ECLI:NL:RBAMS:2005:AU8010

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 december 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
330959
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot bijzondere voorziening voor Van der Hoop Bankiers N.V. in het kader van de Wet toezicht kredietwezen 1992

In deze zaak heeft de Nederlandse Bank (DNB) op 9 december 2005 een verzoek ingediend bij de Rechtbank Amsterdam om te verklaren dat Van der Hoop Bankiers N.V. verkeert in een toestand die in het belang van de gezamenlijke schuldeisers bijzondere voorzieningen behoeft. DNB heeft vastgesteld dat de liquiditeitspositie van Van der Hoop ontoereikend is, met een saldo van meer dan € 140 miljoen aan direct opeisbare middelen, terwijl de kredietfaciliteiten slechts € 68 miljoen bedragen. Daarnaast is er een zorgwekkende ontwikkeling in de solvabiliteit van Van der Hoop, hoewel deze nog niet onder het vereiste percentage van 8% is gedaald. Van der Hoop heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van DNB en heeft ingestemd met de benoeming van bewindvoerders.

Tijdens de openbare zitting op dezelfde dag heeft de procureur van Van der Hoop verklaard dat zij instemmen met het verzoek en de benoeming van mr. R.J. Graaf Schimmelpenninck en H.P. de Haan RA als bewindvoerders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de toewijzing van het verzoek noodzakelijk is gezien de huidige liquiditeit van de onderneming. De rechtbank heeft vervolgens besloten om de verklaring van DNB te honoreren en heeft de duur van deze verklaring vastgesteld op anderhalf jaar.

In de beschikking heeft de rechtbank ook mr. R.H.C. Jongeneel benoemd als rechter-commissaris en de bewindvoerders benoemd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. W.A.H. Melissen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

rekestnummer HA-RK 05.939
9 december 2005
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
TWEEDE ENKELVOUDIGE KAMER
Beschikking op het op 9 december 2005 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift van:
de naamloze vennootschap DE NEDERLANDSCHE BANK N.V.,
statutair gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
procureur mr. D.A. van der Stelt,
welk verzoekschrift is gericht tegen:
de naamloze vennootschap VAN DER HOOP BANKIERS N.V., gevestigd te Amsterdam,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam,
onder dossiernummer: 33139299,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam aan de Herengracht 469,
gerekwestreerde,
procureur mr. C.M. Harmsen.
Verzoekster wordt hierna DNB genoemd. Gerekwestreerde wordt Van der Hoop genoemd.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter openbare terechtzitting van 9 december 2005 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Bij die gelegenheid heeft mr. D.A. van der Stelt het verzoekschrift van DNB toegelicht. De procureur van Van der Hoop heeft verklaard in te stemmen met het verzoek en met de benoeming van mr. R.J. Graaf Schimmelpenninck en H.P. de Haan RA tot bewindvoerders.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. DNB verzoekt de rechtbank te verklaren dat Van der Hoop verkeert in een toestand welke in het belang van de gezamenlijke schuldeisers bijzondere voorziening behoeft, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 71 en verder van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (WtK 1992), met benoeming van mr. R.J. Graaf Schimmelpenninck en H.P. de Haan RA tot bewindvoerders, met bepaling van de geldigheidsduur van deze verklaring op anderhalf jaar en met benoeming van een lid van de rechtbank als rechter-commissaris.
Zij legt aan dit verzoek ten grondslag Van der Hoop een kredietinstelling is die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 6 lid 1 WtK 1992. DNB heeft geconstateerd dat de liquiditeitspositie van Van der Hoop ontoereikend is nu het saldo van de aan Van der Hoop toevertrouwde direct opeisbare middelen per 9 december 2005 ruim € 140 miljoen bedraagt, terwijl Van der Hoop nog slechts de beschikking heeft over kredietfaciliteiten ten bedrage van € 68 miljoen.
Daarnaast is vertoont ook de solvabiliteit naar het oordeel van de Nederlandse Bank een gevaarlijke ontwikkeling, gezien risico’s die op termijn bestaan, al is de solvabiliteit thans nog niet gedaald onder het in de richtlijnen van DNB neergelegde percentage van 8% van het gewogen risico van de activa op de balans van de instelling.
DNB acht toewijzing van het verzoek in het belang van de crediteuren.
2. Van der Hoop heeft geen verweer gevoerd. Zij erkent dat toewijzing van het verzoek wenselijk is, gezien de huidige liquiditeit van de onderneming.
3. Gezien het bovenstaande acht de rechtbank de toewijzing van het verzoek geboden.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart dat de naamloze vennootschap Van der Hoop Bankiers N.V., voornoemd, verkeert in een toestand welke in het belang van de gezamenlijke schuldeisers bijzondere voorziening behoeft, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 71 en verder van de Wet toezicht kredietwezen 1992;
- bepaalt de duur van deze verklaring op anderhalf jaar;
- benoemt tot rechter-commissaris het lid van deze rechtbank mr. R.H.C. Jongeneel,
- benoemt tot bewindvoerder de advocaat en procureur mr. R.J. Graaf Schimmelpenninck, Postbus 75505, 1070 AM Amsterdam;
- benoemt tot bewindvoerder de heer H.P. de Haan RA;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. W.A.H. Melissen, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 december 2005 te 20.35 uur, in tegenwoordigheid van mr. A.A.J. Wissink als griffier.