ECLI:NL:RBAMS:2007:BE9770

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
867196 DX EXPL 07-1217
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en ontbinding van effectenlease-overeenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 november 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en Dexia Bank Nederland N.V. De eiser in conventie, vertegenwoordigd door mr. M.H.M. Murrer, vorderde onder andere schadevergoeding en ontbinding van een effectenlease-overeenkomst die hij in 1999 had afgesloten. De eiser stelde dat hij door toedoen van Dexia had gedwaald en dat Dexia tekort was geschoten in haar zorgplicht. Dexia, vertegenwoordigd door dw. P. Swier, betwistte de vorderingen en stelde dat de eiser voldoende informatie had ontvangen bij het aangaan van de overeenkomst.

De kantonrechter oordeelde dat Dexia aansprakelijk was voor de schade die de eiser had geleden als gevolg van het niet nakomen van de zorgplicht. De rechter wees de vordering tot ontbinding van de lease-overeenkomst af, maar veroordeelde Dexia om aan de eiser een bedrag van € 2.121,96 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd Dexia veroordeeld om binnen tien dagen na betekening van het vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te informeren dat de eiser geen verplichtingen meer had uit de lease-overeenkomst. De kantonrechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer en anders gevorderde af.

De uitspraak benadrukt de zorgplicht van financiële instellingen bij het aangaan van lease-overeenkomsten en de gevolgen van het niet nakomen van deze zorgplicht. De rechter hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de eiser en de mate van eigen schuld bij het ontstaan van de schade. De kosten van de procedure werden voor een deel toegewezen aan Dexia, die ook in de kosten van de procedure aan de zijde van de eiser werd veroordeeld.

Uitspraak

vonnis effectenlease, zorgplicht, categoriemodel
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Rolnummer: 867196 DX EXPL 07-1217
Vonnis van 28 november 2007 (bij vervroeging)
F.no.: 596
Vonnis van de kantonrechter
i n z a k e
[eiser in conventie, verweerder in reconventie]
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
nader te noemen [eiser in conventie, verweerder in reconventie],
gemachtigde: mr. M.H.M. Murrer,
t e g e n
DEXIA BANK NEDERLAND N.V.
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde: dw. P. Swier.
Procedure
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 4 mei 2007, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties.
Bij tussenvonnis van 12 september 2007 is een comparitie bepaald die heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2007. Van hetgeen besproken is ter comparitie is proces-verbaal gemaakt.
Voorafgaand aan deze comparitie zijn van de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op 15 oktober 2007 ter griffie van deze rechtbank aanvullende stukken, een conclusie van antwoord in reconventie en een akte wijziging van eis ingekomen. Dexia heeft bij brief van 18 oktober 2007 aanvullende stukken ingediend. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft vervolgens op 19 oktober 2007 nogmaals een akte wijziging van eis ingediend. Al deze stukken behoren tot de gedingstukken.
Daarna is vonnis bepaald op heden.
Gronden van de beslissing
Indeling van het vonnis
1. Feiten
2. Vorderingen [eiser] in conventie
3. Standpunten [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
4. Standpunten Dexia
5. Vorderingen Dexia in reconventie
6. Verweer in reconventie
7. Beoordeling van de vorderingen in conventie en reconventie.
1. Feiten
In conventie en in reconventie
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van Dexia wordt (worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede begrepen.
1.2. Op of omstreeks 28 mei 1999 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een lease-overeenkomst ondertekend met de naam Triple Effect met maandbetaling waarop hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Labouchere (hierna: de lease-overeenkomst). Deze lease-overeenkomst, die tot stand is gekomen via Rood Advies Groep, is aangegaan onder nummer 51301939 voor een periode van 36 maanden. De overeenkomst bepaalt onder meer dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in totaal voor een aankoopsom (hoofdsom) van € 38.808,00 aandelen least en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] 36 maandelijkse termijnen van telkens € 226,19 verschuldigd was. De totale leasesom beliep € 46.950,70 waarin begrepen € 8.142,70 rente. Op of omstreeks 11 juni 2002 is de lease-overeenkomst verlengd voor een periode van wederom 36 maanden, uit hoofde van welke verlenging [eiser in conventie, verweerder in reconventie] 36 maandelijkse termijnen verschuldigd was van telkens € 226,38. De lease-overeenkomst is na het verstrijken van de looptijd beëindigd.
