ECLI:NL:RBAMS:2004:AO7343

• Datum uitspraak: 9 april 2004
• Publicatiedatum: 4 april 2013
• Zaaknummer: 13/127456-03
• Instantie: Rechtbank Amsterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Eerste aanleg - meervoudig
• Rechters: A.C. Enkelaar; J. Kloosterhuis; A.P. van der Linden
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Terugverwijzing van een minderjarige verdachte van groepsverkrachting voor triple-onderzoek

Op 9 april 2004 heeft de Rechtbank Amsterdam in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte van groepsverkrachting een interlocutoir vonnis uitgesproken. De rechtbank heeft de zaak terugverwezen naar de rechter-commissaris voor het uitvoeren van een triple-onderzoek. Dit besluit volgde op een zitting op 29 maart 2004, waaruit bleek dat het onderzoek niet volledig was geweest. De gedragsdeskundigenrapportages van een kinder- en jeugdpsychiater en een psycholoog/psychotherapeut gaven aan dat de verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens en een groot recidiverisico vertoont. Behandeling van de verdachte werd zelfs als gecontraïndiceerd beschouwd.

De rechtbank oordeelde dat, gezien de ernst van de situatie, het noodzakelijk was om een diepgaand onderzoek te laten uitvoeren. Dit zou in de vorm van een triple-rapportage moeten gebeuren, waarbij ook de Raad voor de Kinderbescherming betrokken zou worden. De rechtbank besloot het onderzoek ter terechtzitting te schorsen en te heropenen op een later tijdstip, met de verplichting dat dit binnen negentig dagen na de uitspraak zou plaatsvinden. De rechtbank gaf ook opdracht tot de oproeping van de verdachte, diens raadsman en ouders voor de nieuwe zitting.

Dit vonnis benadrukt de zorgvuldigheid die in dergelijke gevoelige zaken moet worden betracht, vooral wanneer het gaat om minderjarigen en de impact van hun geestelijke gezondheid op de rechtsgang. De rechtbank heeft hiermee een belangrijke stap gezet in het waarborgen van een rechtvaardig proces voor de verdachte, door te zorgen voor een grondig en deskundig onderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: [nummer]

Datum uitspraak: 9 april 2004

op tegenspraak

INTERLOCUTOIR VONNIS

van de rechtbank Amsterdam, vierde meervoudige kamer A, in de strafzaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het [adres], [woonplaats], [gedetineerd].

De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 maart 2004

1. Telastelegging

Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding zoals ter terechtzitting gewijzigd. Van de dagvaarding en de vordering wijziging telastelegging zijn kopieën als bijlagen 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De gewijzigde telastelegging geldt als hier ingevoegd.

Overwegingen

Onder de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. Uit de gedragsdeskundigenrapportages van [deskundige 1], kinder- en jeugdpsychiater, en [deskundige 2], psycholoog / psychotherapeut, respectievelijk d.d. 15 maart 2004 en 12 maart 2004, blijkt dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens, een groot recidiverisico en dat behandeling van verdachte niet en zelfs gecontraïndiceerd is. Deze conclusies vervullen de rechtbank met grote zorg. Alvorens deze conclusie over te nemen, acht de rechtbank het dan ook -zorgvuldigheidshalve- aangewezen dat over de verdachte nogmaals wordt gerapporteerd, ditmaal in de vorm van een zogenaamde triple-rapportage, zodat het onderzoek zo diepgaand mogelijk zal worden uitgevoerd, en tevens op die manier de Raad voor de Kinderbescherming bij de zaak wordt betrokken en kan adviseren.

Het onderzoek ter terechtzitting zal in verband daarmee dienen te worden hervat en geschorst, teneinde de zaak terug te verwijzen naar de rechter-commissaris voor een triple-onderzoek.

Om de klemmende reden dat genoemd onderzoek niet binnen één maand zal zijn voltooid, zal de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting binnen negentig dagen moeten plaatsvinden.

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

3. Beslissing

Heropent en schorst het onderzoek ter terechtzitting.

Stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde een triple-onderzoek als hiervoor bedoeld te doen verrichten en voorts al datgene te doen wat de rechter-commissaris in het belang van het onderzoek acht.

Beveelt dat het onderzoek zal worden hervat op een nog nader te bepalen terechtzitting, doch in elk geval binnen negentig dagen na de dag van deze uitspraak, wegens de klemmende reden het niet is te verwachten dat het voornoemd onderzoek binnen één maand voltooid zal zijn.

Beveelt de oproeping van verdachte, diens raadsman en ouders tegen een nader te bepalen tijdstip.

Dit vonnis is gewezen door

mr. A.C. Enkelaar, voorzitter,

mrs. J. Kloosterhuis en A.P. van der Linden, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. K. Meijer, griffier

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 april 2004.