ECLI:NL:RBALK:2007:BA5258
Rechtbank Alkmaar
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening bij niet tijdig beslissen op bijstandsaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 19 april 2007 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die sinds 3 oktober 2006 zonder inkomen en ziektekostenverzekering is, heeft op 11 januari 2007 een aanvraag om bijstand ingediend bij de Centrale organisatie voor werk en inkomen (CWI). Deze aanvraag is echter niet tijdig doorgezonden aan de gemeente Hoorn, waardoor verzoeker geen beslissing heeft ontvangen op zijn aanvraag. Verzoeker heeft meerdere keren geprobeerd om voorschotten te verkrijgen, maar deze zijn steeds afgewezen, wat heeft geleid tot ernstige financiële problemen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de nalatigheid van de CWI voor rekening en risico van de gemeente komt. De gemeente is uiteindelijk verantwoordelijk voor de besluitvorming en de behandeling van de aanvraag. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoeker op 11 januari 2007 een aanvraag om bijstand heeft gedaan en dat de gemeente binnen acht weken een beslissing had moeten nemen. Aangezien dit niet is gebeurd, heeft verzoeker bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en bepaalt dat de gemeente binnen vier weken na de uitspraak een besluit moet nemen op de aanvraag van verzoeker. Tevens wordt de gemeente opgedragen om met terugwerkende kracht vanaf 11 januari 2007 een voorschot in de vorm van een renteloze geldlening te verstrekken. De gemeente wordt ook veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 644,00. Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.H. Riemeijer, griffier.