ECLI:NL:RBALM:2012:BY8404
Rechtbank Almelo
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de kantonrechter in een arbeidszaak met verzoeker en X
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], een wrakingsverzoek ingediend tegen de kantonrechter mr. G. van Eerden van de rechtbank Almelo. Dit verzoek volgde op een procedure tussen verzoeker en [X], waarbij verzoeker [X] had gedagvaard wegens een achterstallige loonbetaling. [X] had in deze procedure een eis in reconventie ingediend, waarin hij vorderde dat verzoeker bepaalde zaken zou teruggeven of de waarde daarvan zou vergoeden. Verzoeker betwistte echter dat hij ooit zaken van [X] had ontvangen.
Verzoeker stelde dat de kantonrechter onterecht [X] de gelegenheid had gegeven om te bewijzen dat hij zaken aan verzoeker had verstrekt. Hij voerde aan dat [X] dit al eerder had moeten aanvoeren en dat de kantonrechter te lang deed over de procedure, wat leidde tot onnodige advocatenkosten voor verzoeker. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De vrees voor partijdigheid moet objectief gerechtvaardigd zijn, wat in dit geval niet werd aangetoond.
De wrakingskamer concludeerde dat de kantonrechter geen vooringenomenheid vertoonde en dat de beslissingen die hij had genomen, niet grond gaven voor de vrees van verzoeker. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af, waarbij werd opgemerkt dat de procedure langer duurde dan gewenst, maar dat dit niet aan de kantonrechter kon worden toegeschreven. De beschikking werd gegeven door de meervoudige kamer voor burgerlijke zaken op 21 december 2012, in aanwezigheid van griffier mr. C. van de Lustgraaf.