2.5Het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 oktober 2024 houdt onder meer het volgende in:
“Verdachte verklaart als volgt:
Ik vind het belangrijk dat als je iets met een dokter bespreekt, dat het geheim blijft. Ik zou het erg vinden als het alsnog in een strafdossier wordt gevoegd. Zo raak je het vertrouwen in professionals, kwijt, ook voor de toekomst. Daarnaast horen de gegevens van mijn ex-vriendin niet thuis in mijn strafzaak.
De voorzitter vraagt aan de deskundige of de (medische) persoonsgegevens alleen over verdachte gaan of dat er ook gegevens in staan die inbreuk maken op de privacy van zijn ex-vriendin.
De deskundige voert het woord:
Ik durf niet met absolute zekerheid te zeggen dat er geen gegevens over zijn ex-vriendin in staan, maar ik kan mij niet herinneren dat die gegevens erin staan. Omdat ik het mij niet kan herinneren, zal het zeker niet veel zijn geweest. Praktisch lijkt het heel goed mogelijk dat de gegevens van derden geanonimiseerd of verwijderd worden. De gegevens van derden zijn ook niet van belang voor de bruikbaarheid van de gegevens om een stoornis vast te stellen.
De voorzitter vraagt aan verdachte of zijn standpunt nog verandert nu hij weet dat de gegevens over zijn ex-vriendin geanonimiseerd of verwijderd kunnen worden
Verdachte verklaart als volgt:
Nee, mijn standpunt verandert niet. Ik vind het vreemd dat de deskundige niet zeker weet of er gegevens over mijn ex-vriendin in de stukken staan. Ik ben de eerste keer hulp gaan zoeken voor mijn ex-vriendin en mijn relatie. Alles daaromheen is daarmee verbonden. Het is één geheel. Daarom geef ik geen toestemming voor het gebruik van mijn (medische) persoonsgegevens. De doktoren hebben mij beloofd dat zij een medisch beroepsgeheim hebben en daardoor heb ik mijn hart kunnen luchten. Nu lijkt het alsof mijn vertrouwen wordt geschaad.
De voorzitter houdt voor dat verdachte eerder is onderzocht door het Pieter Baan Centrum (
hierna: PBC)en dat verdachte toen ook niet heeft meegewerkt. De situatie van zijn ex-vriendin lijkt van daarna, zodat dat argument toen niet heeft kunnen gelden.
Verdachte verklaart als volgt:
Ik heb op mijn manier meegewerkt. Ik heb gesport, gewerkt en gekookt. Ik heb geen gesprekken gevoerd met een psycholoog, psychiater of milieuonderzoeker. Het is fijn dat als je vragen moet beantwoorden je de ruimte krijgt om jezelf te zijn. Een psycholoog in het PBC of in een penitentiaire inrichting praat heel anders met je dan een psycholoog in de buitenwereld. In de buitenwereld gaven zij mij de tijd en ruimte om mijzelf te zijn.
De deskundige voert het woord:
De in het advies van de Adviescommissie genoemde persoonsgegevens geven in behoorlijke mate antwoord op de vragen in het PBC rapport, met name de gegevens in het stuk van Arkin. Als de rapporteurs van het PBC de beschikking hadden over deze gegevens dan hadden zij tot een duidelijke conclusie kunnen komen over de aan- of afwezigheid van een stoornis en of dat doorwerkte ten tijde van het tenlastegelegde.
De jongste raadsheer vraagt aan de deskundige of hij bereid is tot het anonimiseren of verwijderen van de eventueel in de stukken aanwezige gegevens over derden.
De deskundige voert het woord:
Als een machtiging wordt gegeven tot verstrekking van de gegevens, dan zal ik eventuele aanwezige gegevens over derden eruit halen. De stukken gaan echt over individuele klachten en behandeling van verdachte.
De raadsman vraagt aan de deskundige of de gegevens van derden uit de stukken gehaald kunnen worden zonder de context te verliezen.
De deskundige voert het woord:
De stukken gaan vooral over de problematiek van verdachte zelf. De context van een relatie is niet van belang. De context om de klachten en behandeling van verdachte te begrijpen blijft overeind. Het zou lastig zijn als het gaat om partnerrelatietherapie, maar in dit geval gaat het om individuele diagnostiek en behandeling van verdachte.
Verdachte verklaart als volgt:
Ik heb aanvankelijk hulp gezocht voor mijn ex-vriendin. Hoe kan het dan zijn dat de deskundige niets heeft gelezen over mijn ex-vriendin.
De raadsman voert het woord:
Ik persisteer bij hetgeen ik op 29 augustus 2024 heb bepleit. In aanvulling daarop merk ik op dat de deskundige niet met absolute zekerheid kan zeggen of de stukken geen gegevens van derden bevatten en zo ja, hoeveel gegevens dat zijn. Dan kan ook niet worden gesteld dat de context van de stukken overeind blijft als de gegevens van derden eruit worden gehaald. Het hof heeft ambtshalve de taak om gegevens van derden te beschermen.”