ECLI:NL:RBALK:2006:AY8694
Rechtbank Alkmaar
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om voorlopige voorziening voor bouwvergunning gezondheidszorggebouw in Castricum
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 14 september 2006 uitspraak gedaan over verzoeken om voorlopige voorzieningen met betrekking tot een bouwvergunning voor een gezondheidszorggebouw in de gemeente Castricum. De verzoekers, bestaande uit verschillende bewoners van de omgeving, stelden dat de bouw van het gezondheidszorggebouw onder één dak voor huisartsen in strijd was met de bestemming van het perceel als openbaar groen en dat hun belangen onvoldoende waren gewogen door het college van burgemeester en wethouders. De rechtbank oordeelde dat de verzoekers, ondanks hun afstand tot de bouwlocatie, als belanghebbenden konden worden aangemerkt, omdat zij zicht hadden op de bouwlocatie en het project invloed kon hebben op hun directe leefomgeving.
De rechtbank overwoog dat het college van burgemeester en wethouders de vrijstelling van het bestemmingsplan en de bouwvergunning afdoende had onderbouwd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van de verzoekers niet onevenredig werden geschaad door de bouw van het gezondheidszorggebouw, dat een maatschappelijke functie vervult. De rechtbank stelde vast dat het bouwplan een goede ruimtelijke onderbouwing had en dat de keuze van het college om vrijstelling te verlenen niet onredelijk was. De verzoeken om voorlopige voorzieningen werden afgewezen, omdat de rechtbank geen aanleiding zag om te oordelen dat de belangen van de verzoekers zwaarder wogen dan het belang van de realisatie van het gezondheidszorggebouw.
De uitspraak benadrukt het belang van een goede ruimtelijke ordening en de afweging van belangen bij de verlening van bouwvergunningen. De rechtbank bevestigde dat de procedure rondom de aanvraag en de inspraak voldoende was geweest en dat de gemaakte bezwaren niet konden leiden tot een andere uitkomst. De verzoekers werden in hun verzoeken niet-ontvankelijk verklaard, en de rechtbank wees de verzoeken om voorlopige voorzieningen af.