ECLI:NL:RBAMS:2004:AR4509
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.D. Bonga-Sigmond
- L.E. Kalff
- P.B. Martens
- Rechtspraak.nl
Overlevering van een opgeëiste persoon aan Duitsland wegens oplichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 oktober 2004 uitspraak gedaan in een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet, ingediend door de officier van justitie. De vordering betreft de overlevering van een opgeëiste persoon aan de Duitse autoriteiten op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB), dat is uitgevaardigd door Th. Luxa, Staatsanwalt te Berlijn, op 6 september 2004. De opgeëiste persoon, geboren in 1969 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was op dat moment gedetineerd in Huis van Bewaring “De Karelskamp” te Almelo. Het EAB is gebaseerd op een arrestatiebevel van het Amtsgericht Tiergarten van 20 januari 2004 en een aanvullend besluit van 17 augustus 2004, beide gerelateerd aan de verdenking van oplichting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Duitse autoriteiten rechtsmacht hebben aangetoond door middel van de relevante wetgeving en dat de feiten van oplichting zich in Duitsland hebben voorgedaan. De rechtbank heeft de overlevering van de opgeëiste persoon toegestaan voor drie strafbare feiten, zoals vermeld in het EAB, waaronder 'Betrug und versuchter Betrug in zwei Fällen'. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Duitse strafbepaling met betrekking tot 'Urkundenfälschung' niet als apart feit zal worden behandeld, in lijn met het vertrouwensbeginsel.
De zitting vond plaats op 15 oktober 2004, waar de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. Th.U. Hiddema, aanwezig waren. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat hij niet schuldig is aan de feiten, maar heeft dit niet kunnen onderbouwen. De rechtbank concludeert dat aan alle eisen van de Overleveringswet is voldaan en dat de overlevering dient te worden toegestaan. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29 van de Overleveringswet.