ECLI:NL:RBAMS:2004:AO9686
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- T.G. van der Schroeff
- W.M.C. van den Berg
- J.N.A. Jolink
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachten in moordzaak G.M. de Vries door rechtbank Amsterdam
Op 18 mei 2004 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen twee verdachten van de moord op mevrouw G.M. de Vries, gepleegd in 1988. De rechtbank heeft beide verdachten vrijgesproken, omdat zij de door verschillende getuigen afgelegde belastende verklaringen onbetrouwbaar en niet geloofwaardig achtte. Er was geen technisch bewijs beschikbaar om de verdachten te veroordelen. De rechtbank heeft de getuigenverklaringen kritisch beoordeeld, waarbij het tijdsverloop en de inconsistenties in de verklaringen van de getuigen een belangrijke rol speelden. De rechtbank concludeerde dat de hoeveelheid juiste en onjuiste informatie die de getuigen sinds 1988 hadden ontvangen, de oorspronkelijke herinneringen ernstig had kunnen verstoren. Dit leidde tot de conclusie dat het telastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de bevelen tot inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis rechtmatig waren, gezien de verdenking en ernstige bezwaren tegen de verdachten. Uiteindelijk heeft de rechtbank het telastegelegde niet bewezen verklaard en de verdachten vrijgesproken, waarbij het bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven.