ECLI:NL:RBALM:2002:AD9793
Rechtbank Almelo
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot handhaving van vrijstellingen en bouwvergunningen in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 15 februari 2002 uitspraak gedaan over de vernietiging van een besluit van de burgemeester en wethouders van Denekamp, dat betrekking had op vrijstellingen en bouwvergunningen voor de realisatie van een verzorgingshuis met aanleunwoningen en winkelunits. De rechtbank oordeelde dat op de datum van de bestreden beslissing op bezwaar, 15 januari 2002, er geen voorbereidingsbesluit van kracht was, noch was er een herziening van het bestemmingsplan ter inzage gelegd. Dit betekende dat niet voldaan was aan de wettelijke vereisten voor de toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie van de Raad van State, die bevestigde dat de wettelijke vereisten voor de toepassing van artikel 19 WRO op dat moment niet waren nageleefd. De rechtbank verklaarde het beroep van de verzoeksters gegrond en vernietigde het bestreden besluit, waarbij verweerder werd opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift van de verzoeksters. Tevens werden de proceskosten van de verzoeksters vergoed door de gemeente Denekamp. De rechtbank benadrukte dat het nemen van een voorbereidingsbesluit geen betekenisloze handeling mag zijn en dat het primaat van de ruimtelijke ordening bij het bestemmingsplan ligt.