1. In deze zaak staat als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken en/of blijkend uit niet-betwiste overgelegde producties, het navolgende vast:
a. In mei 2003 was De Zuivelhoeve bezig met een verbouwing in haar bedrijfspand aan de Bruninksweg 5a te Hengelo.
b. Het adres Bruninksweg 5a is geen officieel adres, maar een door De Zuivelhoeve zelf gehanteerd adres. Het woonhuis van de heer G.J. Roerink is gelegen aan de Bruninksweg 5, hetgeen de mogelijke oorzaak is van het feit dat De Zuivelhoeve voor zakelijke correspondentie huisnummer 5a pleegt te hanteren.
c. Bij besluit van 15 mei 2003 heeft het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hengelo - hierna te noemen: B&W - de mondeling opgelegde bouwstop ingetrokken en tegelijkertijd aan De Zuivelhoeve een preventieve last onder dwangsom van € 100.000,-- opgelegd, om te voorkomen dat zij zonder de vereiste bouwvergunning een tussenvloer zou aanbrengen in het bedrijfspand op het perceel Bruninksweg 5a te Hengelo.
d. Bij besluit van 16 mei 2003 hebben B&W vanwege het verbeuren van voornoemde dwangsom aan De Zuivelhoeve een preventieve last onder dwangsom van € 250.000,-- opgelegd ter voorkoming van het verder bouwen zonder de vereiste bouwvergunning.
e. Tegen de dwangsombeschikkingen van 15 en 16 mei 2003 zijn op 12 juni 2003 namens De Zuivelhoeve bezwaarschriften ingediend.
f. Op 18 juni 2003 hebben B&W bouwvergunning verleend voor het plaatsen van een tussenvloer op het perceel Bruninksweg 5a te Hengelo.
g. Op 1 juli 2003 hebben B&W de dwangsombeschikking van 16 mei 2003 weer ingetrokken.
h. Tegen de bouwvergunning van 18 juni 2003 is namens De Zuivelhoeve op 30 juli 2003 een bezwaarschrift ingediend, welk bezwaarschrift ertoe strekte om een uitspraak te verkrijgen waaruit zou blijken dat de wijziging aan het gebouwde niet vergunningplichtig was, zodat ten onrechte een bouwstop was opgelegd.
i. Bij besluiten van 17 februari 2004 heeft de gemeente alle bezwaren tegen de besluiten van 15 en 16 mei 2003 en 18 juni 2003 ongegrond verklaard, waarna De Zuivelhoeve tegen deze beide besluiten beroep heeft ingesteld bij deze rechtbank.
j. De sector bestuursrecht van deze rechtbank heeft bij uitspraak van 11 augustus 2005 de daartegen door De Zuivelhoeve ingediende beroepen ongegrond verklaard.
k. Vervolgens zijn in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State -hierna te noemen: de Afdeling bestuursrechtspraak- op 19 juli 2006 de beslissingen van de rechtbank Almelo bevestigd.
l. Nadat de procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak was afgewikkeld, heeft de gemeente het besluit tot dwangsomoplegging van 15 mei 2003 voor grosse uitgegeven. Vervolgens heeft zij deze op 11 december 2006, tezamen met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak, aan De Zuivelhoeve laten betekenen en aanspraak gemaakt op betaling van de dwangsom van € 100.000,--.
2.1 De Zuivelhoeve vordert dat de rechtbank opposant zal verklaren als goed opposant tegen bedoeld dwangbevel en dit buiten effect zal stellen met veroordeling van geopposeerde in de kosten van dit geding.