ECLI:NL:RBALM:2001:AE3953
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vervoersvoorzieningen aan een zwaar lichamelijk gehandicapte man
In deze zaak heeft de rechtbank Almelo op 13 juni 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een 34-jarige man die vanaf zijn geboorte zwaar lichamelijk gehandicapt is, en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haaksbergen. Eiser had op 31 mei 2000 een aanvraag ingediend voor een vervoersvoorziening, welke op 25 juli 2000 door verweerder werd afgewezen. Het bestreden besluit van 5 december 2000, waarin het bezwaarschrift van eiser ongegrond werd verklaard, is onderwerp van deze procedure.
De rechtbank heeft overwogen dat het besluit van verweerder in rechte in stand kan blijven. Eiser is volledig rolstoelafhankelijk en kan slechts met moeite communiceren. Hij ontving eerder een vergoeding voor taxikosten, maar sinds 1 januari 1999 ontvangt hij een vergoeding voor een bruikleenauto. Verweerder heeft op basis van een advies van de GGD geoordeeld dat eiser medisch gezien in staat is om gebruik te maken van collectief vervoer. Eiser betwist dit en stelt dat hij niet kan deelnemen aan het leven van alledag door onvoldoende financiële ondersteuning voor zijn bovenregionale vervoersbehoeften.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorzieningen die door verweerder zijn aangeboden, waaronder een tegemoetkoming van maximaal ƒ 1.500,-- per jaar voor bovenregionaal vervoer, voldoende zijn om in de vervoersbehoeften van eiser te voorzien. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een dreigend isolement en dat de individuele vervoersbehoefte van eiser voldoende is erkend. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en laat het bestreden besluit in stand. Eiser kan binnen zes weken na verzending van deze uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Centrale Raad van Beroep.