ECLI:NL:RBALK:2004:AQ7950
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.J. van de Sande
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en afwijking van het Sociaal Plan
In deze zaak vorderde [eiser], die sinds 1962 in dienst was bij Philips Communication Systems B.V., een schadevergoeding wegens onregelmatig ontslag. Philips had op 26 februari 2003 de arbeidsovereenkomst opgezegd, met een ontslagvergunning die op 19 februari 2003 was verleend. [Eiser] stelde dat de opzegging onregelmatig was, omdat deze niet tegen het einde van de maand was gedaan, zoals vereist door artikel 7:672 lid 1 BW. Hij vorderde ook een verklaring voor recht dat het ontslag kennelijk onredelijk was, gezien zijn leeftijd, werkervaring en de financiële gevolgen van het ontslag.
De kantonrechter oordeelde dat de opzegging inderdaad onregelmatig was, omdat deze niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De gevorderde schadevergoeding werd toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast oordeelde de rechter dat het ontslag kennelijk onredelijk was, omdat de financiële compensatie die [eiser] ontving in het kader van het Sociaal Plan niet toereikend was, gezien zijn leeftijd en de kans op werk. De rechter oordeelde dat Philips verplicht was om de WW-uitkering van [eiser] aan te vullen tot 100% van zijn laatstverdiende netto salaris tot aan zijn flexpensioen.
Verder werden de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen aan [eiser]. De kantonrechter benadrukte dat de inspanningen van Philips om ander werk voor [eiser] te vinden niet succesvol waren, wat de onredelijkheid van het ontslag verder onderstreepte. Het vonnis werd uitgesproken op 9 augustus 2004 door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter, en mr. H.M.A. Borsboom als griffier.