ECLI:NL:RBAMS:2006:AZ4443

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 september 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
333421
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake aanneemovereenkomst en vervalste e-mail met betrekking tot arbitragebeding

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam, ging het om een geschil tussen twee partijen, aangeduid als A en B, met betrekking tot een aanneemovereenkomst. De procedure begon met een incident waarin B werd beschuldigd van het vervalsen van een e-mail van 27 juni 2003. A betwistte de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden RVOI 2001, die een arbitragebeding bevatten. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 12 april 2006 B de gelegenheid gegeven om te reageren op het verweer van A, maar B heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

Op 27 september 2006 heeft de rechtbank in het incident uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat A onvoldoende bewijs had geleverd dat de algemene voorwaarden, inclusief het arbitragebeding, van toepassing waren op de aanneemovereenkomst. Tevens werd vastgesteld dat B niet voldoende feiten had aangedragen om te concluderen dat de rechtbank onbevoegd was om het geschil te behandelen. Daarom werd de vordering van A afgewezen.

B werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het incident, die door de rechtbank zijn begroot op € 452,-. De zaak werd vervolgens doorverwezen naar de rol van 8 november 2006 voor het nemen van conclusie van antwoord aan de zijde van B. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J. Thomas en openbaar gemaakt op 27 september 2006.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 333421 / HA ZA 06-140
Vonnis in incident van 27 september 2006
in de zaak van
A,
wonende te,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
procureur mr. P.H. Boekel,
tegen
B,
wonende te,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
procureur mr. A. van Hees.
Partijen zullen hierna A en B genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis in incident van 12 april 2006.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
De beoordeling in het incident
Bij voornoemd tussenvonnis is B in de gelegenheid gesteld voor de rol van 10 mei 2006 bij akte te reageren op het verweer van A dat de e-mail van 27 juni 2003 zou zijn vervalst. B heeft hier geen gebruik van gemaakt.
Nu de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden RVOI 2001 (hierna: de AV) door A is betwist en het verweer dat voornoemde e-mail van 27 juni 2003 zou zijn vervalst door B niet is weersproken, is niet althans onvoldoende vast komen staan dat de AV, waaronder het arbitragebeding, van toepassing zijn op de tussen partijen afgesloten aanneemovereenkomst. Nu B onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld, die tot het oordeel kunnen leiden dat de rechtbank onbevoegd is kennis te nemen van het geschil, zal de vordering worden afgewezen.
B zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit incident.
De beslissing
De rechtbank
in het incident
- wijst de vordering af;
- veroordeelt B in de op het incident gevallen kosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van A begroot op € 452,- (vierhonderdtweeënvijftig euro);
in de hoofdzaak
- verwijst de zaak naar de rol van woensdag 8 november 2006 voor het nemen van conclusie van antwoord aan de zijde van B.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Thomas en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2006.?