ECLI:NL:RBALM:2001:AD8325
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.G. Rottier
- G.J.M. Annink
- Rechtspraak.nl
Verzoek om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) inzake de vuurwerkramp Enschede
In deze zaak gaat het om een verzoek om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) met betrekking tot de vuurwerkramp in Enschede. Eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. J.M. Beer, hebben op 20 oktober 2000 een verzoek ingediend bij de officier van justitie te Almelo om afschriften van processen-verbaal van verklaringen van ambtenaren van de gemeente Enschede, de provincie Overijssel en de Rijksoverheid. Dit verzoek werd op 26 oktober 2000 afgewezen, waarna eisers op 14 november 2000 bezwaar maakten. Het bezwaar werd op 7 februari 2001 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door eisers op 12 maart 2001.
De rechtbank heeft op 21 mei 2001 besloten dat kennisneming van de stukken aan eisers niet is toegestaan, omdat verweerder om geheimhouding had verzocht. De rechtbank verzocht eisers om toestemming te geven voor het gebruik van deze stukken, maar eisers hebben hier niet op gereageerd. De rechtbank concludeert dat honorering van het verzoek om de stukken alsnog in het geding te betrekken, in strijd zou zijn met een goede procesorde, omdat dit aanzienlijke vertraging zou veroorzaken.
De rechtbank oordeelt dat de Wob is ontworpen om openbaarheid te bevorderen en dat de belangen van eisers niet opwegen tegen de belangen van de opsporing en vervolging van strafbare feiten, alsook de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken ambtenaren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en laat het besluit van verweerder in stand, waarbij wordt benadrukt dat de persoonlijke belangen van eisers niet gelijk zijn aan de belangen die de Wob beoogt te beschermen. De uitspraak is gedaan op 5 december 2001.