ECLI:NL:RBAMS:2006:AY3896
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toelating van een verstandelijk gehandicapt kind tot regulier voortgezet onderwijs
In deze zaak hebben ouders van een verstandelijk gehandicapt kind, dat niet verbaal kan communiceren en motorische problemen heeft, hun dochter aangemeld bij drie reguliere scholen voor voortgezet onderwijs. De toelating is door alle scholen geweigerd, omdat zij niet in staat waren om, zelfs met extra ondersteuning, kwalitatief goed onderwijs te bieden dat aansluit bij de behoeften van het kind. De rechtbank Amsterdam heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de zwaarte van de handicaps van het kind het onmogelijk maakt om het niveau van het geboden onderwijs te halen. De rechtbank oordeelt dat de eisen die aan de begeleiding en het onderwijs worden gesteld, zodanig hoog zijn dat het bieden van passend onderwijs in klassikaal verband niet realistisch is. Zelfs met de inzet van extra middelen is het niet haalbaar om het kind adequaat te onderwijzen.
De ouders hebben bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de bestuurscommissie van de Scholengemeenschap Reigersbos, die de toelating van hun dochter had geweigerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Commissie voor de Indicatiestelling (CVI) een indicatiestelling heeft afgegeven, waardoor de ouders de keuze hebben voor speciaal of regulier onderwijs. De rechtbank heeft de argumenten van de ouders, waaronder de stelling dat de school niet in het schoolplan heeft vastgelegd hoe zij omgaat met leerlingen die recht hebben op leerlinggebonden financiering, niet gegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de weigering van de toelating door de school gerechtvaardigd was, gezien de specifieke behoeften van het kind en de beperkingen van de school.
De rechtbank heeft het beroep van de ouders ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden en het bestuursorgaan binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.