ECLI:NL:RBAMS:2006:AX7836

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13.497473-2005
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van overlevering aan Spanje wegens ongenoegzaamheid der stukken

Op 26 mei 2006 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Spanje. De overlevering werd verzocht voor de tenuitvoerlegging van een resterende vrijheidsstraf van 1 jaar en 2 maanden, die deel uitmaakt van een totaal van 17 jaar, 11 maanden en 9 dagen aan opgelegde straffen. De rechtbank heeft de overlevering geweigerd op grond van artikel 2 van de Overleveringswet, omdat het Europees aanhoudingsbevel (EAB) niet voldeed aan de vereisten die aan een EAB worden gesteld. De officier van justitie had verzocht om aanhouding van de behandeling in afwachting van aanvullende informatie van de Spaanse autoriteiten, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de gebreken in het EAB niet konden worden hersteld binnen de gestelde termijnen, en dat de overlevering daarom niet kon plaatsvinden. De opgeëiste persoon, geboren in 1965 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was op dat moment gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting ‘Flevoland’. De rechtbank heeft ook de verzoeken van zowel de officier van justitie als de raadsman om aanhouding afgewezen, en heeft geconcludeerd dat de overlevering niet kon worden toegestaan wegens schending van de wettelijke vereisten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13.497473-2005
RK nummer: 06/1400
Datum uitspraak: 26 mei 2006
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 5 april 2006 en strekt onder meer tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB), uitgevaardigd op 21 oktober 2005 door de justitiële autoriteit, de rechter verbonden aan de Rechtbank van Toezicht op het Gevangeniswezen N°. 1 (‘Juzgado de Vigilancia Penitenciaria Número 1) te Aragón (Zaragoza) Spanje. Dit bevel betreft de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans uit anderen hoofde gede-tineerd in de Penitentiaire Inrichting ‘Flevoland’,
Huis van Bewaring ‘Lelystad’ te Lelystad,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.
1. Procesgang
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 26 mei 2006. Daarbij zijn de offi-cier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. V.L. Koppe, advocaat te Amsterdam gehoord. De opgeëiste persoon is bijgestaan door een tolk in de Spaanse taal.
2. Grondslag en inhoud van het EAB
Aan het EAB ligt een voorziening (‘court order’) van 25 april 2005 ten grondslag.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging op het grondgebied van de uitvaardigende staat van een resterende vrijheidsstraf voor de duur van 1 jaar en 2 maanden.
Deze vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd en betreft volgens het EAB negen voor ten uitvoerlegging vatbare vonnissen voor een totaal van 17 jaar, 11 maanden en 9 dagen, waarvan nog 1 jaar en 2 maanden uitgezeten dienen te worden. Het EAB verwijst vervolgens naar de volgende referentienummers en rechtbanken:
- 3/92, 299/92, 309/92 en 315/92, Instructierechtbank 1 Manfresa,
- 38/92 Instructierechtbank 2 Picassent,
- 129/94 Strafrechtbank 5 Alicante,
- 172/93 Strafrechtbank 21 Barcelona,
- 255/91 Strafrechtbank 5 Palma de Mallorca,
- 1197/90 Strafrechtbank 2 Tarragona.
Deze vonnissen betreffen de feiten zoals die zijn omschreven in een door de griffier gewaarmerkte en als bijlage aan deze uitspraak gehechte fotokopie van onderdeel e) van het EAB.
3. Identiteit van de opgeëiste persoon
De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn, dat hij niet de Nederlandse, maar de Spaanse nationaliteit heeft.
4. Verzoeken tot aanhouding
Zowel de officier van justitie als de raadsman heeft om aanhouding van de behandeling verzocht.
- De officier van justitie heeft dit verzoek gedaan in afwachting van de ontvangst van namens haar op 24 april 2006 schriftelijk aan de uitvaardigende autoriteit gevraagde informatie met betrekking tot de omschrijving van de verschillende feiten en de data van de verschillende vonnissen. Bovendien was verzocht om toezending van de toepasselijke Spaanse wettelijke bepalingen. Op 18 mei 2006 heeft de officier van justitie reeds op voorhand aan de rechtbank meegedeeld dat de gevraagde informatie niet was ontvangen en dat deze informatie, na ontvangst, waarschijnlijk nog vertaald diende te worden.
- De raadsman heeft ter zitting om aanhouding gevraagd. Hij heeft aangekondigd contact te willen zoeken met zijn confrère in Spanje die de opgeëiste persoon in zijn eerdere procedures heeft bijgestaan en wenst nadere informatie over de vraag of en in hoeverre het recht van de opgeëiste persoon op vervroegde invrijheidstelling is beïnvloed door de omstandigheid dat de opgeëiste persoon zich in Spaanse gevangenschap heeft verzet tegen het gehanteerde penitentiaire regime.
De raadsman heeft voorts gewezen op de slechte gezondheidstoestand van de opgeëiste persoon en meegedeeld voornemens te zijn verweer tegen de gevraagde overlevering te voeren op humanitaire gronden.
De rechtbank wijst, gelet op de hieronder staande beslissing, beide verzoeken af.
5. Artikel 2 OLW
De rechtbank is van oordeel dat het EAB in vele opzichten niet voldoet aan de vereisten die artikel 2 van de OLW aan een EAB stelt. Ondanks daartoe strekkende verzoeken van het parket van de Officier van Justitie is het EAB niet aangevuld. De rechtbank heeft niet de verwachting dat een korte aanhouding van de behandeling, passend bij de termijnen gesteld in artikel 22 van de OLW, zal leiden tot completering van het EAB.
De rechtbank zal de overlevering weigeren wegens schending van de in artikel 2 OLW genoemde vereisten.
6. Slotsom
Nu ten aanzien van de feiten waarvoor de overlevering wordt gevraagd is vastgesteld dat niet aan alle eisen is voldaan die de OLW daaraan stelt, dient de overlevering te worden geweigerd.
7. Toepasselijke wetsbepalingen
Artikelen 2, 5 en 7 van de Overleveringswet.
8. Beslissing
WEIGERT de overlevering van [opgeëiste persoon] aan de rechter verbonden aan de Rechtbank van Toezicht op het Gevangeniswezen N°. 1 (‘Juzgado de Vigilancia Penitenciaria Número 1) te Aragón (Zaragoza) Spanje, ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende staat wegens de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.
Aldus gedaan door
mr. E.D. Bonga-Sigmond, voorzit-ter,
mrs. J.C. Boeree en N. Rozemond, rech-ters,
in tegenwoordigheid van L.C. Werkman, grif-fier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 26 mei 2006.
De jongste rechter is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, van de OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.