ECLI:NL:RBAMS:2008:BC9315
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- W. Tonkens - Gerkema
- J.M. van Hall
- A.W.H. Vink
- Rechtspraak.nl
Vonnis in incident tot overlegging van stukken in de zaak KPN-Qwest c.s. tegen Cargill en Citibank
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam diende, hebben de eisers Cargill Financial Markets Plc en Citibank N.A. een vordering ingesteld tegen de gedaagden KPN B.V., Koninklijke KPN N.V., Qwest B.V., Qwest Communications International Inc. en een aantal natuurlijke personen. De vordering betreft een incident tot overlegging van stukken, waarbij KPN-Qwest c.s. stellen dat zij zich in een substantieel nadeliger bewijspositie bevinden dan Cargill en Citibank. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een ongelijke toegang tot bewijsstukken bestaat, wat in strijd is met het beginsel van 'Equality of Arms' zoals neergelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank heeft geoordeeld dat KPN-Qwest c.s. recht hebben op toegang tot de gevraagde documenten, waaronder de Administratie van KPNQwest en de Due Diligence dossiers, om zich adequaat te kunnen verweren tegen de vorderingen van Cargill en Citibank. De rechtbank heeft Cargill en Citibank veroordeeld om binnen 30 dagen na het wijzen van het vonnis afschrift te verstrekken van de relevante stukken aan KPN-Qwest c.s. De rechtbank heeft ook bepaald dat de kosten voor het verstrekken van deze stukken voor rekening van Cargill en Citibank komen. Dit vonnis is gewezen op 2 april 2008.