ECLI:NL:RBALM:2001:AD4425

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
13 juni 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/70 WET H1 A
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring kentekenbewijs na sloop door niet-erkenning van RDW

In deze zaak gaat het om de ongeldigverklaring van een kentekenbewijs van een personenauto, die door de eiser zelf is gesloopt. De eiser, eigenaar van een Peugeot, heeft de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) verzocht om het kentekenbewijs ongeldig te verklaren. Dit verzoek werd echter afgewezen door de RDW, omdat de sloop niet was gemeld door een door de RDW erkend bedrijf. De eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 mei 2001, waarbij de eiser aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door T. Bosboom.

De rechtbank heeft overwogen dat volgens artikel 37 van het Kentekenreglement de RDW een kentekenbewijs ongeldig kan verklaren als blijkt dat het voertuig voorgoed buiten gebruik is gesteld. Echter, voor de ongeldigverklaring is vereist dat de sloop van het voertuig door een erkend bedrijf wordt gemeld. De eiser stelde dat hij niet langer als eigenaar geregistreerd hoefde te staan, omdat hij de auto zelf had gesloopt. De rechtbank oordeelde dat de wetgeving vereist dat de melding van sloop door een erkend bedrijf moet gebeuren, en dat de eiser niet zelf deze melding kan maken.

De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit van de RDW terecht was en dat de eiser niet kon aantonen dat aan de wettelijke vereisten was voldaan. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond. Tegen deze uitspraak staat binnen zes weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te Den Haag.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK ALMELO
Sector Bestuursrecht - Enkelvoudige Kamer
Registratienummer: 01/70 WET H1 A
UITSPRAAK
in het geschil tussen:
A, wonende te B, eiser,
en
de Algemeen Directeur van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, gevestigd te Zoetermeer, verweerder.
1. Aanduiding bestreden besluit
Besluit van verweerder d.d. 8 januari 2001.
2. De feiten en het verloop van de procedure
Eiser is eigenaar van een personenauto van het merk Peugeot, type […] met het kenteken […]. Eiser heeft verweerder verzocht om het kentekenbewijs behorende bij de hiervoor genoemde auto ongeldig te verklaren. Eiser heeft verweerder hiertoe het betreffende kentekenbewijs deel 1 en 2 toegezonden.
Bij besluit van 14 november 2000 heeft verweerder het verzoek van eiser afgewezen. Tegen dit besluit heeft eiser op 16 november 2000 een bezwaarschrift ingediend. Dit bezwaar is bij besluit van 8 januari 2001 ongegrond verklaard. Eiser kan zich blijkens het beroepschrift van 18 januari 2001 niet vinden in dit besluit. Verweerder dient op 16 februari 2001 de op de zaak betrekking hebbende stukken in en een verweerschrift.
Het beroep is behandeld ter openbare zitting van de rechtbank van 10 mei 2001, waar eiser is verschenen, terwijl verweerder zich heeft doen vertegenwoordigen door T. Bosboom.
3. Overwegingen
In geschil is de vraag of het besluit van 8 januari 2001 in rechte in stand kan blijven.
Eiser stelt zich op het standpunt dat nu hij de auto niet langer gebruikt en hij deze zelf heeft gesloopt, hij niet langer als eigenaar dan wel houder geregistreerd hoeft te staan.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat om het kentekenbewijs ongeldig te laten verklaren de sloop van de auto door een door de RDW erkend bedrijf moet worden gemeld.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Ingevolge artikel 58, tweede lid, aanhef en onder f van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna de WVW), kan een kentekenbewijs overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen gevallen ongeldig worden verklaard.
Ingevolge artikel 37, derde lid, onder a van het Kentekenreglement kan de RDW een kenteken- bewijs ongeldig laten verklaren indien naar het oordeel van de RDW blijkt dat het voertuig waar- voor dat bewijs is afgegeven voorgoed buiten gebruik is gesteld.
Lid 4 van ditzelfde artikel geeft aan dat in het geval als bedoeld in het hiervoor genoemde derde lid, onder a, de RDW het kentekenbewijs ongeldig verklaart mits het voorgoed buiten gebruik stellen van het voertuig wordt gemeld door een door de RDW erkend bedrijf.
Op grond van artikel 8, lid 2, aanhef en onder c, van de Regeling Kentekenbewijzen verklaart de RDW het kentekenbewijs ongeldig indien door een ander dan een erkend bedrijf wordt gemeld dat een voertuig voorgoed buiten gebruik wordt gesteld indien de melding betrekking heeft op een ander voertuig dan een motor voor zover het voertuig 15 jaar of ouder is.
Gelet op de hierboven geschetste wet- en regelgeving kan een kentekenbewijs slechts dan ongeldig worden verklaard indien is voldaan aan deze regels. In verband met de aan de kentekenregistratie verbonden verplichtingen is het noodzakelijk dat de zogenaamde uitgangen van het kentekenregistratiesysteem met bepaalde waarborgen worden omkleed. Ongeldigverklaring van het kentekenbewijs vanwege sloop betekent immers verval van de tenaamstelling en het einde van de registratie. Voorkomen moet worden dat dit ten onrechte gebeurt. Het kentekenbewijs wordt in beginsel slechts ongeldig verklaard indien een door de RDW erkend bedrijf meldt dat het voertuig als gesloopt in het kentekenregister geregistreerd moet worden. De melding van sloop kan alleen gedaan worden voor een voertuig dat volgens de geldende overschrijvingsprocedure in de bedrijfsvoorraad is opgenomen, waarbij een vrijwaringsbewijs aan de vorige geregistreerde is afgegeven. In bepaalde gevallen die voor de beoordeling van dit geschil niet relevant zijn, kunnen ook andere dan erkende bedrijven de sloop melden. De auto waar het in deze zaak om gaat is van het bouwjaar 1987 en is derhalve nog geen 15 jaar oud. Op grond van de hiervoor aangehaalde regels kan eiser niet zelf melden dat de auto voorgoed buiten gebruik is gesteld. Hij zal daarvoor de auto bij een erkend bedrijf moeten aanbieden. Hetgeen eiser heeft aangevoerd, hoe begrijpelijk overigens ook, kan derhalve niet leiden tot vernietiging van het bestreden besluit
Het bestreden besluit is naar het oordeel van de rechtbank terecht en op goede gronden genomen en kan derhalve in stand blijven.
Beslist wordt derhalve als volgt:
4. Beslissing
De Arrondissementsrechtbank Almelo,
Recht doende:
verklaart het beroep ongegrond.
Tegen deze uitspraak staat binnen zes weken na verzending hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te Den Haag.
Gewezen door mr. H.G. Rottier, in tegenwoordigheid van mr. L. Feraaune als griffier en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2001 door mr. H.G. Rottier, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Gerritsen als griffier.
Afschrift verzonden op
av