegd. De wedstrijdleiding had hem in een verkeerd vak geplaatst, tengevolge waarvan hij werd belaagd door supporters van de thuisclub. Hij kon zich alleen redden door het speelveld van FC Zwolle te betreden.
Ook dit verweer faalt. [gedaagde] heeft tegen het stadionverbod geen bezwaar gemaakt en heeft de opgelegde boete betaald. Daarmee heeft hij zijn recht verwerkt om de juistheid van de eerste sanctie te betwisten.
8. [gedaagde] voert in de derde plaats aan dat omgevingsverboden alleen door de lokale overheid uitgevaardigd mogen worden. De KNVB en de BVO's zijn primair verantwoordelijk voor de orde en veiligheid binnen de stadions en het is hun niet toegestaan hun bevoegdheid op te rekken. Voorts verwijt [gedaagde] de KNVB dat zij haar voorwaarden onjuist uitlegt. De
- 5 - CV 07-23804
artikelen 2 en 10.2 zijn strijdig, nu het eerstgenoemde alleen betrekking heeft op publiek dat zich in een stadion bevindt. De tweede bepaling noemt in of buiten het stadion. Bij twijfel over de reikwijdte van een beding dient de voor de consument meest gunstige uitleg te prevaleren.
9. Het verweer wordt gepasseerd. Gelet op de inhoud daarvan wordt aangenomen dat [gedaagde] betoogt dat de algemene voorwaarden naar omschrijving en inhoud onredelijk bezwarend zijn. De KNVB heeft onder meer als maatschappelijke taak om binnen haar mogelijkheden voetbalvandalisme en - geweld tegen te gaan. Inherent aan een voetbalwedstrijd is dat het publiek zich voor- en achteraf rondom het stadion begeeft. Openbare ordeproblemen kunnen zich niet alleen binnen, maar ook buiten het stadion voordoen, maar zijn dan wel gerelateerd aan de door de BVO en de KNVB georganiseerde wedstrijd. Niet valt in te zien waarom de taak van de KNVB zich niet zou mogen uitstrekken tot (een beperkt deel van het) publieke domein, mede nu er een maatschappelijk belang bestaat bij het delen van de expertise van de KNVB met haar ketenpartners.
10. Het verschil in de redactie tussen de beide genoemde bepalingen is onvoldoende relevant. In de eerste plaats heeft [gedaagde] in essentie niet betoogd dat hij niet begreep zich niet rondom het stadion te mogen begeven. Zijn grief is dat zijn bewegingsvrijheid teveel werd beperkt. In de tweede plaats zouden mogelijke misverstanden bij [gedaagde] opgelost moeten zijn door het exploit van 20 april 2005, waarin expliciet de omgeving van het stadion wordt genoemd.
11. In zijn vierde verweer heeft [gedaagde] aangevoerd dat hij na de wedstrijd van 12 november 2006 wel in de [straat] te Leeuwarden is geweest, maar niet in de directe omgeving van het stadion. De KNVB heeft hem geen inzicht willen of kunnen verschaffen waar hij is gesignaleerd, hetgeen al in de weg staat aan de oplegging van de boete.
Ook dit verweer faalt. [gedaagde] kan worden toegegeven dat de [straat] lang is. Volgens het proces verbaal van bevindingen was hij echter op camerabeelden te zien. De camera's hebben naar hun aard een beperkt bereik. Bovendien was [gedaagde] daar kort na het einde van de wedstrijd, in gezelschap van een andere bekende van de politie die eveneens een stadionverbod had. Daartegenover heeft [gedaagde] niet concreet en onderbouwd aangegeven dat hij zich ver buiten de omgeving van het stadion bevond.
12. [gedaagde] voert tenslotte aan dat de boete buitenproportioneel is, gelet op strafrechtelijke boetes voor veel zwaardere vergrijpen. Hij bepleit een matiging.
Ook het laatste verweer faalt. De standaardvoorwaarden van de KNVB kennen een heldere, getrapte opbouw. Sancties als de onderhavige worden pas opgelegd na een eerdere waarschuwing bij exploit. De vergelijking met strafrechtelijke normen is onvoldoende relevant, nog daargelaten dat [gedaagde] geen inzichtelijke parallellen heeft getrokken.
13. Nu de verweren niet slagen, worden de vorderingen toegewezen.
14. De door eiseres gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden over het toegewezen bedrag berekend naar het bij deze sector gebruikelijke tarief.
15. Dit betekent dat de vordering van de KNVB wordt toegewezen zoals hieronder wordt bepaald.
16. Bij deze uitkomst van de procedure wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van de KNVB.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. veroordeelt [gedaagde] om aan de KNVB te betalen:
- € 900,00 wegens hoofdsom
- € 135,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten;
- € 59,99 wegens betekeningskosten;
- € 23,37 wegens rente tot de datum van dagvaarding;
- de wettelijke rente over € 900,00 vanaf 2 augustus 2007 tot aan de dag der voldoening;
II. wijst af het meer of anders gevorderde;
III. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure aan de zijde van de KNVB gevallen, tot op heden begroot op:
- voor verschuldigd griffierecht € 151,00
- voor het exploot van dagvaarding € 70,85
- voor salaris van gemachtigde € 300,00
In totaal:
één en ander, voorzover verschuldigd, inclusief BTW; € 521,85
IV. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. F. van der Hoek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 mei 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter