ECLI:NL:RBALM:2011:BQ0562

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
31 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
367808 EJ VERZ 11-1561
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en reorganisatie bij Benchmark Electronics B.V.

In deze zaak heeft Benchmark Electronics B.V. verzocht om de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden in verband met een voorgenomen reorganisatie. De kantonrechter heeft op 31 maart 2011 uitspraak gedaan in de procedure die op 24 maart 2011 is behandeld. Benchmark stelde dat de reorganisatie noodzakelijk was door het wegvallen van een aantal klanten, wat leidde tot een productievermindering. De werkgever heeft echter niet voldoende onderbouwd waarom de personele bezetting op de afdeling moest worden verminderd en waarom de functie van [verweerster] zou moeten vervallen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Benchmark niet aannemelijk heeft gemaakt dat de functies van Soldering Technician en Soldering Specialist niet-uitwisselbaar zijn. Dit gebrek aan onderbouwing heeft geleid tot de conclusie dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet kan worden toegewezen. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen en Benchmark veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 400,00 voor de gemachtigde van [verweerster].

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Enschede
Zaaknummer : 367808 EJ VERZ 11-1561
Beschikking van de kantonrechter d.d. 31 maart 2011 in de zaak van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Benchmark Electronics B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
verzoekster,
hierna te noemen Benchmark,
gemachtigde: mr. Ph. C. Kleyn van Willigen, advocaat te Almelo,
tegen
[verweerster]
wonende te [plaats],
verweerster,
hierna te noemen: [verweerster],
gemachtigde: mr. E.P. Cornel, advocaat te Enschede.
1. de procedure
1.1 Benchmark heeft middels een verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 maart 2011 verzocht de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden vóór 1 april 2011.
1.2 Namens [verweerster] is een verweerschrift ingediend, ingekomen ter griffie op 23 maart 2011.
1.3 Benchmark heeft bij brief van 23 maart 2011 nog een aantal producties in het geding gebracht.
1.4 Het verzoek is behandeld ter zitting van 24 maart 2011, waar Benchmark zich heeft laten vertegenwoordigen door de heren [X] en [Y], bijgestaan door mr. Kleyn van Willigen, en [verweerster] is verschenen, bijgestaan door mr. Cornel.
2. feiten
De navolgende feiten, die enerzijds zijn gesteld en anderzijds niet, dan onvoldoende gemotiveerd zijn weersproken, worden als vaststaand aangenomen.
2.1 [verweerster], geboren op […] 1966, is op 1 februari 1985 in dienst getreden van de rechtsvoorganger van Benchmark. De functie die [verweerster] laatstelijk heeft vervuld is die van Soldering Technician (oftewel printmonteuse). Het salaris van [verweerster] bedraagt
€ 917.44 bruto per maand, te vermeerderen met vakantiegeld en een 13e maand, op basis van een part-time dienstverband van 45%.
2.2 Het bedrijf van Benchmark maakt deel uit van een wereldwijde onderneming waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in de USA. Benchmark bedient onder meer hightech bedrijven in de industrie, luchtvaart en defensie. De kerncompetentie van Benchmark zit in het leveren van toegevoegde waarde in de keten van complexe en innovatieve projecten van conceptfase, via ontwikkeling en productie tot distributie.
2.3 In verband met het wegvallen van een vijftal klanten van Benchmark, te weten [F] en de klanten A t/m D (zo aangeduid omdat het Benchmark contractueel verboden is hun namen bekend te maken), en daarmee gepaard gaande productievermindering wenst Benchmark een reorganisatie door te voeren per 1 april 2011. In verband daarmee heeft Benchmark een reorganisatieplan, gedateerd op 29 september 2010, opgesteld en advies gevraagd aan de ondernemingsraad. De ondernemingsraad heeft advies uitgebracht op 7 december 2010. Op 10 december 2010 heeft het bestuur van Benchmark naar aanleiding van het door de ondernemingsraad gegeven advies een besluit genomen. De ondernemingsraad heeft op dit uitvoeringsbesluit op 13 december 2010 schriftelijk gereageerd.
2.4 Benchmark heeft met een drietal vakbonden een Sociaal Plan opgesteld. Dit is getekend op 8 december 2010.
2.5 Benchmark heeft [verweerster] bij brief van 16 december 2010 op de hoogte gesteld van de reorganisatie en daarmee het vervallen van haar arbeidsplaats per 1 april 2011. Bij brief van 21 januari 2011 heeft Benchmark [verweerster] een concept beëindigingsovereenkomst, gebaseerd op het van toepassing zijnde Sociaal Plan toegestuurd. [verweerster] heeft met deze beëindigingsovereenkomst niet ingestemd.