1.3. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verkeerde bij het aangaan van de lease-overeenkomst in de volgende omstandigheden: hij was 26 jaar oud en genereerde als schilder op booreilanden een netto maandinkomen van € 1.873,48. Zijn hoogst genoten opleiding is HTS (Boor en Productie Technologie). Het vermogen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bedroeg circa € 5.000,00. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] had geen beleggingservaring.
1.4. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft ter zake van deze lease-overeenkomst door middel van girale afschrijving in totaal € 15.613,38 aan Dexia betaald, te weten:
- 36 maandelijkse termijnen à € 226,19 tot een totaalbedrag van € 8.142,84;
- 33 maandelijkse termijnen à € 226,38 tot een totaalbedrag van € 7.470,54.
1.5. Op 27 mei 2005 heeft Dexia een eindafrekening opgesteld volgens welke [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit hoofde van de lease-overeenkomst nog verschuldigd was € 13.758,78 (hierna: de restschuld) waarvan € 452,76 aan achterstallige termijnbetalingen, € 45,38 aan eerste aflossingstermijn en € 38.762,62 aan restant hoofdsom. De opbrengst van de verkochte effecten bedroeg € 25.275,60. De restschuld is niet door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voldaan.
1.6. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft uit hoofde van de lease-overeenkomst van Dexia € 2.783,59 aan dividenden ontvangen. Een bedrag van € 226,38 aan dividend is verrekend met achterstallige betalingen.
1.7. In verband met dividendbelasting en renteaftrek heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] over de jaren 1999 tot en met 2006 fiscaal voordeel genoten van totaal € 1.225,37 (€ 473,00 dividendbelasting en € 752,37 renteaftrek).
1.8. Bij brief van 8 juni 2004 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de lease-overeenkomst vernietigd en zijn gronden hiertoe bij brief van 19 mei 2005 toegelicht c.q. aangevuld. In laatstgenoemde brief is de nietigheid van de lease-overeenkomst ingeroepen, althans vernietiging in rechte aangekondigd, en is Dexia gesommeerd binnen een termijn van 14 dagen aansprakelijkheid voor de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geleden schade te erkennen en een voorstel te doen tot vergoeding hiervan.
1.9. Bij brief van 28 maart 2007 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn opt-outverklaring afgelegd.
2. Vorderingen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in conventie
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert – na zijn eis tot twee keer toe te hebben gewijzigd – bij vonnis, zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. Primair:
te verklaren voor recht dat de lease-overeenkomst:
a. nietig is, althans,
b. buitengerechtelijk is vernietigd, althans,
c. buitengerechtelijk is ontbonden,
d. dat Dexia wanprestatie heeft gepleegd, althans,
e. dat Dexia jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een onrechtmatige daad heeft gepleegd,
f. dat Dexia jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aansprakelijk is voor de geleden en te lijden schade als gevolg van de wanprestatie en/of onrechtmatige daad,
g. dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet gehouden is de restschuld voortvloeiende uit de lease-overeenkomst te betalen;
Subsidiair:
de lease-overeenkomst te vernietigen dan wel te ontbinden.
2. Dexia te veroordelen om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen:
a. alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit hoofde van de lease-overeenkomst aan Dexia
betaalde bedragen met een totaal van € 15.160,62;
b. de wettelijke rente over de onder a bedoelde bedragen met ingang van de
datum van iedere betaling tot aan de dag der terugbetaling;
c. de proceskosten en kosten van de tenuitvoerlegging van het vonnis.
3. Dexia op straffe van verbeurte van een dwangsom te gebieden schriftelijk en onvoorwaardelijk aan de Stichting Bureau Kredietregistratie te Tiel (BKR) te berichten dat de registratie van de lease-overeenkomst blijvend ten gunste van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] moet worden verwijderd en/of gestaakt en/of gewijzigd.
