ECLI:NL:RBALK:2001:AF0067

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
26 april 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
99/37 R
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • L. Janse
  • C. M. van Wechem
  • P. W. R. Vreeken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de schuldsanering wegens niet-nakoming van verplichtingen en ontstaan van nieuwe schulden

In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar op 26 april 2001 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de beëindiging van de schuldsanering van de schuldenaar, hierna aangeduid als X. De rechtbank heeft de schuldsanering beëindigd op verzoek van de bewindvoerder, die aanvoerde dat de schuldenaar zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren nakomt. De schuldenaar was gedetineerd en had tijdens zijn detentie nieuwe schulden gemaakt, wat de bewindvoerder als grond voor beëindiging aanvoerde. De schuldenaar voerde verweer en stelde dat hij, vanwege zijn detentie, geen nieuwe schulden had kunnen maken en dat de boetes niet onder de schuldsaneringsregeling vielen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt en dat er meerdere nieuwe schulden zijn ontstaan die aan hem kunnen worden toegerekend. De rechtbank heeft daarbij artikel 350 lid 3 onder c en d van de Faillissementswet in acht genomen en geconcludeerd dat de schuldsanering beëindigd moet worden. De rechtbank heeft ook bepaald dat de schuldenaar van rechtswege in staat van faillissement verkeert zodra de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.

Daarnaast heeft de rechtbank het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en bepaald dat de kosten van de publicaties ten laste van de Staat komen. De uitspraak is gedaan door mr. L. Janse, lid van de kamer, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Arrest gewezen inzake
Bij vonnis van deze kamer van 3 juni 1999 is de definitieve schuldsanering uitgesproken ten aanzien van:
X.,
Wonende te P.,
Appellant,
Hierna te noemen: X.,
De bewindvoerder heeft verzocht om de toepassing van de schuldsanering te beëindigen De schuldenaar is opgeroepen ten einde te worden gehoord ter terechtzitting van 26 april 2001. De rechter- commissaris heeft geadviseerd de toepassing van de schuldsaneringsregeling te beëindigen.
Als grond voor het beëindigen is door de bewindvoerder aangevoerd dat de schuldenaar zijn verplichtingen welke uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende niet naar behoren nakomt, terwijl tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling tevens nieuwe schulden zijn ontstaan.
De bewindvoerder heeft daartoe onder andere gesteld:
dat de schuldenaar heeft nagelaten de bewindvoerder, ondanks herhaalde telefonische en schriftelijke verzoeken daartoe, op de hoogte te houden van zijn doen en laten. Zo vernam de bewindvoerder pas begin januari 2001 dat de schuldenaar vanaf oktober 2000 weer gedetineerd was;
dat (nieuwe) schulden zijn ontstaan n.l. twee boetes wegens onverzekerd autorijden; een schuld aan Liro B.V. ad fl.726,90 inzake Butterfly Erotic Club; een schuld aan de KPN Telecom B.V. ad fl.265,33; een schuld aan het West Fries Gasthuis ad. Fl.670,-- en een schuld aan de gerechtsdeurwaarder van ruim fl.400,-- inzake ziektekosten;
dat de schuldenaar tijdens deze regeling een zwaar delict heeft gepleegd, waarvoor hij thans gedetineerd is, waardoor de kans op succesvolle maatschappelijke integratie ernstig is verminderd en waardoor hij voorlopig niet in staat is arbeid te verrichten zodat hij geen extra inkomen kan verwerven;
De schuldenaar heeft daartegen verweer gevoerd en gesteld dat hij, toen hij gedetineerd werd, vier mensen opdracht heeft gegeven om de bewindvoerder daarvan kennis te stellen. Deze personen zouden allemaal naar het kantoor van de bewindvoerder gebeld hebben. Verder voert hij aan dat hij, omdat hij gedetineerd is, geen nieuwe schulden heeft kunnen maken. De genoemde boetes vallen niet onder de schuldsaneringsregeling zodat daarmee geen rekening gehouden kan worden. De vordering van de Erotic Club is de schuldenaar niet bekend en de vordering van de KPN is ontstaan omdat hij zelf de telefoon heeft laten sluiten. De vordering van het West Friese Gasthuis wordt door zijn advocaat afgehandeld.
De rechtbank constateert dat voldoende duidelijk is gekomen vast te staan dat de schuldenaar zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen thans, in verband met (opnieuw) de detentie, niet naar behoren nakomt. Tevens wordt geconstateerd dat er meerdere bovenmatige schulden zijn ontstaan, welke de schuldenaar, in ieder geval ten aanzien van een gedeelte daarvan, zijn toe te rekenen.
In het voorstaande vindt de rechtbank aanleiding de toepassing van de schuldsaneringsregeling gelet op het bepaalde in artikel 350 lid 3 onder c en d Faillissementswet te beëindigen Op grond van artikel 359 lid 3 Fw. Verkeert de schuldenaar van rechtswege in staat van faillissement zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en door deze gemaakte kosten vaststellen. De kosten van de in de schuldsaneringsregeling bevolen publicaties kunnen niet uit de boedel worden voldaan en komen dus ten laste van de Staat.
Beslissing
De rechtbank
Beëindigt de toepassing van de schuldsaneringsregeling en benoemt in het faillissement van de schuldenaar tot rechter- commissaris mr. Drs. C. M. van Wechem, en tot curator Mr. P. W. R. Vreeken, kantoorhoudende Lepelaar 2E te 1628 CZ Hoorn;
Stelt het bedrag van het salaris van de bewindvoerder vast op fl.1.170,-- (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting);
Bepaalt dat de kosten van de in de Faillissementswet bevolen publicaties ten laste van de Staat komen.
Gewezen door mr. L. Janse, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 april 2001 in tegenwoordigheid van de griffier.