3. het geschil
3.1 het verzoek
3.1.1 Benchmark verzoekt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen per 1 april 2011, in welk geval Benchmark bereid is om aan [verweerster] een eenmalige vergoeding van € 20.277,94 bruto te betalen.
3.1.2 Benchmark heeft aan haar verzoek, kort en zakelijk weergegeven, het navolgende ten grondslag gelegd. In verband met de te verwachten productievermindering per 1 april 2011 door het wegvallen van een vijftal grote klanten van Benchmark dient een reorganisatie te worden doorgevoerd, zoals aangekondigd in het reorganisatieplan, met welk plan de ondernemingsraad heeft ingestemd. Als gevolg van de sterke productievermindering en navenante omzetdaling, onderbouwd door middel van stukken overgelegd bij verzoekschrift, komt de arbeidsplaats van [verweerster] per 1 april 2011 te vervallen. Haar functie is, anders dan [verweerster] heeft gesteld, niet uitwisselbaar met die van Soldering Specialist.
3.1.3 Benchmark is bereid conform het sociaal plan een ontbindingsvergoeding toe te kennen. Benchmark meent dat bij de ontbinding geen rekening moet worden gehouden met de fictieve opzegtermijn omdat [verweerster] dan bevoorrecht zou worden ten opzichte van andere werknemers die wel met de beëindigingovereenkomst hebben ingestemd.
3.2 het verweer
3.2.1 [verweerster] heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek met veroordeling van Benchmark in de kosten van de procedure.
3.2.2 [verweerster] heeft aan haar verweer, kort en zakelijk weergegeven, het navolgende ten grondslag gelegd.
Benchmark heeft bij het doorvoeren van de door haar beoogde reorganisatie niet voldaan aan de in het Ontslagbesluit genoemde criteria, zoals dat geldt bij ontslagen op grond van bedrijfseconomische redenen. Ook indien de Benchmark ervoor kiest ontbinding door de kantonrechter te verzoeken, dient Benchmark zich aan het Ontslagbesluit te conformeren.
Benchmark heeft op geen enkele wijze inzichtelijk gemaakt waarom deze reorganisatie moet worden doorgevoerd. [verweerster] verwijst ter zake naar het groepswerkoverleg, gehouden op
9 maart 2011 waarbij namens de leiding is medegedeeld dat het bedrijf bezig is met de werving van nieuwe klanten in de medische- en vliegtuigbranche. Voorts is medegedeeld dat de klanten al ‘aan de poort staan’ maar Benchmark nog niet zover is dat ze die klanten kan bedienen omdat eerst een nieuwe/hogere standaard in het productieniveau moet worden gehaald. De werkzaamheden zouden, aldus de mededeling van de leiding, binnen ca. zes maanden kunnen worden uitgevoerd. Derhalve is de noodzaak om te komen tot een reorganisatie niet voldoende onderbouwd. De enkele omstandigheid dat de ondernemingsraad heeft ingestemd en/of een Sociaal Plan tot stand is gekomen, betekent nog niet dat daarmee de reorganisatie als noodzakelijk gegeven vaststaat, laat staan dat daarmee vaststaat dat de functie van [verweerster] dient te komen vervallen.
3.2.3 Benchmark heeft voorts nagelaten inzicht te geven in de onderling uitwisselbare functies en toepassing van het afspiegelingsbeginsel. [verweerster] is werkzaam als Soldering Technician, welke functie feitelijke hetzelfde is als die van Soldering Specialist. Die laatste functie bestond tot enkele maanden geleden niet bij Benchmark. Er is ook geen verschil in functiebeschrijving, althans er bestaat van de functie Soldering Specialist überhaupt geen functiebeschrijving. Voor zover Benchmark betoogt dat de Specialist ‘ook’ de opleiding op niveau 3 heeft en dat die ‘het’ verschil maakt, merkt [verweerster] op dat die opleiding een dag of 2 tot 3 betreft, binnen het eigen bedrijf. [verweerster] is nimmer gevraagd die opleiding te volgen, maar dat zij die zeker ook succesvol zou kunnen afronden, gelet op haar jarenlange ervaring.
