ECLI:NL:RBAMS:2007:BB8726
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onvoldoende beslissing op verzoek om schadevergoeding na wegslepen voertuig
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 november 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder, dat betrekking had op het wegslepen van zijn auto wegens overtreding van een parkeerverbod. Eiser had niet alleen bezwaar gemaakt tegen het wegslepen, maar ook een verzoek om schadevergoeding ingediend voor de kosten en het ongemak die uit het wegslepen voortvloeiden. Verweerder had het bezwaar gegrond verklaard en het besluit tot wegslepen herroepen, maar had het verzoek om schadevergoeding afgewezen voor kosten die onder het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) vallen, en had het verzoek voor andere kosten doorgestuurd naar de verzekeraar voor civielrechtelijke afhandeling.
De rechtbank oordeelde dat verweerder ten onrechte niet had beslist op het verzoek om schadevergoeding. De rechtbank stelde vast dat het verzoek om schadevergoeding een zelfstandig verzoek was dat verweerder had moeten behandelen. De doorverwijzing naar de verzekeraar werd niet als een geldige beslissing beschouwd, omdat er geen beslissing was genomen over de schade die niet onder het Bpb viel. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit voor zover het verzoek om schadevergoeding niet was behandeld, en droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd bepaald dat de gemeente Amsterdam het door eiser betaalde griffierecht van € 141,- diende te vergoeden.
Deze uitspraak benadrukt de verplichting van bestuursorganen om op verzoeken om schadevergoeding te beslissen en dat een doorverwijzing naar een verzekeraar niet volstaat als er geen beslissing is genomen over de schadevergoeding.