ECLI:NL:RBALM:2011:BQ8592
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Internationale kinderontvoering en mediation tussen ouders
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 16 juni 2011, betreft het een internationale kinderontvoeringskwestie waarbij de ouders van drie minderjarigen, geboren in Denemarken, betrokken zijn. De vader had op 21 januari 2011 een verzoek ingediend bij de Centrale Autoriteit tot teruggeleiding van de minderjarigen naar Denemarken. De moeder was met de kinderen vanuit Denemarken naar Nederland verhuisd, wat aanleiding gaf tot juridische stappen. De rechtbank heeft op 20 april 2011 bepaald dat de behandeling van de zaak zou plaatsvinden in 's-Gravenhage, als nevenzittingsplaats voor internationale kinderontvoeringen.
Tijdens een regiezitting op 12 mei 2011 hebben de ouders geprobeerd om via mediation tot een oplossing te komen. Dit leidde tot een vaststellingsovereenkomst op 14 mei 2011, waarin werd afgesproken dat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats bij de moeder zouden hebben en dat zij met de kinderen naar de Verenigde Staten mocht verhuizen, onder bepaalde voorwaarden. De Centrale Autoriteit verzocht de rechtbank om deze overeenkomst te bekrachtigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag over de kinderen uitoefenen en dat de Nederlandse rechter bevoegd is om te oordelen over het verzoek, nu de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats in Nederland hebben. De rechtbank heeft het verzoek tot bekrachtiging van de vaststellingsovereenkomst toegewezen en de overige verzoeken afgewezen. De beschikking is uitgesproken door mr. drs. H.A.G. Nijman, kinderrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.