ECLI:NL:RBAMS:2004:AR4215
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.D. Bonga-Sigmond
- P.B. Martens
- J.N.A. Jolink
- Rechtspraak.nl
Overleveringswet en Europees Aanhoudingsbevel in de zaak tegen de opgeëiste persoon
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 1 oktober 2004, werd een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet ingediend door de officier van justitie. Deze vordering was gericht op de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB), dat was uitgevaardigd door K. Thys, onderzoeksrechter bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen, België. Het EAB betrof de aanhouding en overlevering van een verdachte die geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland had. De officier van justitie meldde tijdens de zitting dat de kort gedingrechter te Den Haag op 30 september 2004 had geoordeeld dat de aanhouding van de opgeëiste persoon onrechtmatig was en gelastte deze met onmiddellijke ingang in vrijheid te stellen.
De rechtbank constateerde dat de opgeëiste persoon zich niet meer in Nederland bevond, wat leidde tot de conclusie dat de officier van justitie niet-ontvankelijk was in haar vordering. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. E.D. Bonga-Sigmond en de rechters mrs. P.B. Martens en J.N.A. Jolink, in aanwezigheid van griffier G. Bos. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag, 1 oktober 2004.