ECLI:NL:RBALM:2001:AB1439
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.G. Rottier
- J.H. Keuzenkamp
- A.M.S. Kuipers
- Rechtspraak.nl
Geen aanspraak op wettelijke rente over werkgeverspremie op grond van de Ziekenfondswet in verband met nabetaling WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om de vraag of eiser recht heeft op wettelijke rente over de werkgeversbijdrage voor de premie van de Ziekenfondswet (Zfw) in het kader van een nabetaling van zijn WAO-uitkering. Eiser ontving een nabetaling van zijn uitkering over de periode van 1 januari 1995 tot en met 31 december 1997. De rechtbank oordeelt dat de werkgeversbijdrage geen onderdeel uitmaakt van de nabetaling aan de werknemer. Volgens de Zfw is de werkgever verplicht om zowel de door de verzekerde als de door hem zelf verschuldigde premie te betalen aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv). De rechtbank concludeert dat de ontvangen bijdragen door het Lisv in de Algemene Kas worden gestort, waardoor de werknemer geen recht heeft op de werkgeversbijdrage in het geval van nabetaling.
Eiser stelt dat hij ten onrechte premie voor een particuliere ziektekostenverzekering heeft moeten betalen, omdat hij als zelfstandige achteraf als ziekenfondsverzekerde aangemerkt had moeten worden. De rechtbank sluit niet uit dat eiser schade heeft geleden, maar deze vordering is niet aan de orde in deze procedure. De rechtbank oordeelt verder dat de berekening van de nabetaling door verweerder correct is uitgevoerd, en dat de door eiser voorgestelde berekeningswijze niet juist is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, en veroordeelt verweerder tot vergoeding van de reiskosten van eiser.
De uitspraak is gedaan door de Arrondissementsrechtbank Almelo op 30 maart 2001, waarbij de rechtbank de bezwaren van eiser deels gegrond en deels ongegrond verklaart. Eiser kan binnen zes weken na verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.