3. Standpunten [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
3.1. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] legt aan zijn vorderingen hoofdzakelijk ten grondslag dat hij door toedoen
van Dexia heeft gedwaald, althans dat Dexia tekort is geschoten in de nakoming van haar zorgplicht(en), en/of onrechtmatig heeft gehandeld. Daarnaast heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich er op beroepen dat Dexia gehandeld heeft in strijd met een aantal andere door hem genoemde wettelijke regelingen en/of met een aantal voor Dexia geldende normen en criteria en dat de lease-overeenkomst als gevolg daarvan nietig zou zijn, danwel dat Dexia daardoor onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt tenslotte dat Dexia aansprakelijk is voor de gedragingen van Rood Advies Groep bij de totstandkoming van de lease-overeenkomst.
3.2. Volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is Dexia aansprakelijk voor de door hem geleden schade. De
schade bestaat volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit alle financiële gevolgen van het aangaan van de lease-overeenkomst althans uit de reeds door hem betaalde bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen met ingang van de dag van iedere betaling en uit gemaakte proceskosten en buitengerechtelijke kosten.
4. Standpunten Dexia
4.1. Dexia betwist dat de lease-overeenkomst door dwaling tot stand is gekomen, dat zij
tekort zou zijn geschoten in de nakoming van haar zorgplichten of dat zij onrechtmatig zou hebben gehandeld. Volgens Dexia beschikte [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij het aangaan van de lease-overeenkomst over alle relevante informatie. Dexia betwist aansprakelijk te zijn voor het handelen of nalaten van de tussenpersoon. Ook betwist Dexia dat zij de bepalingen – voor zover van toepassing – van de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] genoemde wetten en regelingen niet in acht zou hebben genomen.
4.2. Tenslotte betwist Dexia de schade, althans betwist zij daarvoor aansprakelijk te zijn.
In het geval Dexia wel gehouden mocht zijn tot vergoeding van enige schade, stelt Dexia zich op het standpunt dat de voordelen die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit hoofde van de lease-overeenkomst heeft genoten, in de schadeberekening dienen te worden betrokken. Tevens is er sprake van eigen schuld aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] waardoor de schade geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening dient te blijven.
5. Vorderingen Dexia in reconventie
5.1. In reconventie vordert Dexia [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van € 13.758,78, zijnde het resterende saldo van de door Dexia opgestelde eindafrekening, vermeerderd met de contractuele rente, althans de wettelijk rente, stellende dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in verzuim is met de nakoming van zijn verplichtingen uit de lease-overeenkomst.
6. Verweer in reconventie
6.1. Onder verwijzing naar het debat in conventie voert [eiser in conventie, verweerder in reconventie] naar aanleiding van de
ingestelde tegenvordering van Dexia aan dat hij niet in verzuim is nu de lease-overeenkomst op goede gronden buitengerechtelijk is vernietigd, dan wel vernietigd dient te worden.
7. Beoordeling van de vorderingen in conventie en reconventie
7.1. In het vonnis van deze rechtbank van 27 april 2007, LJN nummer BA 3914, zijn in een soortgelijk geschil een aantal rechtsvragen beantwoord en beoordelingsmaatstaven gegeven, waarvan voor dit geding met name van belang zijn:
strijd met de WCK en/of andere wetten en regelingen (rov 8.3)
misleidende reclame (rov 8.4);
dwaling (rov 8.5);
aansprakelijkheid voor tussenpersonen (rov 8.7);
toepasselijkheid Nadere Regeling Toezicht Effectenverkeer (NR), (rov 8.8);
nakoming zorgplicht (rov 8.9);
verdeling van het nadeel (rov 9);
De kantonrechter neemt de overwegingen uit het vonnis van 27 april 2007 op deze onderdelen over, voor zover daarvan niet hierna wordt afgeweken. De stellingen in conventie en in reconventie zullen zoveel mogelijk gezamenlijk behandeld worden. In het onderhavige geval komt dat neer op het volgende.
Aansprakelijkheid voor tussenpersonen
7.2. Een effecteninstelling is aansprakelijk voor gedragingen van een tussenpersoon, door wiens toedoen één of meer overeenkomsten als de onderhavige tot stand zijn gekomen. Het verweer van Dexia dat dit anders is wordt derhalve verworpen.
