ECLI:NL:PHR:2025:819
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep inzake profijtontneming en overschrijding redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door de betrokkene, geboren in 1984, tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof heeft op 22 november 2023 in het parketnummer 21-005323-21 vastgesteld dat de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel heeft van € 48.740,62 en heeft hem verplicht dit bedrag aan de Staat te betalen. Daarnaast is de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 278 dagen. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, P.H.P.H.M.C. van Kempen, concludeert dat het cassatieberoep faalt. Het middel dat door de advocaat J.J.J. van Rijsbergen is voorgesteld, betreft de klacht dat de berechting niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 van het EVRM. De conclusie is dat er geen cassatieklachten zijn over de bestreden uitspraak of de behandeling van de zaak door het hof, waardoor er geen voldoende belang bij het cassatieberoep is. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep, en er zijn geen ambtshalve gronden aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak zouden moeten leiden.