ECLI:NL:RBAMS:2005:AV0126
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J.R.M. Vermolen
- R.B. Kleiss
- P.B. Martens
- Rechtspraak.nl
Weigering van overlevering aan België wegens onvoldoende garanties voor een nieuw proces
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 september 2005 uitspraak gedaan over de vordering tot overlevering van een opgeëiste persoon aan België. De vordering was ingediend door de officier van justitie en betrof een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Advocaat-generaal bij het Hof van beroep te Gent. De rechtbank heeft de vordering behandeld op openbare zittingen op 19 augustus en 9 september 2005, waarbij de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. A.H.J. Bals, aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet in persoon was gedagvaard voor de zitting die leidde tot het arrest van het Hof van beroep te Gent van 2 januari 2001. Dit was een belangrijk punt, omdat de rechtbank moest beoordelen of de Belgische autoriteiten voldoende garanties konden bieden dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering in de gelegenheid zou worden gesteld om een nieuw proces te verzoeken en aanwezig te zijn op de terechtzitting. De rechtbank oordeelde dat de garantie die door de Advocaat-generaal was gegeven, onvoldoende was, omdat deze slechts een verwachting uitsprak en geen zekerheid bood.
De rechtbank verwees naar de relevante wetgeving, met name artikel 12 van de Overleveringswet (OLW), en naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad. Gezien het feit dat België niet is aangesloten bij het tweede aanvullend protocol van het Europees Uitleveringsverdrag, was er een risico dat de opgeëiste persoon niet adequaat zou worden geïnformeerd over zijn rechtspositie na overlevering.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de overlevering geweigerd en het bevel tot gevangenhouding opgeheven. De rechtbank concludeerde dat niet aan de eisen van artikel 12 OLW was voldaan, waardoor de overlevering niet kon worden toegestaan. Tegen deze uitspraak stond geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de OLW.