Strijd met WCK en andere wetten en regelingen
7.3. Dexia beschikte niet over een vergunning krachtens de WCK, op welke grond de (ver)nietig(baar)heid van de overeenkomst is bepleit. Daarnaast wordt aangevoerd dat er sprake is van nietigheid van de overeenkomst, dan wel van een tekortkoming of onrechtmatig handelen jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wegens strijd met andere wetten en regelingen.
7.4. De toepasselijkheid van de WCK en de andere hier bedoelde wetten en regelingen kan in het midden blijven. Ook indien [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich terecht op die regelingen zou beroepen, zouden de gevolgen daarvan eveneens beoordeeld moeten worden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid en zou zulks niet tot een ander oordeel leiden omtrent de door elk van partijen te dragen gevolgen van het aangaan van de betreffende overeenkomst, dan zou hebben te gelden zonder een zodanig beroep.
Misleidende reclame
7.5. Maatstaf bij de vraag of sprake is van misleidende reclame is – kort gezegd – hetgeen kon worden begrepen door een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument bij kennisneming van de betreffende reclame (HvJ EG 16 juli 1998, C-210/96, NJ 2000, 374). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat noch uit de lease-overeenkomst zelf noch uit de daarbij behorende brochure duidelijk blijkt dat hij belegde met geleend geld en/of dat zijn inleg verloren zou kunnen gaan. Dexia heeft volstaan met de algemene waarschuwing dat beleggen risico’s kent.
7.6. In het reclamemateriaal waar [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich op heeft beroepen, worden bij de oplettende lezing door een consument zoals hiervoor bedoeld, de wezenlijke kenmerken van het aangeboden product vermeld, zodat van misleidende reclame geen sprake is. Dit laat onverlet dat Dexia in het kader van haar zorgplicht de verplichtingen had zoals hierna omschreven.
Dwaling
7.7. Uit de inhoud van de lease-overeenkomst en de bijbehorende Bijzondere Voorwaarden Labouchere Effecten Lease had [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kunnen en moeten afleiden dat sprake was van een lening met renteverplichtingen voor de financiering van ten behoeve van hem gekochte effecten, en van een verplichting tot het op enig moment voldoen van het aankoopbedrag. De lease-overeenkomst geeft bovendien aan welke rente in rekening wordt gebracht en wat de totale leasesom is. Bij vragen daaromtrent had (ook) van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] enig nader onderzoek mogen worden verwacht. Voor zover [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken een overeenkomst is aangegaan, kan die onjuiste voorstelling derhalve niet tot vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling leiden. Ook dit laat de zorgplicht die Dexia overigens had onverlet.
Toepasselijkheid Nadere Regeling Toezicht Effectenverkeer (NR)
7.8. Dexia was bij het aanbieden van het onderhavige product gehouden aan de in de NR gecodificeerde zorgplicht. Het verweer van Dexia dat de NR onverbindend is treft geen doel.
Nakoming zorgplicht en toerekening van het nadeel
7.9. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft Dexia verweten dat Dexia te zijnen opzichte de op haar rustende
zorgplicht niet is nagekomen onder meer doordat Dexia niet of onvoldoende gewezen heeft op de risico’s van het onderhavige product. Het verweer van Dexia hiertegen dient als onvoldoende gemotiveerd en onvoldoende feitelijk onderbouwd gepasseerd te worden. Dexia had haar afnemers op niet mis te verstane wijze op die risico’s dienen te wijzen. De brochures en folders waar Dexia zich op beroept, houden een dergelijke waarschuwing niet in en door Dexia is ook niet gesteld of aangetoond dat zij op andere wijze aan deze informatieverplichting voldaan heeft. Dexia is derhalve aansprakelijk voor de als gevolg van dit tekortschieten opgetreden nadelige gevolgen.