3.2.4 [verweerster] heeft moeten constateren dat er nog steeds een groot aantal uitzendkrachten in dezelfde functie als die van [verweerster] werkzaam zijn en er recent nog weer een nieuwe uitzendkracht bij is gekomen. Uitgaande van een uitwisselbare functie waarbij niet alleen de Soldering Technicians maar ook de Soldering Specialists worden meegenomen, komt [verweerster] niet als eerste voor ontslag in aanmerking. Voorts merkt [verweerster] op dat het er op lijkt dat Benchmark in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 7: 646 en 648 BW nu het vooral parttime werkende vrouwen zijn die zijn ingedeeld in de functiecategorie Soldering Technician en de fulltime werkenden - overwegend - mannen, in de ‘nieuwe’ functie van Soldering Specialist.
3.2.5 Benchmark is op grond van het bepaalde in artikel 2.1 van het Sociaal Plan gehouden ontbinding te verzoeken met inachtneming van de fictieve opzegtermijn, dan wel een vergoeding aan [verweerster] te betalen ter grootte van het bruto salaris inclusief vakantietoeslag en andere emolumenten zoals beschreven in artikel 6.1 van het Sociaal Plan over de periode gelegen tussen de ontbindingsdatum en de beëindigingsdatum die van toepassing zou zijn geweest bij inachtneming van de fictieve opzegtermijn. [verweerster] verzoekt de kantonrechter daar rekening mee te houden.
4. de beoordeling
4.1 Gesteld noch gebleken is dat aan het verzoek een omstandigheid ten grondslag ligt ter zake waarvan in de wet een opzegverbod is opgenomen.
4.2 Wat er ook zij van de noodzaak om over te gaan tot een reorganisatie en bijbehorende personeelsinkrimping; Benchmark heeft niet dan wel onvoldoende onderbouwd waarom de personele bezetting op de afdeling Manufactoring (waar de Soldering Specialist en Technicians werkzaam zijn) moet worden gereduceerd, en meer in het bijzonder waarom de functie van [verweerster] komt te vervallen.
4.3 Desgevraagd is namens Benchmark ter zitting uitgelegd dat de klanten [F] en A t/m D voor Benchmark feitelijk geen (qua omvang of intensiteit relevante) werkzaamheden met zich brengen voor de afdeling Soldering. Desgevraagd kon Benchmark niet duidelijk maken waarom desalniettemin op de afdeling Manufactoring een personeelsinkrimping moet worden doorgevoerd. De gegeven verklaring dat de omzetdaling ‘over all’ tot een personeelsinkrimping op meerdere plaatsen in de organisatie dient te leiden, is daartoe niet voldoende. Het verzoek dient derhalve reeds om die reden te worden afgewezen.
4.4 Voorts heeft Benchmark op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat de functies Soldering Technician en Soldering Specialist niet-uitwisselbare functies zijn. Benchmark heeft niet bestreden dat de functie Soldering Specialist als zodanig pas enkele maanden geleden binnen het bedrijf is ‘ingevoerd’, heeft niet onderbouwd waaruit het verschil bestaat, anders dan het gegeven dat de als Specialist gekwalificeerde werknemers een 2-3 daagse opleiding hebben gevolgd. Of dat met zich brengt dat van niet-uitwisselbaarheid van beide functies dient te worden gesproken, wordt door de kantonrechter ten zeerste betwijfeld. Dat betekent dat voor zover er werknemers op genoemde afdeling zouden moeten afvloeien, ook de Specialist meegenomen dient te worden bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel. Dat is ten onrechte nagelaten. Derhalve is niet controleerbaar of [verweerster] terecht voor ontslag is voorgedragen. Ook om die reden dient het verzoek te worden afgewezen.
Nu is nagelaten een complete personeelslijst van de Soldering Technicians en Soldering Specialists in het geding te brengen, is niet controleerbaar of van eventuele discriminatie naar geslacht dan wel parttime werkenden sprake is.
4.5 Nu het verzoek wordt afgewezen zal Benchmark, als zijnde de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
5. de beschikking
Wijst het verzoek af.
Veroordeelt Benchmark in de kosten van de procedure aan de zijde van [verweerster] begroot op € 400,00 terzake van salaris gemachtigde.
Aldus gegeven door mr. E.W. de Groot, kantonrechter te Enschede, op 31 maart 2011 in aanwezigheid van de griffier.