Conclusie
Nummer 22/04538
Inleiding
Het middel
Bewijsoverwegingen
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1994, bij arrest van 5 december 2022 door het gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden voor het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs en softdrugs. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij het verweer is dat de staandehouding onrechtmatig was omdat er geen redelijk vermoeden van schuld zou zijn. Het hof heeft echter geoordeeld dat er voldoende feiten en omstandigheden waren die een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit rechtvaardigden. Dit oordeel is gebaseerd op observaties van ambtenaren en het gedrag van de verdachte en zijn medeverdachte tijdens de controle. De klachten van de verdachte over de motivering van het hof zijn door de Hoge Raad als niet steekhoudend beoordeeld. De conclusie van de plv. AG is dat de cassatie kan leiden tot vermindering van de straf, omdat de redelijke termijn in de cassatiefase is overschreden. De conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en tot verwerping van het beroep voor het overige.