7.10. Op gronden als vermeld in het vonnis van 27 april 2007 is het onaanvaardbaar om
Dexia onverkort alle nadeel te laten dragen en dient het voor rekening van Dexia komende nadeel te worden verminderd in evenredigheid met de, op een gemotiveerde schatting berustende, mate waarin aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] toe te rekenen omstandigheden tot het nadeel hebben bijgedragen. Dit overeenkomstig hetgeen de Hoge Raad heeft beslist in zijn arrest van 31 maart 2006, RvdW 2006, 328 (LJN: AU6092). Een en ander zal tot uitdrukking worden gebracht door toepassing van de hierna bedoelde maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Grondslag voor de hiervoor bedoelde schatting vormen de persoonlijke omstandigheden van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] die van invloed zijn op de waarschijnlijkheid dat de onderhavige overeenkomst tot stand zou zijn gekomen indien Dexia haar zorgplicht afdoende was nagekomen, mede gelet op de leasesom en op de overige verplichtingen uit de onderhavige rechtsverhouding met Dexia. Dit betreft met name (maar niet uitsluitend) de financiële omstandigheden van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] (bepalend voor de vraag of deze financiële risico's wenste te lopen en in hoeverre dat verantwoord was), de beleggingsdoelstellingen en de kennis en ervaring waarover [eiser in conventie, verweerder in reconventie] beschikte (zowel ten aanzien van beleggingen als daarbuiten), één en ander ten tijde van het aangaan van de overeenkomst. Ook andere omstandigheden kunnen een rol spelen, voor zover aangenomen kan worden dat die omstandigheden van wezenlijke invloed zijn geweest op de beslissing van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om de overeenkomst aan te gaan.
7.11. Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de
kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën van afnemers. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.3 bij de feiten zijn vermeld, is voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] categorie 2 van toepassing. Dit betekent in dit geval dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 60% van het nadeel voor rekening van Dexia dient te komen en het resterende percentage voor rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] komt. De door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit hoofde van de lease-overeenkomst genoten fiscale voordelen, waarvan Dexia heeft aangevoerd dat deze in de schadeberekening dienen te worden meegenomen, worden geacht in voornoemd percentage te zijn verdisconteerd.
7.12. In onderhavig geval gaat de kantonrechter voor het tijdstip van de berekening van het nadeel uit van 72 maanden, zijnde het moment dat de verlenging van de lease-overeenkomst eindigde. Hoewel [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voldoende financiële middelen had om de restschuld zoals deze na afloop van de oorspronkelijke tijdsduur van 36 maanden was ontstaan, te voldoen, heeft hij de lease-overeenkomst met 36 maanden verlengd om te bezien of een gunstiger resultaat kon worden behaald. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft aldus welbewust een financieel risico voor de tweede 36 maanden genomen. Dit risico dient voor rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te komen.
7.13. In onderhavig geval bedraagt het totale nadeel uit de lease-overeenkomst
€ 26.769,57. Dit nadeel is berekend door het totaal van de verschuldigde maandtermijnen
(€ 16.292,52), te vermeerderen met het restant van de hoofdsom van de geldlening
(€ 38.762,62) en te verminderen met de opbrengst van de geleasete effecten (€ 25.275,60) en met een bedrag van € 3.009,97 wegens verrekende en aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uitgekeerde dividenden.
7.14. Van het totale nadeel uit de overeenkomst dient, gelet het in 7.11 genoemde percentage, een bedrag van € 10.707,83 voor rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te blijven.
7.15. Door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is in het kader van de overeenkomst een bedrag van € 15.613,38
betaald. Hierop dienen zowel de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ontvangen dividenden (€ 2.783,59) als ook het hiervoor berekende bedrag dat voor rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dient te blijven (€ 10.707,83) in mindering te worden gebracht. Dexia dient derhalve per saldo € 2.121,96 aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te voldoen.
