ECLI:NL:RBALM:2012:BY5341
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating schuldsanering wegens gebrek aan goede trouw
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 19 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De verzoekster, een alleenstaande vrouw van 39 jaar, had een aanzienlijke schuldenlast van € 186.711,50, waaronder vorderingen van verschillende kredietverstrekkers en de Belastingdienst. De rechtbank oordeelde dat de verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat zij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van haar schulden. Dit oordeel was gebaseerd op verschillende feiten, waaronder de overdracht van een deel van haar verzekeringsportefeuille aan haar huidige werkgever zonder taxatie, en het aangaan van een leasecontract voor een luxe auto terwijl haar financiële situatie verslechterde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster in de vijf jaar voorafgaand aan haar verzoek niet de nodige inspanningen heeft geleverd om haar schulden te voldoen. De overdracht van de verzekeringsportefeuille zonder taxatie maakte het onmogelijk om vast te stellen of zij zich had ingespannen om baten voor haar schuldeisers te verwerven. Daarnaast had de verzoekster, gezien de slechte resultaten van haar onderneming, moeten beseffen dat zij de verplichtingen uit het leasecontract niet kon nakomen. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een toewijzing van het verzoek rechtvaardigden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot toelating tot de schuldsanering afgewezen, met de overweging dat de verzoekster niet te goeder trouw was geweest in haar financiële handelen. De uitspraak benadrukt het belang van goede trouw in de context van schuldsanering en de noodzaak voor schuldenaren om transparant en verantwoordelijk om te gaan met hun financiële verplichtingen.