ECLI:NL:RBAMS:2003:AF8720
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op kinderbijslag voor een arbeidsmigrant met gezin in Marokko na wijziging van het beleid omtrent de onderhoudseis
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 mei 2003 uitspraak gedaan in een geschil over het recht op kinderbijslag van een eiser die in Nederland verbleef, terwijl zijn gezin in Marokko woonde. De eiser, die gemiddeld vier weken per jaar bij zijn gezin in Marokko verbleef, had in 2001 aangegeven geen verzoek tot gezinshereniging te hebben gedaan en was voornemens om in de toekomst weer bij zijn gezin te gaan wonen. Tot 1 januari 2001 werd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) aangenomen dat de eiser een huishouden had in zowel Nederland als Marokko, waardoor hij geen bewijs hoefde te leveren van het onderhoud van zijn kinderen. Echter, met de wijziging van het beleid per 1 januari 2001, werd de eiser niet langer geacht een huishouden in Marokko te hebben en moest hij aantonen dat hij zijn kinderen daar onderhoudt. Aangezien hij hierin niet slaagde, werd hem de kinderbijslag vanaf het derde kwartaal van 2001 geweigerd, met een uitlooptermijn van zes maanden.
De rechtbank oordeelde dat de SVB onvoldoende had aangetoond dat de eiser tijdig op de hoogte was van de beleidswijzigingen. De rechtbank stelde vast dat de publicatie in de Staatscourant niet voldeed aan de zorgvuldigheidseisen, omdat deze geen adequate weergave gaf van de wijzigingen in het beleid. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voldoende was geïnformeerd over de nieuwe eisen die aan hem werden gesteld. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit en bepaalde dat het door de eiser betaalde griffierecht van € 29,- aan hem moest worden vergoed. De rechtbank oordeelde verder dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling, aangezien de eiser zich niet had laten bijstaan door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent.