ECLI:NL:RBALK:2012:BW9948
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn in Wob-procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 21 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding van eiser, die zich beriep op een overschrijding van de redelijke termijn in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had in 2001 een verzoek ingediend tot openbaarmaking van documenten bij de minister van Binnenlandse Zaken, dat later werd doorgezonden naar de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na een reeks van beslissingen en beroepsprocedures, waaronder een ongegrondverklaring van het bezwaar door de rechtbank en een daaropvolgend hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, kwam de zaak uiteindelijk bij de rechtbank terug. De rechtbank oordeelde dat artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) niet van toepassing is op Wob-procedures, omdat deze procedures het algemeen belang van openbaarmaking betreffen en niet de burgerlijke rechten van eiser. De rechtbank concludeerde dat de redelijke termijn niet was overschreden, aangezien de procedures afzonderlijk beoordeeld moesten worden en de tijdsduur van elk van de procedures binnen de aanvaardbare termijn viel. Eiser's argument dat alle procedures bij elkaar opgeteld moesten worden, werd verworpen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.