Wettelijke rente
7.16. Met betrekking tot de wettelijke rente heeft Dexia nog aangevoerd dat zij eerst in
verzuim heeft kunnen geraken na in gebreke te zijn gesteld. De kantonrechter kan Dexia hierin niet volgen. Immers, Dexia heeft de op haar rustende zorgplicht, na schending daarvan vóór de totstandkoming van de lease-overeenkomst, nadien niet meer deugdelijk kunnen nakomen. In die zin – en ook overigens – is voor het intreden van verzuim niet vereist dat Dexia in gebreke is gesteld. Aangezien voorts het als gevolg van de schending van de zorgplicht geleden nadeel is ontstaan met de aan Dexia gedane betalingen, dient voor de bepaling van de ingangsdatum van de wettelijke rente telkens te worden uitgegaan van de data waarop [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn betalingen aan Dexia heeft verricht (zie in deze zin hof te Amsterdam 24 mei 2007, LJN BA5684). Tevens dient in ogenschouw te worden genomen dat het in dit verband in aanmerking te nemen nadeel niet alleen bestaat uit door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betaalde termijnen, maar ook uit nog verschuldigde doch niet betaalde termijnen en restschuld. Dit brengt mee dat de betalingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor de berekening van de wettelijke rente niet geheel, maar voor een deel in aanmerking worden genomen. Het in aanmerking te nemen deel is een breuk, waarbij de teller wordt gevormd door het bedrag dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dient terug te ontvangen en de noemer door het bedrag dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ter zake van de leaseovereenkomst aan Dexia heeft betaald. De aldus voor de berekening van de wettelijke rente in aanmerking te nemen hoofdsom is te stellen op 13,6% van de maandtermijnen, telkens vanaf hun betaaldata.
Ontbinding
7.17. De door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gevorderde ontbinding van de lease-overeenkomst wordt afgewezen. Nog daargelaten of het schenden van de zorgplicht door Dexia in de precontractuele fase als een (voor)contractuele tekortkoming kan worden geduid, zullen de gevolgen van zodanige ontbinding eveneens naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid bepaald dienen te worden en zal de beslissing daaromtrent niet tot een ander resultaat leiden dan waartoe binnen het hiervoor weergegeven kader is beslist. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft derhalve bij deze vordering geen belang.
Schadevergoeding
7.18. De overigens door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gevorderde vergoeding voor de geleden en te lijden schade wordt afgewezen. De in verband daarmee gestelde feiten en omstandigheden, de negatieve financiële gevolgen voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] daaronder begrepen, zijn verdisconteerd in het oordeel omtrent de verplichtingen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid thans tussen partijen hebben te gelden.
Buitengerechtelijke kosten
7.19. De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden toegewezen berekend over
het toegewezen bedrag naar het bij deze sector kanton gebruikelijke tarief, neerkomende op € 357,00 (inclusief BTW).
BKR-registratie
7.20. Nu [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ingevolge dit vonnis geen betalingsverplichtingen jegens Dexia meer heeft, zal de vordering met betrekking tot de BKR-registratie worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gematigd als na te melden en de termijn waarbinnen Dexia aan haar na te melden verplichting moet voldoen zal worden gesteld op tien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis.
7.21. De overige stellingen van partijen in conventie behoeven geen behandeling meer.
Vordering in reconventie
7.22. Uit het voorgaande volgt dat de door Dexia ingestelde reconventionele vordering
dient te worden afgewezen. De in verband daarmee gestelde gronden, feiten en omstandigheden zijn verdisconteerd in het oordeel in conventie omtrent de verplichtingen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid thans tussen partijen hebben te gelden.
Proceskosten
7.23. Gelet op de uitslag van de procedure in conventie en in reconventie dient Dexia te
worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie en in reconventie.
Uitvoerbaar bij voorraad
7.24. Er is bij afweging van de belangen van beide partijen bij de onderhavige uitspraak onvoldoende aanleiding het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
7.25. Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhouding.
Beslissing
De kantonrechter:
in conventie
I. veroordeelt Dexia om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen € 2.121,96, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend over 13,6% van de betaalde maandtermijnen telkens vanaf hun betaaldata tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede € 357,00 voor buitengerechtelijke incassokosten;
II. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht € 106,00
voor het exploot van dagvaarding € 84,31
voor salaris van gemachtigde € 350,00
In totaal € 540,31
III. veroordeelt Dexia om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen verplichtingen uit de lease-overeenkomst meer heeft, op straffe van een dwangsom van € 100,- voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000,-;
IV. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
V. wijst af het meer en anders gevorderde;
in reconventie
VI. wijst de vordering af;
VII. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van eisers gevallen,
tot op heden begroot op € 87,50 aan salaris van gemachtigde en op nihil aan
verschotten.
Aldus gewezen door mr. W.A.J.P. van den Reek, kantonrechter, en bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 november 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter