ECLI:NL:RBALM:2011:BR6749
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opschorting van voorschotnota's en redelijkheid bij energielevering
In deze zaak, gewezen door de Rechtbank Almelo op 30 augustus 2011, stond de eisende partij, de besloten vennootschap DE NEDERLANDSE ENERGIE MAATSCHAPPIJ B.V. (NEM), tegenover een consument die verweer voerde tegen de betaling van een door NEM vastgesteld maandelijkse voorschot op zijn energienota. De consument had de betaling van het voorschot deels opgeschort, omdat hij vond dat het bedrag onredelijk hoog was in vergelijking met eerdere voorschotten bij een andere leverancier. NEM had een 'laagste prijsgarantie' beloofd, maar de consument stelde dat hij feitelijk de laagste prijs voorfinancierde door de hoge voorschotten die NEM in rekening bracht.
De rechtbank oordeelde dat NEM niet voldoende had onderbouwd waarom het voorschot zo hoog was en dat de consument in redelijkheid tot opschorting van een deel van de verschuldigde voorschotbedragen had mogen overgaan. De kantonrechter merkte op dat NEM niet had voldaan aan de redelijkheid en billijkheid die vereist zijn in de overeenkomst. Bovendien had NEM nagelaten een duidelijk overzicht van de vorderingen te verstrekken, waardoor de vordering als onvoldoende onderbouwd werd afgewezen.
De rechtbank wees de vorderingen van NEM af en oordeelde dat de kosten van de procedure voor rekening van NEM kwamen, terwijl de kosten voor de consument op nihil werden gesteld, aangezien hij geen professionele rechtsbijstand had ingeschakeld. De uitspraak benadrukte het belang van transparantie en redelijkheid in de relatie tussen energieleverancier en consument, vooral bij het vaststellen van voorschotten.