ECLI:NL:RBALM:2012:BW7513
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsanering wegens onvoldoende goede trouw en financiële verantwoordelijkheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 15 mei 2012 uitspraak gedaan in het verzoek van twee verzoekers om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De verzoekers, een echtpaar, hebben een aanzienlijke schuldenlast van € 16.844,51, waaronder een alimentatieschuld aan het LBIO. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker, die lijdt aan een drank- en gokverslaving, zijn financiële verplichtingen niet is nagekomen en dat dit heeft geleid tot de opbouw van schulden. De verzoekers hebben onvoldoende aangetoond dat zij te goeder trouw zijn geweest in de vijf jaar voorafgaand aan hun verzoek. De rechtbank oordeelt dat de schulden, die deels zijn ontstaan door de verslaving van de verzoeker, niet te goeder trouw zijn ontstaan. Bovendien heeft de verzoeker geen verweer gevoerd in een alimentatieprocedure in Polen, wat zijn verantwoordelijkheid voor de alimentatiebetalingen ondermijnt.
De rechtbank heeft ook de situatie van de verzoekster beoordeeld, die sinds 1979 in Nederland woont maar nooit betaald werk heeft verricht. De rechtbank concludeert dat de verzoekster, ondanks haar langdurige verblijf in Nederland, niet heeft geprobeerd om de Nederlandse taal te leren of actief te zijn op de arbeidsmarkt. Dit heeft bijgedragen aan de oplopende schuldenlast. De rechtbank is van mening dat de verzoekers niet hebben voldaan aan hun inspanningsplicht en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de afwijzing van hun verzoeken rechtvaardigen.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank de verzoeken om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.